Vlam blijft branden voor Pierre Audi
Met welk ander object of symbool dan vuur zou je de stijl van opera regisseren van Pierre Audi kunnen kenschetsen? Vuur brandde er zondagavond 22 juni op het podium van het Opera en Ballet huis vanuit een wit, rotsachtig decorstuk. Op dat podium speelden de regies van Audi zich af gedurende zijn artistiek leiderschap in het theater aan de Amstel van 1988 tot 2018. Met een programma van muzikale onderdelen, beeldprojecties en gesproken laudatio’s werd door De Nationale Opera een waardig eerbetoon opgebouwd voor de op 3 mei jongstleden plotseling overleden theatermaker.

Het gebeurde in Beijing waar hij een operaproject zou voorbereiden. Zo maar werd het vuur gedoofd, het vuur dat in Audi brandde in zijn hartstocht om theater te maken. Toepasselijk vormde een tekening van zijn zoon Alexander de omslag van het mooie, simpele programmaboekje: een laaiend gele zon met stralen van vuur. Daarin de naam Pierre Audi. Videofragmenten toonden scènes van opvoeringen waarin heel wat vuur te zien was: meest fameus de opera’s van Claudio Monteverdi die Audi in verrassend gestileerde vorm presenteerde.

Nog belangrijker zijn ruimtelijke visualisering samen met een team van beeld scheppende medewerkers in Wagners ’Ring des Nibelungen’. Een gigantisch project dat alleen te realiseren was in het Muziektheater dat in 1986 zijn deuren opende. En waar Audi vanaf 1988 de artistieke piketpaaltjes sloeg aan de hand van een tienjaren plan. De Ring vormde de voltooiing ervan.
Hij deed dat in nauwe samenwerking met dirigent Hartmut Haenchen, als chef van het Nederlands Philharmonisch Orkest en aanvankelijk ook muzikaal directeur van de Nederlandse, vervolgens de Nationale Opera. Indrukwekkend zoals een ensemble van koperblazers uit het NedPhO een arrangement speelde van de prelude tot ‘Parsifal’ onder leiding van de inmiddels 82-jarige Hartmut Haenchen. Hij bouwde tussen 1987 en 2002 het orkest op dat de dromen van Audi klinkend kon maken.

Vriend verloren
Interessant is Haenchens bijdrage in het geheel Engelstalige programmaboekje dat begint met ‘Ik heb een vriend verloren’, om vervolgens te memoreren dat hun samenwerking in de beginjaren allerminst prettig verliep. En toch groeiden zij naar elkaar toe. ‘Ménsen kunnen veranderen en leren om elkaar te begrijpen… Waar het ons om ging, was altijd de inhoud, meer dan de persoon… Kunst demonstreerde haar kracht om mensen bijelkaar te brengen.’ Haenchen werkte met Audi aan een nieuw project, uit te voeren in… Beijing.
Met een ‘Hymn of the Cherubim’, een liturgisch gezang uit de Russisch orthodoxie, in arrangement van Tsjaikovski, droeg Haenchen nog een onderdeel bij samen met het koor van De Nationale Opera. Waarvan de enorme kwaliteit gegrondvest werd door de bevlogen koordirigent Winfried Maczewski, een essentiële lid in het team tijdens de succesjaren van DNO. Het koor gaf blijk van zijn veelzijdigheid in de scène ‘Ahi, caso acerbo’ uit Monteverdi’s ‘l’Orfeo’, als de titelheld rouwt over de plotse dood van zijn geliefde Euridice, met Helena Rasker als solerende Boodschapster.
Last but not least moet genoemd worden de intense samenwerking die zakelijk directeur Truze Lodder met haar artistieke compaan opzette: hij de bevlogen creator met prachtige plannen en zij de strak zakelijk denkende wederhelft in de duale leiding van De Nationale Opera. In het programmaboekje beschrijft Lodder heel mooi dat stukje operageschiedenis.

Begin in Londen
Ook verhelderend is een bijdrage van de Engelse regisseur Simon McBurney die uit de doeken doet hoe Audi als twintig jarige een vervallen gebouw omtoverde tot een theater in Noord-Londen, weliswaar klein, maar een prima plek om zijn experimentele geest ruimte te geven. Inmiddels is het Almeida Theatre een van de belangrijkste theaters in de Britse hoofdstad.
Met prachtige foto’s van onder meer de 22-jarige Audi ( met veel haar en een baard!) en van zijn gezin met echtgenote Marieke Audi-Peters (zij sprak een ontroerend dankwoord) en kinderen Sophia en Alexander. En uitspraken die hij in interviews deed. Treffend in de situatie van zijn overlijden vind ik: ‘Perhaps mythological stories are capable of taking away our fear of death by showing that death is constantly with us’. Het vuur in de witte pot bleef branden terwijl het publiek de bijeenkomst verliet. De geest van Pierre Audi blijft in de memorie.
Franz Straatman over de carriere van Pierre Audi