CD-recensies

Vijf stijve Verdi’s in een fraaie verzamelbox

Onder de titel Verdi Collection heeft Dynamic een box met vijf bekende en minder bekende Verdi-opera’s op de markt gebracht. Allemaal producties uit Italiaanse operahuizen. Het zijn geen vijf juweeltjes, daar zijn ze veel te stijf voor, maar er valt vocaal best veel te genieten.

Qua keuze van opera’s is de Verdi Collection van Dynamic zeker origineel. Het label is niet gegaan voor uitgemolken titels als La Traviata en Rigoletto, maar heeft een mix van bekende en minder bekende Verdi-werken gemaakt. Nabucco, Ernani, Il Corsaro, I Vespri Siciliani, La Forza del Destino en als toetje een Verdi Gala.

De producties zijn allemaal afkomstig uit Italiaanse operahuizen, opgenomen tussen 2003 en 2006 en al eens eerder uitgebracht bij Dynamic. Vocaal zijn er op de dvd’s enkele bijzondere optredens te zien. Bijvoorbeeld een geweldige Nabucco van Alberto Gazale, een uitermate sterk optreden van Amarilli Nizza als Elena in I Vespri Siciliani (in een heel knus theatertje), schitterende mannenzang van twee Bulgaarse zwaargewichten in diezelfde Vespri-productie en een ijzersterk galaoptreden van Leo Nucci.

Erg jammer is dat er qua regie nagenoeg niets valt te beleven. Alle vijf opera’s zijn in eenzelfde soort stijl geënsceneerd: klassieke decors en een zeer statig spel op het toneel. De Verdi-karakters komen hierdoor moeilijk tot leven, tenzij de solisten echt van groot kaliber zijn.

De box is zeker de moeite waard als je op acceptabel muzikaal niveau kennis wil maken met enkele Verdi-opera’s. Als Dynamic echter gespeurd had naar ensceneringen met meer creativiteit en diepgang, was de box veel interessanter geweest.

NABUCCO
Opgenomen in juni 2004 in het Teatro Carlo Felice di Genova.
Cast. De meeste solisten zijn erg goed gecast. Ze zingen knap en passen qua stem goed bij hun rol.
Alberto Gazale zingt werkelijk fantastisch in de titelrol. Hij heeft een verrukkelijke bariton en spint zijn melodieën breeds uit. Een zanger waar ik uren naar kan luisteren. Jammer is dat hij matig acteert. Zo is er geen spoor van waanzin in hem te zien in de derde en vierde akte.
Orlin Anastassov is als Zaccaria een goede tegenpool voor Nabucco. Hij heeft een grootse stem, die wonderlijk goed standhoudt in de hoogte.
Susan Neves levert een knappe prestatie als Abigaille. Ze is fel, zingt als een kerel in de laagte en beschikt over een hemels pianissimo in de hoogte. Ze acteert ook nog eens goed.
Als Ismaele zet Yasuharu Nakajima een opvallende prestatie neer. Hij heeft een grote tenor, met veel zwaarte maar ook gemakkelijke hoogte.
Als één van de weinigen valt Annamaria Popescu als Fenena me tegen. Ze acteert slecht en zingt niet bijzonder, soms zelfs vals.
Orkest. Onder intense leiding van Riccardo Frizza – die zich letterlijk in het zweet werkt – levert het orkest van het operahuis mooi werk. De ouverture is een smulstuk op zichzelf en ook de rest van de opera wordt bekwaam gespeeld.
Regie. De regie is niks aan. Het concept komt van het Opernhaus Zürich, van regisseur Jonathan Miller, en wordt hier uitgewerkt door Ulrich Senn. Het is traditioneel vormgegeven, maar er gebeurt vrijwel niets. Het is een komen en gaan van statische figuren. Het is dat de ‘video director’ Andrea Dorigo nog leuke dingen doet met close-ups, anders was het echt langdradig geworden.
Cijfer. 8. Muzikaal hoogstaand, maar qua regie erg mager.

ERNANI
Opgenomen in mei 2005 in het Teatro Regio di Parma
Cast. Carlo Guelfi zingt een uitstekende koning Don Carlo. In het begin is hij agressief en autoritair, later is in zijn zang (schitterend volle bariton) te horen dat hij milder wordt. Marco Berti is een nogal melancholisch getinte Ernani, maar dat is wel passend gezien zijn hang naar de dood. Hij wisselt op fraaie wijze heldenzang af met tedere momenten bij zijn Elvira.
Ik vind Susan Neves vrij zwaar gecast voor Elvira. Haar dramatische uitbarstingen komen dat ten goede, maar echt innemend wordt ze er niet door.
De rol van Silva vind ik tot slot vrij egaal gezongen door Giacomo Prestia. Hij heeft een prachtige, diepe bas, maar lijkt zich daar maar beperkt mee uit te kunnen drukken.
Voor allen geldt dat er matig geacteerd wordt. Daardoor komt alles aan op hun zang. Wat meer spel had de personages geloofwaardiger kunnen maken.
Orkest. Netjes, niet meer dan dat. Dirigent Antonello Allemandi had wat mij betreft wel wat meer pit in de partituur mogen stoppen.
Regie. Het verschilt niet van een concertante opvoering. Er is geen beweging of vaart te krijgen in de regie van Pier’Alli en de personages zijn bij hem niet meer dan een paar versteende kostuums uit vergane jaren. Erg statisch, erg traag, erg oppervlakkig.
Cijfer. 6. Ondanks een paar fraaie solisten is het een matte, erg statische uitvoering.

IL CORSARO
Opgenomen in juni 2004 in het Teatro Regio di Parma
Cast. De rollen zijn grotendeels goed bezet. Althans, als het om de stemmen op zichzelf gaat. De vertolkingen die de solisten geven, vind ik daarentegen nogal mat en eentonig.
Zvetan Michailov is zeker de juiste tenor voor de partij van piraat Corrado, gezien zijn ruwe, lyrische stem, maar hij zingt alles op eenzelfde manier. Als Medora is Michela Sburlati nogal agressief. Naar mijn idee te volwassen voor een jong meisje dat lijdt om haar geliefde.
De ervaren Renato Bruson is hoorbaar oud. Met zijn ervaring weet hij zijn rol wel de nodige expressie mee te geven, maar vocaal vind ik hem toch niet helemaal overtuigend.
Degene die nog het beste in haar rol zit, is Adriana Damato als Gulnara. Ze heeft een groot bereik en klinkt op iedere hoogte even fraai. Iets waar ze prachtig gebruik van maakt.
Orkest. Er zijn zeker mooie passages, maar verder vind ik de uitvoering onder leiding van Renato Palumbo droog en ook aan de trage kant.
Regie. Het knappe decor van Marco Capuana biedt zeker mogelijkheden, maar die worden door regisseur Lamberto Puggelli maar matig benut. De personages komen niet tot leven, mede doordat ze amper onderling communiceren. Zelfs in de heftige sterfscène aan het eind hebben de solisten meer oog voor de dirigent dan voor elkaar.
Daar moet wel bij opgemerkt worden dat ik Il Corsaro nu niet bepaald het sterkste werk van Verdi vind. Ondanks mooie muzikale passages, geeft het suffe verhaal de personages weinig ruimte zich te ontwikkelen, waardoor de dramatiek al snel overdreven overkomt.
Cijfer. 5. Muzikaal noch theatraal maakt het weinig bij me los.

I VESPRI SICILIANI
Opgenomen in februari 2003 in het Teatro Giuseppe Verdi di Busseto
Cast. Het Teatro Giuseppe Verdi waar de productie is opgenomen, mag dan klein en knus zijn, de solisten zijn groots. Amarilli Nizza geeft een schitterend optreden als Elena. Ze geeft haar rol veel karakter met haar grote, trefzekere geluid. Ze kan heel driftig zijn, maar ook ontroerend verdrietig.
Naast haar zingen twee Bulgaarse zwaargewichten de rollen van Monforte en Procida. Orlin Anastassov is een Procida vol bravoure en kracht, Vladimir Stoyanov is vriendelijker van klank, wat goed bij zijn rol past, en heeft een prachtige hoogte.
Ook de tenor (Renzo Zulian) past zijn rol (Arrigo) goed, met een gespierd (soms te gespierd) optreden. Het vermelden waard is ook het fraaie optreden van Giorgio Trucco in de kleine rol van Danieli.
Orkest. Stefano Ranzani leidt de voorstelling prima. Hij laat het drama geen moment verslappen, door mooi afwisselende tempi en volumes.
Regie. Het is behelpen voor regisseur Pier Luigi Pizzi, aangezien hij erg weinig ruimte tot zijn beschikking heeft. Hij gebruikt dan ook regelmatig de zaal als verlengstuk van het podium, wat een aparte vertoning is. Het resultaat is vrij statisch – met een eenvoudig, weinig sprekend decor – maar het verhaal en de tweestrijd tussen Sicilianen en Fransen zijn wel goed te volgen.
Cijfer. 8,5. De stemmen zijn genoeg om je de hele opera te vermaken.

LA FORZA DEL DESTINO
Opgenomen in januari 2006 in het Teatro Comunale di Modena
Cast. Een cast zonder duidelijke uitblinkers. De stemmen zijn prima, maar verder wordt er vrij eenzijdig gezongen. De solisten gaan stevig op hun plek staan, doen hun mond open en zingen hun partij uit volle borst; dat is ongeveer hoe het gaat. Kracht is er genoeg, overtuigingskracht te weinig.
Marco Di Felice weet nog enige geloofwaardigheid aan zijn rol van Don Carlo te geven, met zijn volle, donkere stem. Ook Paolo Battaglia (Padre Guardiano) geeft een vocaal goed optreden, met zijn zeer warme bas.
Renzo Zulian (Don Alvaro) klinkt niet echt gezond in de hoogte en de behoorlijk felle stem van Susanna Branchini (Leonora) doet mij niet veel, al heeft ze qua expressie wel enkele mooie momenten.
Orkest. Onder leiding van Lukas Karytinos is het orkest misschien nog wel de kleurrijkste speler van de productie.
Regie. Van de vijf opera’s heeft deze het meest de uitstraling van een museumstuk. De decors zijn prachtig authentiek, maar het spel is erg saai en onbeweeglijk. Er gebeurt nagenoeg niets op het toneel en als er iets gebeurt, voegt het weinig toe. Het is eerder knullig dan creatief.
Cijfer. 6. Hetzelfde verhaal als Ernani: prima stemmen, maar een erg matte uitvoering.

VERDI GALA
Opgenomen in oktober 2004 in het Teatro Regio di Parma
Cast. Voor dit galaconcert dat geheel aan het werk van Verdi is gewijd, heeft het Teatro Regio di Parma een groep sterke Verdi-zangers bij elkaar gebracht. Het zijn er maar liefst veertien, dus je hoeft over afwisseling niet te klagen. Ze zingen fragmenten uit Giovanna d’Arco, Attila, Macbeth, I Masnadieri en Il Corsaro.
Niet alle solisten zijn even enerverend, maar inlevingsvermogen is er genoeg en er zitten enkele grote zangers tussen die voor heel wat fraaie fragmenten zorgen. Wat te denken van Leo Nucci, die altijd goed is voor een portie drama en Verdiaanse kracht. Zowel in Attila als Macbeth is hij zeer overtuigend, met een uiterst fraaie vertolking van ‘Pietà, rispetto, amore’. Een monument als het om Verdi gaat. En ook een andere beroemdheid, José Cura, doet fraaie, kleurrijke dingen.
Riccardo Zanellato ontroert verder in diverse fragmenten en Adriana Damato laat zeer verzorgde zang horen, met enkele spetterende hoge noten en andere acrobatiek. Vladimir Stoyanov is slechts in één fragment te horen, maar wel direct zeer overtuigend.
Orkest. Renato Palumbo lijdt het huisorkest uit Parm op levendige en precieuze wijze.
Cijfer. 8. Een prima bezet gala. Altijd leuk om lekker ‘nummertjes’ te luisteren.

Vorig artikel

Cura en Frittoli in Bohème: zakdoekjes!

Volgend artikel

Opera Moldavië tourt met requiem Mozart

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.