Shawky’s Drama 1882 opera van het jaar?
Arabische geschiedenis bezien door opera-ogen. Naief, weemoedig, kinderlijk. Maar dus juist niet kinderachtig.

Is ‘Drama 1882′ de mooiste opera van het jaar? Officieel is het een beeldende kunstinstallatie. Nu te zien in het Stedelijk Museum. Het is een drie kwartier durende video van een muziektheaterstuk. ‘Drama 1882’ van beeldend kunstenaar Wael Shawky was de Egyptische inzending voor de Biënnale van Venetië 2024. Het werk maakte diepe indruk. Zozeer dat het Stedelijk Museum Amsterdam, het Centraal Museum Utrecht en het Bonnefantenmuseum Maastricht het gezamenlijk aankochten.
‘Drama 1882’ gaat over de jaren 1879 tot 1882, toen in Egypte een opstand gaande was tegen de buitenlandse inmenging in het land. Hoofdfiguren zijn de Khedive (officieel Ottomaanse gouverneur maar in feite koning van Egypte) Tewfik Pasha, premier en tevens leider van de revolte Ahmed ‘Urabi Pasha en de Britse vlootadmiraal Beachamp Seymour die zijn wil oplegde door Alexandrië te bombarderen, en verder allerlei spionnen, intriganten, Franse, Italiaanse, Russische en Maltese gezanten. Ferdinand de Lesseps, de ingenieur van het Suezkanaal, is ook even te zien. Het kanaal was in 1869 voltooid en ongetwijfeld een reden te meer voor buitenlandse bemoeienis.

Absurdistisch
Het concept is super-Brechtiaans-vervreemdend. De muziek is geënt op de muziekstijl van operettes en cabarets die in de vorige eeuw in Cairo, Alexandrië en Beirut en Cairo werden opgevoerd. Een piano speelt een dominante rol, voor het overige horen we ook een ud en andere Arabische instrumenten, naast de zang van de solozangers en een koor. In contrast met de dramatische gebeurtenissen, heeft de muziek een schijnbaar lichte toon. Al die vreselijke dingen die de personages elkaar aandoen worden juist schijnbaar licht verwoord en verklankt, wat het geheel iets aandoenlijks geeft en iets absurdistisch.
Een deel van de zangers is getraind in Arabische of Westerse zangstijl, een ander deel is amateur. Die combinatie draagt bij aan de absurdistische sfeer. Daar dragen de bewegingen van de personages ook aan bij. Bewust schijnbaar stuntelig soms, maar als je vervolgens ziet dat die stunteligheid soms door een hele groep van tien soldaten of ‘burgers’ spatgelijk wordt uitgevoerd dan is duidelijk dat alles precies bedacht en geregisseerd is en dat niets aan het toeval is overgelaten. Die schijn-naïviteit laat het absurde en schrijnende van de historische gebeurtenissen des te prangender naar voren komen.
Decor
En dan de decors, een impressies van de contouren van Cairo en Alexandrië, uitgevoerd in een aan de vroeg-Expressionistische film ontleende stijl, maar dan vrolijk pastelkleurig in plaats van het sombere zwart-grijs van Das Cabinet des Dr. Caligari.

Er was een paar jaar geleden een voorstelling van hem te zien in het Holland Festival, een onderdeel van zijn opera’s over de Kruistochten, naar het boek van Amin Maalouf Les Croisades vues par les Arabes, en in dit geval naar het Chanson de Roland.* Dat was toen ‘live’ met de zangers van een traditionele Parelvissersmuziek uit Bahrain temidden van een decor dat de Levant moest voorstellen, dus net als nu ‘vervreemdend’ doordat de uitvoerenden juist niet de Arabieren die toen de Kruistochten meemaakten voorstellen.
En hij was ook onderdeel van een door curator Nat Muller samengestelde groepstentoonstelling in Eye, waarin hij een film vertoonde van magische rituelen uit een Nijl-dorp in Zuid Egypte, ge-herensceneerd met kinderen als acteur die bloedserieus volwassenen spelen, met opgeplakte snorren en al, ook weer dat aandoenlijke en vervreemdende tegelijk; hij verzachtte hij de hardheid van volwassenen, en verhardde hij de zachtheid van kinderen. In alle gevallen ook die combinatie van aandoenlijkheid en absurdism.
Maquette
In 2006, toen hij een opkomend kunstenaar was, had ik van hem in de Townhouse in Cairo al een opvallend video gezien, ‘Al Aqsa Park’, waarin hij op een ronddraaiende gyroscoop een maquette had bevestigd van de Jeruzalemse Rotskoepelmoskee (die vaak met de eigenlijke Al Aqsa moskee wordt verward en symbool is geworden van Palestijns verzet). Waarbij de toeschouwer dus zelf allerlei associaties kan bedenken.

Shawky gebruikt historische feiten uit de Arabische geschiedenis en rituelen om ze vervolgens in een schijnbaar lichte, maar daardoor des te dramatischer, absurdistische en/of magische context te plaatsen.
Net zo mooi was zijn installatie tijdens de eerste Islamitische Biennale in Jeddah gebaseerd op herinneringen uit zijn kindertijd toen hij met zijn vader de Hajj naar Mekka en Medina deed. De belevenis door kinderogen gezien, wat het tegelijkertijd intenser maakt en tegelijkertijd relativeert; inclusief de religie zelf misschien – maar dat wordt uitdrukkelijk in het midden gelaten.
Een ander beroemd werk van Shawky was de film Cabaret Crusades (2015), waarin geglasblaasde poppen het verhaal van de kruistochten verbeeldden in Arabisch perspectief, zoals door Amin Maalouf beschreven. (Hem kennen we trouwens ook vanwege zijn libretto’s voor Kaija Saariaho’s L’Amour de loin en Adriana Mater.) Die twee uur durende film was daardoor ook zo’n wonderlijke combinatie tussen de fantasie met de poppend en de werkelijke gebeurtenissen.

Geweld
En ook nu weer verhaalt Drama 1882 op bloedig geweld, onderlinge vetes en politiek gekonkel, met gespeelde en geregisseerde naïviteit, een kinderlijke blik van de personages en bij de toeschouwer, die je verwonderd en verbijsterd achterlaat.
In Venetië dromde het publiek samen om dit werk zien. In het Stedelijk Museum Amsterdam bleven bezoekers de volle drie kwartier kijken.
‘Drama 1882’ is ook uitermate geschikt voor kinderen. Als opera, omdat die, anders dan zoveel ‘opera voor kinderen’, absoluut niet kinderachtig is. Ik kan me nauwelijks een betere introductie voorstellen voor opera, én voor beeldende kunst, én voor de koloniale en kolonialistische geschiedenis. Je zou willen dat veel schoolklassen naar dit werk komen kijken.
‘Urabi werd na zijn déconfiture, met hulp van de Britten, verbannen naar Ceylon/Sri Lanka, en dus wonderwel niet geëxecuteerd, en later mocht hij naar Egypte terugkeren, om er te sterven in 1911. Toen de Britten in 1956, na de Suezcrisis (waarin de Britten samen met de Fransen aanvielen) het land definitief verlieten, werden in Cairo, Alexandrië en elders straten, pleinen en metrostations naar hem vernoemde. En ja, als er één personage in deze opera overeind blijft, is dat, naast het volk dat alle malversaties moet ondergaan, ‘Urabi, de eerste hooggeplaatste Egyptenaar trouwens die niet uit de traditionele aristocratie voortkwam.
‘Drama 1882’ is nog te zien tm 26 oktober in het Stedelijk Museum in Amsterdam.
Verder kijken, luisteren en lezen
*Franz Straatman was in 2017 niet overtuigd van La Chanson de Ronald