AchtergrondBuitenlandFeaturedReisverhalen

Schloss Esterházy vervult droom van Haydn

In 1790 vatte Joseph Haydn het plan op om Le nozze di Figaro naar het paleis van zijn broodheer te brengen, Schloss Esterházy. Het kwam er nooit van. Ruim 225 jaar later, op vrijdag 13 juli, ging zijn wens alsnog in vervulling. En hoe. De uitvoering van het Freiburger Barockorchester onder René Jacobs was beter dan Haydn waarschijnlijk ooit had kunnen dromen.

In Schloss Esterházy klinkt weer muziek. (© Andreas Hafenscher)

Struinend door de magnifieke vertrekken van Schloss Esterházy dringt het geleidelijk tot je door: hier liep ooit Joseph Haydn. Hier, onder dezelfde weelderige plafondschilderingen. Hier, op dezelfde stijlvolle binnenplaats. Hier, tussen dezelfde massieve zuilen, uitkijkend op het ruime landgoed. Misschien zelfs wel hier, op dit bankje.

Bijna dertig jaar leidde Joseph Haydn de hofkapel van de schatrijke en machtige familie Esterházy. Hij schiep er een flinke portie van zijn oeuvre, dat uitgevoerd werd in Schloss Esterházy in het (nu Oostenrijkse) plaatsje Eisenstadt en in het zomervertrek van de familie, Schloss Esterháza, nabij het Hongaarse Fertőd. Dat laatste paleis beschikte over een eigen operatheater.

Het eeuwendikke boek van de Esterházy’s ging in 1989 langzaam dicht toen de laatste vorst uit het geslacht, Paul V, overleed. Zijn vrouw Melinda Esterházy, een voormalige prima ballerina van de opera in Boedapest, beschermde de familie-erfenis door het in drie private stichtingen onder te brengen. Het bleek een gouden greep.

Nadat het Esterházy-erfgoed veertig jaar lang verpacht was aan de deelstaat Burgenland, kwam het in 2011 volledig in het beheer van de stichtingen. Sindsdien wordt met nieuw elan gewerkt aan het muzikale en culturele leven in en rondom het paleis. Helaas zonder Melinda, zij overleed in 2014.

Haydn de innovator

In het paleis zijn boeiende tentoonstellingen te bezoeken, onder meer over de levens van Haydn en Melinda Esterházy. Een rondleiding voert langs authentieke kamers uit het verleden. In het voormalige stallencomplex wordt de culinaire kant van Burgenland belicht. In het steengoede restaurant Henrici zijn gerechten met ingrediënten uit de streek te verorberen, een vinotheek presenteert een selectie van zo’n zeshonderd Burgenlandse wijnen.

Om in Esterházy weer regelmatig muziek te laten klinken, is de concertserie classic.Esterházy opgericht, die het hele jaar door prominente musici naar het paleis haalt. Daarnaast is er HERBSTGOLD, een festival in het najaar dat verschillende muziekgenres combineert met culinaire evenementen.

De Haydnsaal in Schloss Esterházy vormt een perfect decor voor semiscenische opera. (© Josef Siffert)

Orkestmanager en -consulent Andreas Richter is sinds 2013 artistiek leider van classic.Esterházy en HERBSTGOLD, en treedt daarmee in zekere zin in de voetsporen van Haydn. Hij probeert zich dan ook te laten leiden door ‘de geest’ van de componist. Dat betekent onder meer: niet alleen muziek van Haydn spelen. “Daarmee zouden we hem verraden”, vertelt hij op de binnenplaats van het paleis. “Haydn bracht als kapelmeester juist veel werk van tijdgenoten.”

Haydn was ook een innovator, stelt Richter. “Hij was de eerste grote figuur van de Weense klassieken. Dankzij hem kregen het strijkkwartet en de symfonie een voorname plaats in de klassieke muziek. Men had het vroeger wel over ‘papa Haydn’. Dat was niet bedoeld in de zin van ‘vadertje’, maar in de betekenis van ‘paus’. Hij was de muziekpaus van Wenen.” Richter spiegelt de innovatieve kant van Haydn door regelmatig wereldpremières te programmeren.

Steengroeve

classic.Esterházy kent een duidelijk stramien. De Haydn Philharmonie, het residentieorkest van het paleis, verzorgt meermaals in het jaar concerten. Daarnaast worden jaarlijks vier gastorkesten uitgenodigd en zijn er vier kamermuziekconcerten.

Opera speelde altijd al een hoofdrol op Esterházy en dat wil Andreas Richter zo houden. Hij lanceert dit jaar tijdens HERBSTGOLD een serie Haydn-opera’s. Ieder jaar wil hij er één brengen. Op 14 september staat Armida op het programma, met onder anderen Julian Prégardien en Anna Maria Labin, en volgend jaar komt Orfeo ed Euridice. Een derde titel is ook al gepland. De opera’s worden semiscenisch uitgevoerd, begeleid op historische instrumenten.

Eenmaal per jaar wijkt de organisatie uit naar Steinbruch St. Margarethen, een nog actieve steengroeve op zo’n 10 kilometer van Eisenstadt, op grondgebied dat de Esterházy-stichting toebehoort. Midden in de groeve worden voor 5.000 toeschouwers grote operaproducties gebracht. De eerstvolgende date: Die Zauberflöte, van 10 juli tot en met 17 augustus 2019.

Opera in Steinbruch St. Margarethen is een groots gebeuren. (© Andreas Tischler)

Dit jaar was er geen opera in de steengroeve. In plaats daarvan klonk Le nozze di Figaro in de Haydnsaal (grote zaal) van Schloss Esterházy. Een uitvoering van historische betekenis, vertelt Andreas Richter.

Haydn had Le nozze di Figaro in 1790 in Wenen gezien en was zeer onder de indruk. Bekend is dat hij de partituur besteld had. “Ook hebben we een begroting voor kostuums gevonden”, zegt Richter. De kapelmeester had dus serieuze plannen voor een uitvoering, maar uiteindelijk ging dat niet door. De reden is onduidelijk. Wellicht had het te maken met het overlijden van vorst Nicolaas I in 1790 en de daaropvolgende opheffing van de hofkapel. Haydn zal het stuklopen van zijn initiatief in elk geval betreurd hebben. “Wij maken nu af wat hij begon”, zegt Richter.

Ongekend levendig

Voor de uitvoering van Figaro werd het Freiburger Barockorchester geëngageerd. Het orkest arriveerde vrijdag met een behoorlijke jetlag in Eisenstadt, net terug uit de wereldsteden Shanghai en Seoul, waar het Figaro driemaal voor grote, vrijwel uitverkochte zalen gespeeld had. Een groter contrast met de gemoedelijke provinciesfeer in Eisenstadt en de kleine proporties van de Haydnsaal was niet denkbaar.

In een korte repetitie moesten de castleden hun semi-enscenering (een regisseur was er niet, ze hadden alles zelf verzonnen) naar de maten en (on)mogelijkheden van de paleiszaal plooien. Tot overmaat van ramp waren de contrabassen en de doos met rekwisieten per ongeluk naar Stuttgart gestuurd…

Van al die hindernissen was echter niets te merken toen maestro René Jacobs om 19.00 uur vol overtuiging de ouverture van Mozarts meesterwerk inzette. Het vlotte tempo, de scherpe articulatie en de enorme vitaliteit die de musici uitstraalden hadden op mij een overdonderend effect. Nog voor Figaro zijn “Cinque… dieci… venti…” inzette, bekroop me het gevoel dat het een heel speciale avond zou worden.

René Jacobs’ benadering van Mozart is ongekend levendig en transparant. Iedere instrumentengroep komt tot zijn recht, alle lagen in Mozarts partituur worden belicht. Verbluffend vond ik de recitatieven, die zo accuraat op taal en inhoud waren afgestemd dat alle finesses hoorbaar werden en de dialogen tussen de zangers uiterst natuurlijk overkwamen. Er werd echt met elkaar gepraat, als in een film of een toneelstuk.

De negen solisten voerden de energieke lezing van Jacobs haarfijn uit. Ook in hun acteerwerk. Ze benutten werkelijk iedere beschikbare hoek en deur om op bruisende, dynamische wijze Mozarts karakters tot leven te wekken. De personages waren geloofwaardig, hun interacties waren fijner en spannender dan ik ooit gezien of gehoord heb. Ieder woord klopte, ieder gebaar paste.

Jacobs koos ervoor om Figaro zonder ook maar één coupure uit te voeren. Ook de aria’s die veel makers liever weglaten, zoals Barbarina’s solo’s (prachtig vertolkt door Mirella Hagen), werden gespeeld. Toch raakte de voorstelling geen moment in een sleur. Het bleef meeslepend tot de laatste noot. En dat zonder dat er een regisseur aan te pas hoefde te komen. Het zet te denken…

Blikken en gebaren

De zangers toonden niet alleen als ensemble, maar ook individueel volop hun kwaliteiten. Robert Gleadow wervelde over het podium als Figaro. Met hilarische gezichtsuitdrukkingen en geanimeerde (soms iets te geaccentueerde) zang gaf hij Figaro raak gestalte. Het zweet droop van zijn hoofd, maar zelfs dat wist hij in zijn optreden te incorporeren.

Mezzosopraan Olivia Vermeulen was een geweldige Cherubino.

Veteraan Marcos Fink was onvergetelijk als Bartolo en Antonio. Ook hij liet zang, mimiek en gebaren volledig samensmelten in een nagenoeg perfecte vertolking.

Hetzelfde kan gezegd worden van het gros van de cast, met in het rijtje uitblinkers ook de Nederlandse mezzosopraan Olivia Vermeulen als Cherubino. Haar vocale prestatie was top notch, met onder meer een ongewone, versieringsrijke interpretatie van het bekende ‘Voi che sapete’. Vermeulen gaf met haar blikken en gebaren (wat een actrice!) duiding aan iedere coloratuur.

Sophie Karthäuser zong een dramatische gravin, Sunhau Im liet als Susanna net zo’n spetterende indruk achter als haar geliefde Figaro en Arttu Kataja was een solide, hoewel hier en daar wat stijve graaf. Het Philharmonia Chor Wien had zich pas die middag bij orkest en solisten gevoegd, maar zong alsof het al de hele tournee erbij was.

Vitaal

Als Figaro representatief is voor de opera-uitvoeringen in Schloss Esterházy, is het absoluut de moeite waard om te gaan kijken bij één van de aanstaande Haydn-producties. Een goede Haydn-voorstelling op de plek waar Haydn zelf zo lang werkte: wat wil je nog meer.

Eisenstadt ligt net niet meer onder de rook van Wenen, maar ver is het niet vanaf de Oostenrijkse hoofdstad. Met de tentoonstellingen in Esterházy, het culinaire aanbod en de vele mogelijkheden tot (actieve) ontspanning in de nabije omgeving zijn twee, drie dagen goed te vullen. Daarna is het waarschijnlijk tot voor een changement. Maar dat maakt een trip niet minder aanbevelenswaardig.

Joseph Haydn loopt al lang niet meer over de binnenplaats van Schloss Esterházy, op weg naar de grote zaal voor een uitvoering van zijn nieuwste strijkkwartet of symfonie. Maar zijn erfenis is nog net zo vitaal als twee eeuwen geleden. Gaat dat zien!

Zie voor meer informatie over classic.Esterházy, HERBSTGOLD en Schloss Esterházy www.esterhazy.at. Zie voor meer informatie over de aanstaande Zauberflöte de website van Oper im Steinbruch.

Vorig artikel

Opera in de media: week 29 van 2018

Volgend artikel

Cité de l’Opera: Joyce, Marcel en Paul

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.