Geen categorie

Onegin in Bonn verrast met goede zangers

De Nederlandse operaliefhebber kan als hij het aantal operavoorstellingen in Nederland te weinig vindt te kust en te keur gaan over de grens in Duitsland. Daar is een groot en gevarieerd aanbod te zien.
Zo bezoek ik bv de operahuizen in Essen, Düsseldorf, Duisburg, Bielefeld en soms Wiesbaden. Aanreizen op de dag van de voorstelling, een nachtje tukken en de volgende ochtend naar huis. Even er uit.

Theater Bonn in 1965, het jaar van de opening.

Zo was ik zondag 3 maart jl. in Theater Bonn, om de première van Jevgeni Onegin, lyrische scenes naar Alexander Pushkin, van Pjotr I. Tsjaikovski  bij te wonen. Onegin ging in 1879 in première. Bonn heeft een mooi ruim operahuis prachtig gelegen aan de Rijn met de binnenstad in de nabije omgeving. Het was de eerste voorjaarsdag en wij begonnen op een zonnig terras tegenover de opera.

De premièrevoorstelling was volledig uitverkocht. Onegin is een populaire opera. In Nederland herinneren wij ons de traditionele productie van Johannes Schaaf en meer recent de moderne versie van Stefan Herheim.

De regie in Bonn was in handen van Vasily Barkhatov, een jonge opkomende regisseur.  Van hem wist ik alleen dat hij de echtgenoot is van de super sopraan Asmik Grigorian en was benieuwd naar zijn visie.  De dirigent was Hermes Helfricht. Hij had het Beethoven Orkest tot zijn beschikking en leidde de avond vakkundig en met gevoel voor de nuances.  De opera werd gezongen in het Russisch met Engelse en Duitse boventitels. In de cast zong een aantal zeer goede zangers.

Giorgos Kanaris (Onegin), Anna Princeva (Tatjana)
Foto: © Sandra Then

Inh0ud en regie

Een saai leven op het platteland, conventies, dagelijkse routine, doen wat er van je verwacht wordt.  De personages hebben alleen relaties met elkaar en leven in een klein kringetje. Regisseur Barkhatov wil verdieping aanbrengen in de karakters en probeert de persoonlijke emoties te laten zien. Dat werd duidelijk bij de hoofdrollen van Tatjana, Lenski, Onegin en Gremin. Het was de intentie van Tsjaikovski mensen van vlees en bloed neer te zetten. Barkhatov situeert het in een eenvoudige vrij tijdloze boerenomgeving; kan goed worden geplaatst rond 1900. De weduwe Larina is na het overlijden van haar echtgenoot met haar beide dochters Tatjana en Olga noodgedwongen naar een landhuis op het platteland verhuisd. Daar woont een verre verwante Filipjevna die Larina helpt met de huishouding en de verzorging van de meisjes. Het toneelbeeld bestaat uit een ruimte die lijkt op een keuken met ramen links op het toneel, een binnenplaats met een houten achterwand die soms opent met daarachter een schuin plankier. Daar komen de dorpsbewoners op.  De afgesloten keuken wil denk ik intimiteit suggereren maar voor mij was het een te grote afsluiting van de handeling.

Eva Vogel (Larina), Charlotte Quadt (Olga), Rena Kleifeld (Filipjewna), Anna Princeva (Tatjana) foto: © Sandra Then

Larina en haar dochters verlangen naar de stad. Larina leeft in herinneringen, haar dochter Olga geniet van het leven, fietst over het toneel en lacht. Een flirterig en oppervlakkig type. Zij ergert zich aan haar zusje Tatjana. Tatjana heeft zich teruggetrokken met haar boeken en leeft in de romantiek waarover zij leest. Lenski, de verloofde van Olga komt op bezoek. Met hem reist zijn vriend Onegin  een aantrekkelijke jonge man.  Tatjana wordt onmiddellijk verliefd op Onegin en vertelt hem dat in een brief. Onegin bezoekt haar de volgende dag en zegt dat hij niet verliefd is op haar en dat hij sowieso niet geschikt is als echtgenoot.

De tweede acte begint volgens de partituur met het bal in het huis van Larina. In deze regie is het bal een winterfeest geworden, met schaatsen, sleetje rijden en sneeuwpoppen. Er wordt goed gebruik gemaakt van het schuine plankier, waar de sleetjes naar beneden suizen. Heel vrolijk. Mooie bontjassen en bonthoeden.  Onegin provoceert Lenski door openlijk te flirten met Olga, die het zich graag laat aanleunen. Dit wekt de woede op van Lenski. Het loopt uit op een duel dat de volgende ochtend zal plaatsvinden. Lenski is alleen op het toneel en zingt zijn afscheidsaria voor Olga. Kuda, kuda vi udalilis (waar zijn toch die mooie lentedagen gebleven?)

Santiago Sánchez (Lenskij), Johannes Mertes (Triquet), Carl Rumstadt (* de tweede Onegin), Charlotte Quadt (Olga), Koor en figuratie van Theater Bonn © Sandra Then

Olga zit intussen in de keuken en drinkt haar ochtendkoffie als of er niets aan de hand is. Dan komt Onegin.  Geen van beide vrienden heeft dit duel gewild. Zeker is dat een van beide gedood zal worden. Barkhatov laat de beide mannen helpen door dorpsbewoners. Hij maakt geen gebruik van pistolen maar laat Lenski in het strijdgewoel op zijn rug van de helling vallen. Hij is op slag dood. Het vertrek van de dode Lenski per slee direct na het ongeluk maakt een wonderlijke indruk. De derde acte speelt jaren later in Sint Petersburg. Tatjana is getrouwd met Prins Gremin. Er is een feest waar Onegin een van de gasten is. Gremin zingt zijn befaamde aria Een ieder kent de liefde op aarde.  Onegin en Tatjana geven elkaar toe dat ze verliefd waren en nog zijn. Onegin betuigt zijn spijt en wil dat Tatjana met hem vertrekt. Maar zij blijft trouw aan Gremin. Onegin blijft alleen. Dit is een mooi uitgewerkte scene zowel muzikaal als scenisch.

De regisseur heeft alles wat riekt naar heldendom, rijkdom, overdadigheid willen vermijden en zoomt in op verborgen verdriet in het dagelijks leven.  De emoties komen in Tsjaikovski’s muziek heel duidelijk naar voren. Met bepaalde details brengt de regisseur ook een zekere lichtvoetigheid tot stand.  Veel koffers en de stationshal in de 3e acte wijzen op afscheid en vertrek.

Anna Princeva (Tatjana), Giorgos Kanaris (Onegin) Foto: © Sandra Then

Muzikaal

Bij de ouverture moest ik heel erg wennen aan de akoestiek. Ik dacht een moment dat er versterkt werd.  Over het algemeen klonk het goed, soms aan de luide kant. Hermes Helfricht had veel oog voor de zangers. In deze welhaast “koor-opera” is er voor het koor een hoofdrol. De koorzangers komen in de 1e, 2e en 3e acte ruim aan de bak en hebben een groot aandeel in het succes. Ook qua beweging voortreffelijk. Het openingskwartet van Tatjana, Olga, Larina en Filipjevna miste de balans.  De vier zangeressen zaten op één plek terwijl juist het duet van Tatjana en Olga mooi is om uit de verte te horen. Het duo Larina/Filipjevna kreeg daardoor geen profiel.  Ook qua stem overtuigden zij mij niet.  Larina, (Eva Vogel) luid en  met heftige handgebaren en Filipjevna (Rena Kleifeld) produceerde haar noten, maar miste de warmte en de humor. Van de regisseur kregen zij niet veel ruimte om liefde en betrokkenheid naar de meisjes te tonen. De flexibele alt van Olga (Charlotte Quadt) is zeer geschikt voor de rol. Haar frivoliteit werd onderstreept door haar kostuum (een dansrokje en blote rug). Haar aria klonk zeer goed en zij liet een prachtige laagte horen.

Anna Princeva (Tatjana) in de briefscene.© Sandra Then

Tatjana (Anne Princeva) begon als jong meisje wat terughoudend, maar ontwikkelde zich tot een zangeres van grote klasse, de beroemde briefscène was adembenemend mooi en zij bewoog zich prachtig. Deze scene is een opera op zich. In een kwartier tijd is het karakter van Tatjana het meest uitgewerkt door de componist. Het was het eerste deel dat hij schreef voor de opera. Tsjaikovsky had zelf een soortgelijke ervaring. Hij ontving een brief van een onbekende vrouw die met zelfmoord dreigde als hij haar gevoelens niet zou beantwoorden.  In de laatste acte waar zij nogmaals haar liefde voor Onegin bekent en waar Onegin nu wel haar gevoelens beantwoordt, zingt zij met grote rijpheid en ontroering.  Onegin (Giorgos Kanaris)  trof de arrogantie van zijn eerste aria en de wanhoop van zijn optreden in de laatste acte heel goed met een mooie, wat ruige stem. Dan een fijne rol van Prins Gremin, subliem gezongen door Pavel Kudinov, met een schitterende laagte. Een ideale Gremin voor mij.

Pavel Kudinov (Gremin), Giorgos Kanaris (Onegin), Koor van Theater Bonn Foto: © Sandra Then

Lenski, ( Santiago Sanchez) een jonge onstuimige verloofde ontroerde ons met zijn afscheidsaria Kuda Kuda. Mooie hoogte, hartstochtelijk en een indringend piano. Van Monsieur Triquet (Johannes Mertes) had ik mij meer voorgesteld qua stem en actie.

Al met al een mooie avond. Bonn smaakt naar mee.

Er zijn nog voorstellingen op 22 maart, 7 april en dan nog verschillende data tot en met 1 juni.

Verder kijken, luisteren en lezen

De trailer  op Vimeo

Mariska van der Weij beschreef in 2011 de Onjegin van De Nationale Opera

Vorig artikel

DiDonato vol zanglust in Songplay

Volgend artikel

I Capuleti e i Montecchi in concertvorm

De auteur

Annett Andriesen

Annett Andriesen