FeaturedOperarecensie

BarokOpera ontmaskert Peter de Grote

BarokOpera Amsterdam is bedreven in het portretteren van grote persoonlijkheden uit het verleden, zo heeft het met onder meer twee Purcell Gala’s en een Händel Revue bewezen. In de nieuwe productie van het gezelschap wordt het leven van tsaar Peter de Grote ontleed.

De cast van De Ontmaskering van Peter de Grote op een rij. (© BarokOpera Amsterdam)

Peter de Grote was een tsaar die moeilijk in één omschrijving te vangen was. Hij was verlicht en had een enorme kennis, maar hij was ook wreed en meedogenloos. Hij sloeg opstanden met harde hand neer, maar hij werkte ook tussen het volk op een scheepswerf om kennis op te doen.

BarokOpera Amsterdam gaat in De Ontmaskering van Peter de Grote op zoek naar de ware Peter en doet dat aan de hand van drie opéra-comiques die rond 1800 over de tsaar gecomponeerd werden: Grétry’s Pierre le Grand (1790), Donizetti’s Borgomastro di Saardam (1827) en Lortzings Zar und Zimmermann (1837). Alle drie de partituren komen uit de collectie van het voormalige Théâtre Français de la Haye in Den Haag.

De komedies tonen een geïdealiseerd en geromantiseerd beeld van de tsaar. Dat wordt gecounterd door gesproken en gedanst theater (met hier en daar acrobatiek), dat andere waarheden over de tsaar laat zien. Acrobaat Stella Garbe Huedo en jongleur Noah Schiltknecht – een innemend duo dat voortdurend je ogen weet te lokken – spelen hierin een hoofdrol.

Voor de pauze focust de voorstelling op Peters bezoek aan Zaandam, waar hij incognito op een scheepswerf werkt en een andere Rus, ook Peter genaamd, ontmoet. Als de burgemeester lucht krijgt van de aanwezigheid van de tsaar, ontstaat de nodige verwarring. Na de pauze wordt aan de hand van Grétry’s komedie het liefdesverhaal tussen de tsaar en Catharina, een meisje uit het volk, verteld.

Sopraan Varvara Tishina fungeert als vertelster. Achter een spreekgestoelte leidt ze het publiek op formele wijze door het verhaal – in het Russisch. Omdat er uit verschillende opera’s geput wordt, spelen de vier heren in de cast elk wel een keer de tsaar. Regisseur Nynke van den Bergh maakt dat met een simpele maar slimme vondst visueel en geloofwaardig.

Een jongleur en een acrobaat voorzien de operafragmenten van stilzwijgend commentaar. (© BarokOpera Amsterdam)

De kostuums en decors van Sanne Puijk spelen met het contrast tussen tweedimensionaal en driedimensionaal, om het verschil tussen het geromantiseerde beeld van de tsaar en de werkelijkheid te onderstrepen. Hiermee wil de regisseur hinten naar het huidige Rusland en de “nepnieuwsmachine” van Poetin, maar die link blijft te impliciet; bij het doorlezen van het programmaboekje viel het kwartje, tijdens de voorstelling was het geen moment in me opgekomen.

Waar vorige producties van BarokOpera Amsterdam uitblonken door de vaart en de humor, lijdt De Ontmaskering van Peter de Grote onder een traag tempo. Er zit vrijwel geen spanning in het verhaal (misschien omdat je alleen fragmenten ziet?) en de scènes worden op haast brave wijze uitgespeeld, alsof de zangers er niet echt in geloven. Bas-bariton Marc Pantus weet met zijn levendige présence nog het meest te sprankelen en vaste solist bariton Pieter Hendriks komt sporadisch grappig uit de hoek, maar veel minder vaak dan in vorige voorstellingen. Ik mis de signatuur van BarokOpera Amsterdam.

Die signatuur komt meer uit de verf in het spel van het negenkoppige ensemble onder artistiek en muzikaal leider Frédérique Chauvet. Het is boeiend om ‘nieuwere’ componisten op authentieke instrumenten te horen. Het duurt even voordat je doorhebt dat je bijvoorbeeld naar Donizetti zit te luisteren. Door de kleine bezetting is de klank soms te bescheiden, maar er is genoeg virtuositeit om van te genieten.

Vocaal levert de cast een mooie mix van solo’s, duetten en ensemblestukken, al maken de gekozen fragmenten (toch rariteiten uit het operarepertoire) geen overrompelende indruk. Varvara Tishina zingt knappe coloraturen, maar valt in de ensemblezang weg. De tenoren Falco van Loon en Jacques de Faber contrasteren mooi met elkaar; de eerste hoog en elegant, de tweede robuuster. Pieter Hendriks is met zijn solide stem altijd beluisterenswaardig en Marc Pantus verdiept het klankbeeld met zijn lage stemgeluid. Zijn kalme vertolking van een Russisch volkslied is voor mij het hoogtepunt.

De Ontmaskering van Peter de Grote is tot en met 15 maart nog acht keer te zien. Zie voor meer informatie de website van BarokOpera Amsterdam.

Vorig artikel

Nina van Essen geeft lunchconcert

Volgend artikel

Cité de l’Opera: Benjamin, Mark en Carmen

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.