Geniet in Godo, I Grotteschi, in de Munt
Godo; Ik geniet of ik kom? Monteverdi als spiegel van de menselijke natuur
De voorstelling I Grotteschi door de Munt Opera wordt in de twee delen op verschillende avonden in Brussel opgevoerd. De premiere van deel II, Godo vond plaats op zondag 13 april 2025.
Na eerdere genre-overschrijdende projecten als Trilogia Mozart Da Ponte (2020), het majestueuze Bastarda (2023) en het recente Rivoluzione e Nostalgia (2024), trekt de Munt de experimenteerdrift van de afgelopen jaren overtuigend door. I Grotteschi is niet simpel een pasticcio – het is een nieuwe vertelling, een compositorisch en dramaturgisch herschreven verhaal, opgebouwd uit de drie Monteverdi-opera’s (L’Orfeo, Il ritorno d’Ulisse in patria en L’incoronazione di Poppea), gelardeerd met fragmenten uit diens Madrigali. Dat betekent heel veel muziek, verhaal en personages, maar daar neemt regisseur Rafael R. Villalobos dan ook ruim de tijd voor, ongeveer 6 uur.

De kiem voor dit I Grotteschi project werd gelegd tijdens een bezoek van de bijna vertrekkende directeur van de Munt Brussel, Peter de Caluwe en regisseur Rafael R. Villalobos aan de ruïnes van de Domus Aurea. Het is een met ‘Grotesken’ beschilderd paleis van keizer Nero in Rome. De beeldentaal daar werd de motor van het creatieve proces: grotesken als theatrale figuren die meerduidig zijn, samengestelde karakters waarin diverse emoties, generaties en sociale lagen samenkomen. De Caluwe had in Nederland met Pierre Audi in 2007 natuurlijk al alle planning en casting gedaan voor de Monteverdi-cyclus die de toenmalige Nederlandse Opera uitvoerde in 1990 tot en met 2007 en die als hele cyclus van augustus tot en met oktober 2007 te zien was. Dat is te merken want de hele cast is van een zeer hoog niveau*.
Bekende personages
Ook in dit deel blijven de twaalf personages en het niet heel duidelijke scenisch verhaal een taaie materie. Het gaat waarschijnlijk voor bezoekers die de eerste dag ook bij Miro waren soepeler. Niet alleen zijn veel bezoekers nu in deel twee al bekend met de personages, ook is er wat meer actie, zijn de introducties korter en volgens mij de scenes ook. Maar ook in de pauze van dit tweede deel zie ik in de foyer en zaal een heel aantal mensen naarstig de inhoud op hun mobiel doornamen. Het is pittig om het allemaal op een rijtje te hebben. Dat ligt niet aan de muziek en de prima zangers. De muziek is levendig, haast theatraal en sluit op zichzelf naadloos aan bij de beeldtaal van Villalobos. Na zijn debuut in De Munt in 2021 bewijst Villalobos zich ook hier als een regisseur met visie én gevoel voor nuance. Bij het andere grote Belgisch operagezelschap Opera Ballet Vlaanderen zag ik in augustus 2024 zijn erg geslaagde en gelaagde Iphigénie en Tauride**, gesitueerd in een gebombardeerd Marioepol theater; een bijzondere vondst en één die naadloos aansloot bij de muziek van Gluck.
Design paleis
Ook dit maal is er een bijzondere situering. Het decor – een roterende flat van twee driehoeken- maakt dat de twee verdiepingen kunnen schuiven. Mij drong zich een vergelijk met het Rietveld Schröder huis in Utrecht op, maar dat is vast toeval. De op elkaar gestapelde ruimtes lijken uit een nachtmerrie van Corragio of een waan van Melancolia te komen. Scenograaf Emanuele Sinisi (die samen met Villalobos ook het kostuum ontwerp verzorgde) construeert decors die ook gezien kunnen worden als een visuele metafoor voor de mentale ruimtes waarin de personages gevangen zitten: spiegelpaleizen, onderaardse vertrekken, eindeloze trappen, ziekenhuis, badkamer, flarden van herinnering. Toch is dit voor de zangers niet altijd fijn. Boven is de akoestiek echt hoorbaar slechter en kennelijk hoor je boven ook niet aldoor helemaal het orkest even goed. Een jonge solist had daar eenmaal duidelijk hoorbaar problemen door. Ze kon de toon niet goed vinden. Ik ga er helemaal van uit dat dat door de akoestiek kwam en noem daarom geen namen. Voordeel van het decor was hoorbaar op een heel ander moment toen Stefanie d’Outrect na de herkenningsscene met Corraggio al zingend wegdraaide, dat was heel mooi en had ook wel vaker gemogen. Maar waarom op dat moment Esperienza een groene pinguïn in bed legt en even daarvoor op het levenloze lichaam van Melancolia ‘reed’ begreep ik pas toen ik het boekje las. Dat van de rijden dan (ze was altijd al verliefd op Melancolia), dat van die groene pinguïn weet ik liever niet want pinguïns staan symbool voor trouw en dat zou betekenen dat Capriccio en Privilegio ergens in de bloedband aan het voortplanten zijn. I Grotteschi zou daarmee een hele Wagners Ring-achtig vorm aannemen.

Geweld en Genieten
We gaan verder in deel twee met hetzelfde decor en hetzelfde ‘zooitje ongeregeld’ aan personages in het rijke huis: de dode filosoof Sapienza wordt onteerd, minnaars tracht men te doden en de grootvader Melancolia hangt Orpheus uit en wordt van de trap geduwd. Privilegio kust de dode Sapienza, viert feest met tuinman Giudizio en ze gebruiken coke. Efebe Capriccio filosofeert in de tuin, tot hij neergestoken wordt. Impazienza veinst verliefdheid voor Constanza, die op haar beurt de vrouw misbruikt en voorstelt haar zus te vermoorden. Men handelt uit jaloezie, verkleedt zich, faalt, en beschuldigt vrolijk aldoor een ander. De tuinman is compleet van het padje en de moeder van de dienstmeisjes, Esperienza, barst op het eind in waanzin los met een levenslang geheim; ze had altijd een zwak voor Melancolia. Ondertussen herrijst Coraggio uit zijn coma alsof het niets is, oh nee, hij werd door Carita, de vrouw van de tuinman altijd gedrogeerd. Of ze deed alsof ze een godin was; aan ons de keuze wat we geloofwaardiger vinden.
Efebe
In het klassieke Athene werd de efebe (jonge man van circa 18-20 jaar) soms betrokken in pedagogisch-erotische relaties met oudere mannen, zogeheten erastes-eromenos relaties. Dit had een sociale en educatieve functie binnen de elitecultuur. De oudere man, hier filosoof Sapienza, de erastes was mentor, terwijl de jongere (Capriccio, eromenos, efebe) bewondering en gehoorzaamheid toonde. De relaties waren sterk gereguleerd en draaiden niet primair om seks, maar veeleer om opvoeding, doorgeven van de norm, status en de overgang naar volwassenheid. Veel kunst, en met name de vazen van ‘ de Andokides-schilder’, beeldt deze dynamiek idealiserend uit.

De afkeer van Sapienza van zijn leraar, filosoof in het eerste deel, is een normale stap op weg naar volwassenheid. In I Grotteski leidt de dood van Sapienza echter tot de chaos in dit tweede deel; vervaging van de norm en de dood van de Capriccio. De rede is nu nog de heersende norm. De boeken staan in de bibliotheek met de Le Corbusier ligstoel en de filosoof Sapienza geeft de heersende norm weer. ‘Ik kijk gericht’ bepaalde de heersende norm in het eerste deel. Nu is de bibliotheek leeg en liggen als bij een boekverbranding de boeken op stapels.
‘Pur ti miro, pur ti godo’
Wat in deze opera bloedmooi en recht overeind staat als “piece de resistance” is het betoverende slotduet tussen Fortuna en Virtù. Dus een duet tussen de vrouw èn de lover of misschien wel de toekomstige vrouw van Privilegio. Is het bedoeld als een zangwedstrijd waarin wie het best haar liefde over brengt Privilegio krijgt? In ieder geval is het een prachtige en nieuwe opvatting van dit duet, wat ook zeker een nieuw dimensie toevoegd. Zingen de dames naar elkaar? En is dat als concurrenten of als partners? Zingen ze misschien, zoals Privilegio het vraagt, beiden naar Privilegio als louter viering van de liefde omdat begeren het enige en hoogste goed nog is?

Godo = ‘Ik kom klaar’?
De provocerende titel van het tweede deel is Godo. Het woord ‘Godo’ komt van het werkwoord ‘godere’ en laat zich vertalen als ’ik geniet’ of ‘ik kom (klaar)’, best expliciet dus. En die titel staat tegenover de naam van het eerste deel Miro, wat zich laat vertalen vanuit het werkwoord ‘mirare’ als gericht kijken.
Spiegelkabinet
I Grotteschi is als een spiegelkabinet in operavorm. Door vervormde reflecties van de werkelijkheid raken bezoekers gedesoriënteerd, wat uitnodigt tot introspectie over (zelf)beeld en perceptie. De chaos is echter vrij groot en de taal van de opera is behoorlijk intellectueel, waardoor die uitnodiging niet altijd aankomt. Veel bezoekers zoeken houvast in een verhaal, iets om zich aan vast te klampen. Gelukkig biedt de uitstekende muziek, samen met de krachtige zang en het sterke orkest genoeg om dat gevoel van ronddobberen grotendeels te verhelpen. Zo ontvouwt het spiegelkabinet zich als een familiekroniek waarin goden, mensen en illusies door elkaar heen leven. De oorspronkelijke mythes worden omgesmeed tot een psychologische allegorie. Het draait in deel één om ‘gericht kijken’ en in deel twee om ‘begeren’ – thema’s die ook bij Monteverdi centraal staan, maar die hier worden uitvergroot tot groteske proporties waarin alles en iedereen wordt bevraagd.
Live uitzending op Musiq3 en Auvio
17.4.2025 (19:00) – Deel I, Miro
29.4.2025 (19:00) – Deel II, Godo
Uitzending op Klara
7.6.2025 (20:00) – Deel I, Miro
14.6.2025 (20:00) – Deel II, Godo
Verder kijken, luisteren en lezen
Video over het maakproces van I Grotteschi.
*In de recensie van deel I, Miro, wordt de cast van I Grotteschi uitvoerig besproken.
De Nederlandse Reisopera brengt Monteverdi’s L’incoronazione di Poppea.
**Monique ten Boske over Iphigéni en Tauride, geregisseerd door Rafael R. Villalobos.