Perfecte Purcell met verrassende solisten
Henry Purcell componeerde slechts één echte opera, het liefdesverhaal over de Carthaagse koningin Dido en haar begeerde Trojaanse prins Aeneas. Hij maakte het werk in 1688 niet eens voor een theater maar voor een school, eentje met veel muziek in het onderwijs. En toch werd Dido and Aeneas wereldberoemd en geliefd, al was het maar om de hartroerende regels die Dido aan het eind uitzingt: ‘When I am laid in earth….remember me, but ah!, forget my Fate’. Het was zondag 15 juni meer dan doodstil in het stampvolle Amsterdams Concertgebouw toen Dame Sarah Connolly deze passage met voorbeeldige expressie inzette.

Purcell rondde een van de mooiste sterfscènes uit de operaliteratuur af met een droef gekleurd koorstukje dat met innige tederheid werd gezongen door een koorgroep van het ensemble Il Gardellino. Dirigent Korneel Bernolet liet het prachtig uitklinken, en hield de spanning van het intense moment vast. Waarna een waarlijk daverend applaus losbarstte. Niet alleen voor Sarah Connolly, maar ook voor een stoetje aan solisten rond haar, met als uitblinkers de zilver gerande stem en persoonlijkheid van sopraan Alison Lau als Belinda en de kloeke zang van countertenor Arturo den Hartog in de rol van Aeneas.
Invulling
De laatste twee excelleerden ook in een vijftal scènes uit twee andere werken die Purcell wel voor het theater schreef, zogeheten semi-opera’s, The fairy queen en King Arthur. Concertorganisator Fred Luiten schiep met deze ontroerende en geestige vocale onderdelen uit de half gezongen, deels gesproken opera’s, een prima invulling als eerste helft voor wat uitpakte als een perfecte Purcell avond.

In de ouverture samengesteld uit instrumentale onderdelen van beide semi-opera’s, maakte het Belgische barokorkest Il Gardellino meteen indruk met fraai afgewerkte, virtuoze passages, waarin blokfluitist Dimos de Beun zijn meeslepend fluiten afwisselde met rap continuo spel op zowel klavecimbel als orgel. Met ook een klavecimbel voor dirigent Bernolet en een mooi ensemble van strijkers, hobo, fluit, barokgitaar, luit, theorbe en percussie een rijk bezet ensemble.
Meteen het eerste optreden in de nachtscène uit de tweede akte van The fairy queen was betoverend door de in wit geklede Chinees-Engelse sopraan Alison Lau. Zij zong de mooie dichtregels over de gevoelens van de nacht met glanzende expressie. In een uitstekende mise-en-scène kreeg zij stevig tegenspel van de zwartgemaskerde mezzo Sophie Gallagher als Mystery, de Belgische counter Pieter de Praetere als Spiritus en de bas Joris Stroobants in de rol van een subtiele Sleep. Een gave scène, die in kwaliteit werd gevolgd door de befaamde Dronken Dichter-scène, een glansrol voor de speelse Pieter de Praetere.

IJzige figuur
Tenor Leander van Gijsegem stal de show met een vermakelijke voordracht van Comus, een boerenfiguur uit King Arthur, wiens loflied op ‘Old England’ met vrolijke koorstukjes en dansende zangers werd gepresenteerd. Van Gijsegem was ook een sappige tegenspeler als Cupido in de ‘Frost Scene’ uit King Arthur van Arturo den Hartog als Cold Genius. Den Hartog maakte twee jaar geleden al flinke indruk in een recital in de kleine zaal van het Concertgebouw. Nu voor het eerst op het podium van de grote zaal liet de Surinaamse zanger horen wat een groot en dramatisch stevig geluid hij aan het ontwikkelen is. Hij maakte van Gold Genius een prachtige ijzige figuur. Met bibberstemmen drukte het koor gevormd door alle solisten, een winterse sfeer uit. Naast Dame Sarah Connolly zorgden zij solistisch en als groep voor vocale verrassingen.

Volgend seizoen is de Engelse counter Alexander Chance tweemaal de stersolist in de barokserie van Fred Luiten. Het barokorkest Il Gardellino keert terug in een uitvoering op 15 december van Bachs Weihnachtsoratorium, te dirigeren door Christoph Pregardien.
Verder kijken, luisteren en lezen
Dame Sarah Connolly zingt ‘When I am laid in earth.’
In 2024 sprak Franz Straatman met concertorganisator Fred Luiten.
Eerder dit jaar was Monique ten Boske bij het concert van Dame Sarah Connolly.