Albrecht redt irritante Frau ohne Schatten
Afgelopen woensdag 23 april vond de première plaats van Richard Strauss’ grote opera Die Frau ohne Schatten. Na eerdere DNO-producties van Harry Kupfer en Andreas Homoki was ditmaal de regie toevertrouwd aan Katie Mitchell. Het werd een geslaagde avond, zij het vooral dankzij de muzikale component. Marc Albrecht stond weer voor ‘zijn’ Nederlands Philharmonisch Orkest en dat pakte geweldig goed uit. Verder werd er goed tot zeer goed gezongen.

Sprookje vol ongerijmdheden
Zoals bij veel werken van Strauss is de opera een product van de samenwerking van de componist met Hugo von Hofmannsthal. Die wilde een sprookje schrijven en dat heeft geleid tot een verhaal met de nodige ongerijmdheden. Centraal staat de figuur van de Kaiserin, dochter van Keikobad, de heerser over het Geestenrijk. Zij verstond de kunst zich te veranderen in een dier en in de gedaante van een gazelle is ze de Kaiser, een hartstochtelijk jager, ten prooi gevallen. Daarbij is ze ten dele mens geworden; ze is namelijk doorschijnend en heeft dus geen schaduw. Keikobad laat haar een jaar bij hem verwijlen. Als ze in die periode niet zwanger is geraakt, zal ze terugkeren in het Geestenrijk en zal de Kaiser tot steen worden. Het ontbreken van de schaduw is een metafoor voor onvruchtbaarheid. Dat kan zomaar gebeuren bij een ingrijpende transformatie, dat niet alles op zijn plaats valt. Denk aan Rusalka, die verandert van een golfje in een vrouw, maar wel eentje zonder stem.
Aangezien zwanger worden ondanks elke nacht geslachtsverkeer na een jaar nog niet is gelukt, gaat de Kaiserin met haar voedster (Amme) naar de mensenwereld om een schaduw te kopen. Daar komt de vrouw van Barak in beeld, een jong meisje getrouwd met een veel oudere man in een huis met drie zich voortdurend misdragende broers. Zonder veel problemen kan ze worden overgehaald om te kiezen voor kinderloosheid in welvaart in ruil voor haar schaduw. De Kaiserin krijgt echter medelijden met Barak en zijn vrouw en kan zichzelf er niet toe brengen het plan door te zetten. Daardoor verandert de Kaiser in steen, zoals voorspeld.
De Kaiserin heeft een grote aria in de laatste akte waarin ze haar vader Keikobad toezingt en hem vertelt dat ze niet anders kan en niet anders wil, dan dat ze heeft gedaan: ‘Vater bist du es’. Door haar ervaringen in de mensenwereld is ze steeds meer gaan twijfelen, zozeer dat uiteindelijk ten overstaan van haar vader als een soort noodkreet klinkt: ‘Ich will nicht.’ Daarmee volgt ze haar ‘geweten’ of ‘moreel besef’, voor zover een half mens half fee wezen dat bezit. Feitelijk is ze al mens geworden en na die beproeving te hebben doorstaan laat haar vader Keikobad haar gaan en mag ze in vrede en vooral liefde leven met haar ontsteende Kaiser. Het is het melodieuze hoogtepunt van deze opera die verder niet de meest toegankelijke van Strauss’ werken is.
Albrechts avond
Muzikaal hebben Marc Albrecht en ‘zijn’ Nederlands Philharmonisch Orkest de meeste indruk op me gemaakt. Meer nog dan in andere opera’s van Strauss heeft het orkest een bepalende rol. Het draagt de opera, is de constante factor in een werk waarvan de verhaallijn soms alle kanten op lijkt te gaan. Maar dat is niet voldoende natuurlijk, het komt uiteindelijk op de verklanking van de partituur aan en daarin wist Albrecht zijn orkest tot grote hoogte te brengen. Donderende momenten, massale geluidswanden werden afgewisseld met uiterste subtiliteit waarin ook de individuele kwaliteiten van de musici mooi tot uitdrukking kwamen. Al met al was het vooral de avond van Albrecht en het NedPho.

Uitstekende zangers
Gelukkig stond er ook een uitstekende cast op het toneel. Uit de 25 stemmen die te horen waren maak ik een selectie, het gaat vooral op de hoofdrollen.
Allereerst de Kaiserin, mijn favoriete personage, overblijfsel uit de tijd dat dit de bijnaam van Cheryl Studer was. Daniela Köhler, winnares van het IVC in 2010, kon die vergelijking goed aan: mooie heldere stem met de vereiste vastheid in de hoogte. Haar vertolking van ‘Vater bist du es’ vond ik ontroerend mooi. Natuurlijk werd ik eerst geheel in de stemming gebracht door de inleidende vioolsolo, maar daarna moest Köhler het helemaal zelf waarmaken en daar slaagde ze wonderwel in. Tenor AJ Glueckert is een vaste waarde van Oper Frankfurt waar ik hem al meermalen heb gehoord. Hij zette een krachtige Kaiser op het toneel met zeer degelijke zang; de man stelt nooit teleur is mijn ervaring.

Bariton Josef Wagner was als Barak der Färber de lankmoedigheid zelve. Hij liep over van empathie, precies zoals het libretto voorschrijft en zijn warme volle stem maakte het gemakkelijk om in hem te geloven. Barak had die jonge bruid al meegekregen met een gebruiksaanwijzing en lijkt te wachten tot ze een beetje uit haar puberale kuren is gegroeid. Komt wel goed allemaal. Dat ze in werkelijkheid diepongelukkig is ontgaat hem en dat maakt haar woedend.

Verder zijn er natuurlijk nog die twee ‘onzingbare’ vrouwenrollen die voor rekening komen van de Amme en de Färberin. Je moet altijd maar hopen dat ze zich er doorheen kunnen slaan en hier en daar wat scherpe kantje kunnen gemakkelijk op het conto van hun karakter worden geschreven. Mezzo Michaela Schuster voldeed prima, zij het dat ze in de lagere passages een beetje wegviel. De hoge noten wist ze goed te halen en acterend kwam het overheersende gedrag van de voedster die haar ‘kind’ het liefste aan een halsband zou houden goed uit de verf. Schusters Amme was een beetje creepy en overtuigend in haar afkeer van het mensengeslacht. Ze heeft tot het uiterste geprobeerd haar opdracht te vervullen, maar wordt aan het eind afgedankt en veroordeeld tot een leven onder de mensen. En dat alleen omdat ze de mentale ommezwaai van haar meesteres niet kan volgen.
Sopraan Aušrinė Stundytė is een echt theaterdier en in dat opzicht is ze geknipt voor de rol van de jonge vrouw die zich opgesloten voelt in een uitzichtloos huwelijk. Ze slaat vocaal om zich heen en dan is enige schrilheid in de stem niet echt storend. Maar haar kijvende bijdragen in de eerste en tweede akte waren toch teveel precies dat: kijven. Pas in de derde akte klonk ze minder geforceerd maar daar heeft ze natuurlijk eindelijk wat langere zanglijnen van Straus gekregen. Eigenlijk heb ik nog nooit een echt melodieuze Färberin gehoord, zelfs niet na tien FroSch-producties en dat maakt het makkelijk om de minder fraaie momenten in Stundytes zang voor lief te nemen.
Vocaal opvallende bijdragen kwamen verder van bas-bariton Sam Carl als Der Geisterbote en mezzo Eva Kroon als Eine Stimme von oben.

Dierenkoppen
En dan de inbreng van Katie Mitchell. Ze heeft gebruik gemaakt van een passage in de derde akte om Keikobad een rol op het toneel te geven. Daarin maakt de Geisterbote aan de klagende Amme duidelijk dat het niet aan haar is om te oordelen over de wijze waarop Keikobad zijn dochter op de proef heeft willen stellen. De Amme heeft haar laten glippen toen ze zich veranderde in een gazelle, maar dat was gewoon een vooropgezet plan. Ze is er ingeluisd en wordt nu afgedankt. Keikobad is in Mitchells productie nadrukkelijk aanwezig en volgt alles op de voet in de gedaante van een mens met een hertenkop. Zijn gevolg bepaalt het verloop van de handeling. Dat zijn acteurs met dierenkoppen die voortdurend op knullige wijze alles en iedereen onder schot nemen met een pistooltje. Verder vertonen ze onnodig ruw gedrag. Na korte tijd begon Keikobads persoonlijke Gestapo me flink te storen. Het begon al met het zomaar afknallen van het huishoudelijk personeel nadat de Kaiserin en de Amme naar de aarde waren afgedaald.

Echo apparaat
Met getrokken pistool wordt huize Barak binnen gevallen. Hij is een drugdealer en op de achtergrond zijn de drie broers bezig in een drugslab. Baraks vrouw wordt bedreigd met een pistool, tekent een contract waarin, naar later blijkt, staat dat ze haar eitjes moet afstaan aan de Kaiserin. Metaforen voor onvruchtbaarheid zijn aan Michell niet besteed. Bij voortduring wordt er een echo apparaat het toneel opgereden en worden beide vrouwen (Baraks vrouw natuurlijk onder bedreiging) onderzocht. De tweede akte besluit met het weghalen van een deel van de eitjes bij de Färberin die direct worden ingeplant bij de Kaiserin. En wonder boven wonder zijn beide vrouwen aan het slot van de opera (weer een echo) spontaan zwanger geworden. En om het einde niet al te vrolijk te maken worden de Amme en de drie broers nog even afgeknald.

Irritant en vervelend
De enorme inbreuken die op het stuk werden gepleegd werkten bij mij averechts. Aanvankelijk vond ik het onnodig, daarna storend en uiteindelijk irritant en ronduit vervelend. Als het ooit de bedoeling is geweest de handeling minder ongerijmd te maken dan is Mitchell in die opzet beslist niet geslaagd.
Het decor in verschillende niveaus (ontworpen door Naomi Dawson) zag er prachtig uit, mooie overgangen tussen de verschillende werelden. Ook de kostumering, eveneens van Naomi Dawson, was goed verzorg. Maar voorlopig hoef ik geen echo apparaat op het toneel meer te zien.
Verder kijken, luisteren en lezen
Marc Albrecht over Die Frau ohne Schatten.
Video over de hoeden en maskers in Die Frau ohne Schatten.
Lennaert van Anken over zijn favoriete opnames van Die Frau ohne Schatten.
François van den Anker over Die Frau ohne Schatten in de ZaterdagMatinee in 2013.