Maria Warenberg:”Wat een geweldig leven”.
De Dutch National Opera Academy is een mastersopleiding voor operazangers uit binnen-en buitenland.

Jonge artiesten leren in een samenwerkingsverband tussen het Conservatorium van Amsterdam en het Koninklijk Conservatorium in Den Haag de kneepjes van het operavak en zien we veel van de talenten in een goede, tot uitstekende voorstellingen in Amare in Den Haag of op het Bredeweg Festival,op het Amstelveld, maar ook op tournee door heel Nederland.
Alumni
Maar wat gebeurt er met deze jonge opera professionals als ze de opleiding hebben afgerond? Het zijn er sinds de start van DNOA nogal wat: van sopranen Judith van Wanroij, Francis van Broekhuizen, Lilian Farahani, mezzosopranen Eva Kroon, Nina van Essen en Florieke Beelen, tot counter tenor Gerben van der Werf, tenoren Hugo Kampschreur en Jan-Willem Schaafsma, en baritons en bassen Thomas Oliemans, Marc Pantus, Henk Neven en Fabian Homburg, om er maar een aantal Nederlandse bekende namen uit te lichten.

Maria Warenberg
In een serie interviews met alumni van DNOA laten zangers en zangeressen van zich horen. De eerste zangeres in deze serie is mezzosopraan Maria Warenberg. Ik spreek met Maria als ze voor een paar weken in Nederland is. Het gaat nogal goed met je carrière kan je wel zeggen toch?
Maria Warenberg: “Het zijn heel intense weken. Het seizoen is begonnen met Rossini concerten in Antwerpen en de rol van Annio in La Clemenza de Tito onder leiding van Maxim Emelyanychev tijdens het International Festival Edinburgh en een recital in het Muziekgebouw aan ‘t IJ met mijn broer Alexander (cellist) en pianist Jérémie Moreau en binnenkort Cherubino in Le Nozze di Figaro met het Orkest van de Achttiende Eeuw en ik kijk zeer uit naar de concerten met het Residentie Orkest deze week op 3 en 4 oktober.”
Veel mensen hebben je gezien tijdens het Koningin Elisabeth Concours in Brussel waar je in de finale stond of kennen je van voorstellingen bij DNOA, maar ook in Parijs kent men je inmiddels.
MW:” Sinds het afgelopen seizoen zing ik in Parijs en maak ik deel uit van het solisten ensemble (La Troupe Lyrique) van de Opéra National de Paris. Inmiddels heb ik daar 56 voorstellingen gezongen met fantastische zangers zoals Roberto Alagna en Asmik Gregorian. Het is een droom die uit is gekomen om in Parijs te wonen en te zingen in zowel de Bastille als in Palais Garnier.
Het was de eerste keer een beetje zoals de eerste schooldag; opgewonden, gespannen, zenuwachtig en je wilt er helemaal voor de volle 100% zijn. Het is zo fantastisch om op het toneel te staan met echt de beste zangers ter wereld zoals Roberto Alagna (in Manon van Massenet) en Lisette Oropesa (in I Puritani van Bellini) en je bent dan hun collega. Ik had een scene met Asmik Grigorian (in Suor Angelica) en ik dacht: “Wat heb ik een geweldig leven!” Hier streef je als jonge zanger naar.

Ik loop van de Opéra Bastille naar mijn appartementje in Le Marais en kom onderweg echt heel vaak collega’s tegen. Even een praatje op straat.
Ik heb in middels al 56 voorstellingen in Parijs gezongen en met alle concerten en recitals erbij heb ik het afgelopen jaar goed overleefd. Ik was best blij verrast hoe mijn stem in de enorm grote Bastille klinkt, maar ik ben dan ook denk ik echt voor 100% met mijn vak bezig. Ik werk echt keihard. Er moet daarnaast ook ruimte in mijn hoofd zijn en ik moet kunnen leven, een drankje drinken met vrienden is heel belangrijk voor me. En mijn familie! Ik kom uit een heel muzikale familie. Mijn broer Alexander is cellist (winnaar van het ARD concours 2024), Nikola Meeuwsen (de pianist die dit jaar de eerste prijs op het Koningin Elisabeth Concours won!) is mijn neef en mijn vader was jarenlang plaatsvervangend concertmeester van het Residentie Orkest. Dus ik heb heel veel steun aan hen.”
Als je nu kijkt naar de periode bij de DNOA, wat zijn dan de belangrijkste dingen die je daar geleerd hebt waar je nu echt iets aan hebt?
MW:” Het allerbelangrijkste is denk ik de enorme ‘work load’, de hoeveelheid tijd die we aan het vak hebben besteed. We hadden coachings, auditietrainingen, repertoire studies, nieuwe rollen die we moesten in studeren, masterclasses die we volgden. Er waren ook echte ‘eye openers’, dingen die we leerden over de wereld van de zang, dingen uit de praktijk, maar vooral heb ik daar keihard leren werken, discipline geleerd die echt nodig is om een carrière te maken. Ik vond altijd nieuwe motivatie voor mijn carrière omdat ik nu eenmaal het zingen zo geweldig vind. Samen musiceren is het fijnste wat er is!”

Het grappige was dat jij in 2023 eigenlijk in de eindproductie van jouw jaar Ramiro in La finta giardiniera van Mozart zou zingen, als afronding van je Masters diploma, maar toen stond je ‘ineens’ in de finale van het Koningin Elisabeth Concours.
MW: “Als kind had ik het concours op televisie gezien en het was voor mij een feest om mee te doen. De finale werd uiteindelijk mij eindexamen en heb ik Ramiro moeten laten schieten. Ik zong uiteenlopende werken tijdens het concours (van Massenet tot Mozart en Mahler en in de drie ronden nog veel meer). Ik heb een lyrische mezzo stem die gelukkig ook heel flexibel is, dus vind ik het zingen van coloraturen fijn. Ik had twee jaar DNOA gedaan en rollen gezongen in L’Isola disabitata van Haydn, Un mari à la porte van Offenbach en al in 2021 mijn professionele debuut gemaakt bij Opera Zuid als Stephano in Gounods Romeo et Juliette.

Dit seizoen begint met Cherubino in Le Nozze di Figaro met het Orkest van de Achttiende eeuw met de première in het Concertgebouw. Verder zullen er hele mooie rollen volgen in Parijs en Duitsland.”
Zijn er nog andere dromen voor de toekomst?
MW:” Ik droom altijd zo groot mogelijk, maar moet wel de juiste keuzes maken. Mijn lerares van het Conservatorium in Amsterdam, Sasja Hunnego, is wat dat betreft echt mijn steun en toeverlaat, waarbij ik altijd terecht kan. Sasja Hunnego is al jarenlang mijn zangpedagoog, zij kent mijn stem zo goed en ze is een enorme steun. Je blijft altijd je zang techniek door ontwikkelen. Als ik in het buitenland zit dan face timen we ook af en toe om bepaalde passages in een stuk te kunnen finetunen. Ook werk ik al jarenlang samen met de fantastische Margreet Honig. Het is belangrijk om mensen om je heen te hebben die je vertrouwt. Net als een topsporter is een team om je heen noodzakelijk.

Artist in residence
Ik ben enorm vereerd om Artist in Residence te zijn van de AVRO TROS Vrijdag concerten met het Radio Filharmonisch Orkest. Ik mocht samen met de programmeur mijn droom concerten bedenken. Op 19 december zing ik de rol van Vierge Marie in L’Enfance du Christ van Berlioz onder leiding van Edward Gardener. Op 13 en 15 februari liederen uit des Knaben Wunderhorn onder leiding van Markus Stenz. Tot slot zing ik op 13 maart Scena di Bérénice van Haydn, de aria Parto Parto van Mozart en The tenth muse, een stuk wat voor mij is geschreven (wereldpremière) door Benjamin Perry Wenzelberg en we besluiten het concert met Wagner, Träume uit de Wesendonck Lieder.
Nu eerst de concerten, A night at the opera, met het Residentie Orkest. Die zijn wel heel speciaal voor me omdat mijn vader net met pensioen is gegaan als plaatsvervangend concertmeester. Nu kan hij in de zaal genieten van de concerten.”
Het gaat dus echt heel erg voorspoedig met DNOA Alumnus Maria Warenberg. De volgende alumnus van de DNOA in deze serie interviews is Hugo Kampscheur.
Verder kijken luisteren en lezen
Una foce poco fa uit De Barbier van Sevilla door Maria Warenberg
Introductie video over A night at the opera.
Video portret van Maria Warenberg.
Peter Franken over Annio door Maria Warenberg in La clemenza di Tito bij Opera Ballet Vlaanderen.