AchtergrondFeaturedHeadlineInterviews

Ja, het werkt! Hagar bij De Reisopera.

De Nederlandse Reisopera opende op 28 september het seizoen met een Nederlandse- en een wereldpremière. De voorstelling met als titel Second love bestaat uit twee opera’s: The Stronger van Gerald Barry uit 2007 die nu zijn scenische wereldpremière krijgt en de gloednieuwe opera Hagar van de Nederlandse componist Jan-Peter de Graaff. Belle van Heerikhuizen heeft de regie en Lochlan Brown dirigeert.Voorafgaand aan een van de laatste repetitie ontmoette ik Belle en Jan-Peter in het Wilminktheater in Enschede. Een gesprek over een hechte samenwerking.

Belle van Heerikhuizen en Jan-Peter de Graaff voor het decor van Hagar. Foto: © Place de l’Opera

Deze ‘double bill’ is je operadebuut Belle. Meteen twee hedendaagse opera’s die niet eerder geënsceneerd te zien zijn geweest en niet eerst een Mozart opera om je debuut mee te maken.

Belle van Heerikhuizen: “Dat zou zeker de normale weg geweest zijn en ook wat ik altijd gedacht had, vooral ook omdat ik opgegroeid ben met de opera’s van Mozart en dan vooral in de versies van Frank Groothof, maar het werden dus deze twee opera’s. Ik had een gesprek met Rudy (van Wijk, directeur van De Nederlandse Reisopera) over mijn operadebuut.’

Jan-Peter de Graaff;” We waren al vier jaar eerder aan het kijken naar een nieuwe opera van mij bij de Reisopera en in eerste instantie zou Nina Spijkers die gaan regisseren. Door omstandigheden haakte zij af en kwam Belle aan boord. Het klikte echt heel goed en samen met dirigent Lochlan Brown zijn we inmiddels echte een driespan, of een triangle, zoals ons ‘Signal-groep’ ook heet.

Ik kende het werk The stronger (La plus forte) van Gerald Barry. Daarin komt een vrouw in restaurant een andere (niet zingende) vrouw tegen die de minnares van haar man blijkt te zijn en ik vroeg me af wat er zou gebeuren als de minnares, die in de opera niets zegt, wel terug zou praten. Toen kwamen op het idee om een opera te maken op het thema van de allereerste buitenechtelijke relatie in de literatuur.

Belle van Heerikhuizen. Foot: © Tjeerd Derkink.

Dat werd het Bijbelse verhaal van Abraham, Sarah en Hagar. Ik kende de schrijfster Eleanor Barlow uit mijn studietijd aan het Royal College of Music in Londen en ik vond haar manier van schrijven, met echt prachtig woordgebruik, heel bijzonder. Ik had met haar twee van de acht mini opera’s Bonsai  Garden gemaakt, die we in de Coranatijd, dus in isolatie, met elkaar gemaakt hadden. Ik wist dus dat ik haar voor deze grote opera wilde vragen. Er is heel veel geschaafd uiteindelijk aan het libretto. Het was te groot. Het Bijbelse verhaal moest eruit en de kern vraag werd: ‘Wie neemt er verantwoordelijk voor wat en wat gebeurt er dan? Het grote keerpunt in het verhaal werd de aankondiging van een zwangerschap.

Belle: “We stuurden het libretto heen en weer tussen Eleanor, Jan-Peter en mij en er was ook nog de dramaturg, Michiel Bijmans, die meelas. Op een goed moment hebben we gezegd dat het libretto op slot moest omdat Jan -Peter met componeren beginnen moest.’

Het verhaal van Hagar gaat over chef-kok Abram, diens vrouw Sarai en manager van hun restaurant en Hagar, een serveerster in het restaurant. Het gaat niet goed met het restaurant na de Coronacrisis en er zijn slechte recensies. Het gaat ook niet goed in het kinderloze huwelijk van Abram en Sarai. Hagar is de minnares van Abram en kondigt aan dat ze zwanger is. Vanaf dat moment gaat het bergafwaarts.

Scènefoto Second Love/Hagar met van lionks naar rechts Hagar Sharvit (Hagar), Glen Cunningham (Gabriel), Fiona Kimm (Gertrude), Alison Scherzer (Sarai) en Liam James Karai (Abram). Foto: © De Nederlandse Reisopera, Marco Borggreve.

Jan-Peter: “Ik begon met de karakters, ik wilde ieder karakter iets eigens geven. En ik wilde iets anders dat kon contrasteren met het stuk van Gerald Barry. Die componeert heel erg met blokken, ik ben vooral bezig met nieuwe klankcombinaties, instrumenten die normaal niet samenklinken, maar bij mij juist wel. Ik werk heel sterk vanuit de bas, en bouw daarop de rest mijn muziek. Ik heb ook een paar andere instrumenten toegevoegd. Een harp, een celesta en een pannenset! Daarvoor moest ik wel weer wat blazers inleveren.

Op een goed moment was er een piano uittreksel klaar en een midifile, maar dat gaf toch echt geen goed beeld van hoe de muziek zou klinken.’

Belle: ‘Ik vroeg me af of ik de muziek uit mijn hoofd moest kennen om te kunnen regisseren. Nu heeft Jan-Peter eigenlijk al heel veel regie keuzes in zijn muziek gestopt. Toen zijn we bij elkaar gekomen, en heeft Jan Peter elke maat afgespeeld en toegelicht. “Hier gaan we tomaat snijden…, hier gaat de pan op het vuur’. Dat was overigens dezelfde manier waarop Louis Andriessen over zijn werken kon praten. Maat voor maat verklarend waar het over ging.  Ik heb een tijd in zijn huis gewoond en voor hem gewerkt. Dat is wel weer extra bijzonder, en een moment van grote herkenning. Daarnaast bleek dat Jan -Peter ook een speciale band met Louis Andriessen had.’

Jan-Peter: ‘ Ja, op een heel andere manier. Ik deed toelating op het Koninklijk Conservatorium in Den Haag en daar zei ik dat ik naar Den Haag wilde omdat ik niet van de muziek van Louis Andriessen hield. Dat was nogal een uitspraak, zeker om dat Louis onderdeel van de Haagse School uitmaakte. Later ben ik natuurlijk wel heel van Andriessen gaan houden en als je goed oplet komen er in Hagar ook een paar momenten voorbij die duidelijk naar hem verwijzen zoals een paar gestapelde akkoorden. Ik was ook al lang onder de indruk van Gerald Barry die juist een leerling van Peter Schat was, die ook in Den Haag had gestudeerd, maar zeker geen Haagse School componist was. Ik was zeer onder de indruk van de opera The intelligence Park van Barry en wilde graag een opera schrijven die bij het werk van Barry zou passen, maar er juist ook heel veel mee contrasteerde. ‘

Jan-Peter de Graaff. Foto © Bart Grietens.

Er was dus een heel sterke band tussen Belle en Jan Peter en ook met Lochlan. Belangrijk daarbij en de sleutel voor de succesvolle samenwerking, waren de heldere afspraken die er gemaakt werden.

Belle:’ We hadden onze taken en we hadden duidelijk afgesproken hoe we zouden werken. Ik zou met niet met de muzikale repetities bemoeien, Jan Peter zou niet bij mijn regie repetities zijn en Lochlan zou de baas zijn bij de orkestrepetities. Dat heeft heel goed gewerkt. Ik weet dat ik de aanwezigheid altijd voel van iemand die meekijkt, ook al zegt diegene helemaal niets. Ik voelde het zelfs toen Jan-Peter even kwam kijken toen ik de andere opera, The Stronger, aan het repeteren was. Ik voelde meteen zijn aanwezigheid en daar word ik dan overbewust van in plaats van vrij. Dus die heldere afspreken, waar iedereen zich aan heeft gehouden, werkten prima.’

Jan-Peter:” Soms kijken we elkaar aan en denken dan; ‘Ja, het werkt.’ We hebben de casting ook helemaal met z’n drieën gedaan. We hadden alle drie heel duidelijk de personages in ons hoofd en die hebben we toen gecast.  Het waren geen audities maar workshops, waarin de zangers ook een fragment uit een werk van mij moesten zingen om te zien of zijn muzikale taal begrepen. Toen we ze gekozen hadden ben ik pas gaan componeren, maar dus helemaal met de door ons gekozen cast in mijn hoofd. Daarom past de muziek ook zo goed bij alle zangers.’

Belle van Heerikhuizen en Jan-Peter de Graaff voor het decor van Hagar. Foto: © Place de l’Opera

Belle heeft de rest van het team samengesteld.

Belle:“ Ik zei in dat gesprek met Rudy en later ook met de nieuwe artistiek leider Sam Brown, dat ik met mijn eigen mensen mijn eerste opera wilde doen dus ik heb Koen Steger voor het decorontwerp gevraag, David Laport voor de kostuums en Tim van ‘t Hof voor het licht. De Reisopera had wel een wensenlijstje. Het decor moest akoestisch zijn, dus een soort van klankwand hebben, de kleding mocht geen geluid maken, niet ritselen, en ik moest leren rekening houden met de zogenaamde ‘dode punten’, de plekken op het toneel, in het decor, die akoestisch dood zijn, dus waar de klank wegvalt. Dat was allemaal nieuw voor me.”

En nu moet alles samenkomen tijdens de toneelorkest repetities. Technisch gaat niet alles 100% en twee schuifdeuren leverden even wat problemen op, maar over de hele linie staat de voorstelling.

Belle: ‘We zijn nog steeds wel aan het zoeken naar kleine dingen, maar we hebben ook nog een paar dagen.’

Jan-Peter: “We hebben heel erg veel gedaan aan de balans tussen het orkest en de zangers en dat is heel goed in orde. Het is een groot orkest en er is heel veel tekst, dus de verstaanbaarheid en balans moeten dus helemaal goed zijn. ‘

Na een totale voorbereiding van vier jaar ging in het Wilminktheater in Enschede op zondag 28 september dan eindelijk Hagar in première, samen met The Stronger van Gerald Barry.  Een sterk statement van De Nederlandse Reisopera om met hedendaags werk te komen. De visie van het artistieke team van Sam Brown en Rudy van Wijk is dat zonder nieuw werk opera een dode kunstvorm wordt.

Second Love  met The stronger en Hagar is te zien op 1 oktober in de Lawei in Drachten op 7 oktober in De Spiegel in Zwolle en daarna op tournee tm 14 otkober.

 

Verder kijken, luisteren en lezen

Introductie video  over Hagar.

Peter Franken doet voor Place de l’Opera verslag van de première van Second Love.

In 2018 maakte Jan-Peter de Graaff de kameropera De grens.

 

 

Vorig artikel

Eindelijk heeft Vondel zijn opera

Volgend artikel

Dit is het meest recente artikel.

De auteur

Bo van der Meulen

Bo van der Meulen