Elena Stikhina fenomenale Tosca
Diep boog Elena Stikhina op het voortoneel, zij knielde zelfs in dankhouding voor het aanstormende gejuich vanuit de stampvolle zaal van De Nationale Opera en Ballet tijdens het slotapplaus van Puccini’s Tosca. Daarin zong en acteerde zij op fenomenale wijze woensdagavond de titelrol.

Het betrof weliswaar een herneming van de overweldigende productie uit 2022, maar met een nieuwe Tosca en met Nathalie Stutzmann als nieuwe dirigent, kreeg de reprise de spanning van een verse productie, puntgaaf ingestudeerd door Astrid van den Akker. Mogelijk bracht Barrie Kosky als oorspronkelijke regisseur een finishing touch aan; hij deelde in het slotapplaus.
Ook al kon je aan het krachtige en kleurrijke spel van het Nederlands Philharmonisch Orkest horen dat het dna van de vorige dirigent, toen NedPhO-chef Lorenzo Viotti, nog in de expressie verweven zat, toch bracht Stutzmann een eigen toon aan in het orkestrale deel van het liefdesdrama dat zich rond Tosca afspeelt.
Zij haakte duidelijk aan bij de rauwe, gewelddadige regie van Kosky. De forte uitbarstingen die Puccini optekende in de karakterisering van de brute politiechef Scarpia, werden door Stutzmann met de grootst mogelijke accenten gerealiseerd, feller dan ik mij van de uitwerking door Viotti kon herinneren.
Vooral in de scènes van het tweede bedrijf kwam de bruutheid van Scarpia op stuitende wijze tot uitdrukking. Zeker ook door de intensiteit waarmee de bas Gevorg Hakobyan de herneming van zijn rol tot leven bracht, aangevuurd door Stutzmann en het orkest. Alleen al door zijn fysieke uiterlijk (een gespierde maffiabaas in een strak shirt), maar vooral door zijn enorme volume en kleuring van zijn geile emoties.

Actualiteit
Eén zin uit zijn betoog schokte mij, juist vanwege de actualiteit van aanrandingen en zelfs moord op vrouwen: ‘Krachtiger smaakt de gewelddadige verovering dan de honingzoete instemming….hunkeren, ik jaag het voorwerp van hunkering na…’ Was het ten tijde van het ontstaan van deze opera (1900) niet anders dat de librettisten Giacoso en Illica zo’n tekst konden schrijven? Recht voor zijn raap spoot Hakobyan deze ontboezeming de zaal in.
De wijze waarop Stikhina (in fel rode jurk) de bruutheid pareerde, was indrukwekkend. Met haar grote, vol-dramatische stem verbeeldde zij de hulpeloze positie waarin zij verkeert, op ontroerende wijze. Hoe mooi vloeide haar legendarische aria eruit voort: ‘Vissi d’arte, vissi d’amore…’, met een tedere omspeling door klarinettist Rick Huls.
Buitengewoon fraai klonk in het eerste bedrijf de uitwerking van de liefdes dialogen tussen Tosca en haar geliefde schilder Mario Cavaradossi. Er ontspon zich een intiem discours dat Elena Stikhina met een op parlando lijkende tekstvoordracht uitwerkte, waarbij Stutzmann met een verrassend lichtvoetige orkestrale inkleuring zorgde voor echte intimiteit ondanks het enorme, vrijwel lege toneel waarin Barrie Kosky het liefdesspel situeerde.

Wrede verbeelding
Ook in de herneming de rol van Cavaradossi door Joshua Guerrero. Een tenor met een overgrote kracht in zijn stem, tikje schreeuwerig naar mijn smaak, heel geschikt als een joviaal overkomende beeldend kunstenaar die zijn hartstochten vóór op de tong heeft liggen. Het noodlot treft hem doordat hij verdacht wordt van hulp aan een ontsnapte gevangene, de politicus Cesare Angelotti (bas-bariton Sam Carl nieuw in de rol), gezocht door Scarpia. Deerniswekkend is de situatie waarin Cavaradossi terecht komt in de martelkelder van Scarpia en diens gewelddadige handlangers. Regisseur Kosky spaarde het bloed niet, noch de verminking van Cavaradossi’s rechterhand (zijn essentiële schildershand) om de wreedheid uit te beelden. Scarpia telde de kootjes van de afgehakte vingers die hem werden aangereikt!

Geen wonder dat er voor Tosca maar één uitweg blijft: het vermoorden van Scarpia. Ook hier gaf de regie een schokkende vorm aan doordat Tosca een mes uit een messenblok van de muur rukt en met heftige slagen op Scarpia inbeukt. Wat een thriller! Temeer daar het hele tweede bedrijf zich afspeelt in een witte, toneel brede keuken, met een glanzende designbar als kantoor van de politiechef. Daar onderhandelt Tosca over de vrijlating van haar geliefde en een vrijgeleide. Uiteindelijk wordt zij bedrogen. Het was een navrante affaire in de stalen gevangenis waar Tosca de toegetakelde Cavaradossi (zijn ‘E lucevan le stelle’ was smartelijk expressief) terugvond en zij getuige was van een executie die toch echt bleek. Haar zelfmoord-sprong uit een hoog toneelgat zag er net zo klungelig uit als twee jaar geleden.

Blauwe jurk
Ook voor de kerkscène (eerste bedrijf) schoof Kosky alle iconografie op zij. Geen Maria-beeld maar een enorm boeket op het voortoneel waar Tosca (in een blauwe jurk ontworpen door Klaus Bruns) haar gebed komt doen. Een schildersezel en een roltafel met verfbenodigdheden het andere decorstuk in de verder lege ruimte. Door de uitgekiende regie bleef je als toeschouwer gespannen kijken en luisteren. Wel gehandhaafd de dravende koster. Bariton Tomeu Biblioni, nieuw in de rol, zong zijn Angelus-gebed met zoet devote stem, zijdezacht begeleid vanuit de orkestbak. Uiteraard was er ook een uitzinnig rondspringend/zingend kinderkoor (Nieuw Amsterdams Kinderkoor als voorheen) uitgemonsterd als misdienaars.

Zij deelden met het Operakoor (ingestudeerd door Edward Ananian-Cooper) in de jubelzang ‘Te Deum laudamus’ om een politieke overwinning te vieren. Kosky bedacht met zijn decorontwerper Rufus Didwiszus een enorme kleurrijke achterwand, toneelruimte hoog, een triptiek, waar in uitsparingen gezichten van koorzangers. Met ook nog terzijde opgestelde zangers. Bovendien schoof de muur van geluid richting podiumrand, waardoor het publiek overspoeld werd. Voeg daarbij de krachtdadige klanken uit de orkestbak (met een daverend orgel in de bas), waardoor deze scène onvergetelijk uniek kan worden genoemd.

Elena Stikhina zingt haar partij in de uitvoeringen van 6, 9, 12, 15 en 23 september. Op 18, 21 en 25 september staat Natalya Romaniw op de bühne als Tosca. De overige rollen dubbelen niet. Op zaterdagavond 20 september is Tosca te beluisteren op NPO Klassiek.
Verder kijken, luisteren en lezen
Elena Stikhina zingt Vissi d’arte.
Elena Stikhina en Joshua Guerrero schitterden in Il Trititico bij De Nationale Opera.