BinnenkortBuitenlandFeaturedHeadlineOperarecensieRecensies

Ontsnapt Louise (n)ooit aan thuis?

Ook dit jaar bezoeken recensenten van Place de l’Opera weer festivals. Monique ten Boske bezoekt in totaal vier producties in het Festival d’Aix-en-Provence 2025, waarvan Louise van Gustav Charpentier de eerste is.

Gustave Charpentiers opera Louise uit het jaar 1900 is een voorbeeld van sociaal geëngageerd muziektheater. Op het Festival d’Aix-en-Provence 2025 is deze opera, in de regie van Christof Loy, in het deels openlucht theater l’Archevêché te zien.

Théâtre de l’Archevêché Festival d’Aix-en-Provence 2024 © Vincent Beaume

Een opera en setting die zowel intiem als groots aanvoelt. De opera speelt zich niet af in de straten van Parijs, in het naaiatelier waar Louise zou werken, noch in het ouderlijk huis of op een balkon. Wèl zien we een soort hal of wachtruimte van een ziekenhuis voor geesteszieken. “Daar gaan we weer”, denken sommige operaliefhebbers die dit lezen. Maar het is een prachtig- sober vormgegeven- ruimte door Etienne Pluss met zeer mooie en effectieve kostuums van Robby Duiveman die jarenlang hoofd van de kostuum- make up, pruiken en hoedenafdeling was bij De Nationale Opera en Ballet.

Scènefoto Louise in Aix-en-Provence. Foto: © Monika Rittershaus

Onbekende opera

Charpentier, opgegroeid in bescheiden omstandigheden in het Lotharingse Dieuze, bracht zijn persoonlijke ervaringen rechtstreeks over in deze partituur. Hij schreef niet alleen de muziek, maar ook het libretto – in de taal van het straatvolk – waarmee hij de realiteit van het Parijse arbeidersmilieu rauw en ongekunsteld op het toneel bracht. Zijn Louise is een jonge naaister die zich ontworstelt aan de beklemming van haar ouders om samen te leven met Julien, een bohémien dichter op Montmartre. Christof Loy maakt daar een toch wel hele eigen versie van die mij toch wel erg deed denken aan de trend momenteel om alles in een droom of een gesticht te laten afspelen, met in dit geval een ruime parallel met de Rigoletto van Michieletto die vorig jaar nog bij Nationale Opera en Ballet in Nederland te zien was.

Waarheen

Loy’s regie interpreteert de vlucht van Louise naar Parijs niet als triomfantelijke bevrijding, maar als mentale projectie. De opera eindigt donker; Louise zit waarschijnlijk voor eeuwig vast in haar geest, mogelijk in het psychiatrisch ziekenhuis en in ieder geval gevangen in de traumatische kooi van haar vreselijke jeugd van langdurige incest door de vader met toestemming en medeweten van de moeder.

Scènefoto Louise in Aix-en-Provence met in het midden Elsa Dreisig als Louise. Foto: © Monika Rittershaus

De opera vangt aan, nog voor de muziek begint, met Louise die zelf het huwelijksaanzoek schrijft van Julien, gericht aan haar ouders, de liefde die ze in deze versie verzint. Montmartre wordt geen echt oord van vrijheid, maar een construct van hoop, een thema wat binnenkort in Salzburg in de opera de drie Zussen hopelijk meer en beter uitgewerkt wordt. We zien expliciet het misbruik van de vader en het lijkt of Louise in de eerste akte daarmee akkoord gaat wat bij het Stockholm-syndroom zou kunnen horen. Dat verklaart  ook dat Louise -na haar eerste seksuele fantasie met Julien – de prachtige ‘Depuis le jour’ aria, zelf agressor wordt. Moeder komt haar ‘terughalen naar huis’. Daar bespringt Louise haar vader als ware hij een jonge minnaar. De man begrijpt dat het spel uit is en er volgt lichamelijk geweld. Louise springt uit het raam waarmee de opera begint; , mogelijk is dat ‘werkelijk’ gebeurd.  De laatste scene lijkt namelijk op de eerste, maar nu zitten moeder en vader op de bank en komt Louise uit een dokters kamer en kijken dokter en vader elkaar veelbetekenend aan.

Scènefoto Louise in Aix-en-Provence met links Sophie Koch als de moeder, in het midden Elsa Dreisig als Louise en rechts Nicolas Courjal als de vader. Foto: © Monika Rittershaus

Incest en Stockholm-syndroom

In het geval van incest kan het Stockholm-syndroom optreden wanneer het slachtoffer (de jonge Louise) emotioneel afhankelijk wordt van de pleger (de vader) en een band ontwikkelt uit overlevingsdrang. De dader oefent als vertrouwd familielid macht en controle uit, terwijl hij ook zorgt of genegenheid toont. Dat kan leiden tot verwarring, schuldgevoelens en zelfs loyaliteit bij het slachtoffer. Deze dynamiek maakt het moeilijk voor slachtoffers om de situatie te herkennen als misbruik, hulp te zoeken of zich los te maken. Het Stockholm-syndroom verklaart deels waarom sommigen hun misbruiker beschermen of jaren zwijgen.

Binnen het festivalthema van transformatie en emancipatie is Louise een intrigerende keuze, al gaat deze opera in de huidige context niet langer over wat Charpentier destijds voor ogen had. Hoe geëmancipeerd deze enscenering werkelijk is, valt te betwijfelen. Want incest is geen symbolisch conflict, maar een strafbaar feit — artikel 249 van het Nederlandse Wetboek van Strafrecht stelt daar zes jaar gevangenisstraf op, ook voor een eventueel medeplichtige (een derde strafvermindering) of medeplegende ouder zoals in dit geval de moeder. Wat zich hier aftekent, gaat dan ook verder dan het alledaagse losmakingsproces van een pubermeisje uit de greep van haar ouders, hoe boosaardig Montmartre destijds ook werd voorgesteld. We zien veeleer een psychologische wurggreep waarin Louise gevangen zit, met sporen van het Stockholm-syndroom en een verstoorde verhouding tot seksualiteit, loyaliteit en vrijheid.

Elsa Dreisig als Louise. Foto: © Monika Rittershaus

Is dit nog het portret van een jonge vrouw die zich emancipeert of toont Loy een beklemmend labyrint van misbruik vermomd als coming-of-age? En als dat laatste, dragen we dan bij aan inzicht en heling — of herhalen we, onder het mom van kunst, een trauma dat zich nauwelijks laat sublimeren? Wat betekent “bevrijding” in zo’n context? Misschien is het geen bevrijding, maar een vorm van gevangenschap die zich herhaalt. En de vraag blijft: leren we daar als samenleving eigenlijk iets van?

Genuanceerde expressie

Hoofdrol zangeres Elsa Dreisig (Louise) schittert in de titelrol met genuanceerde expressie en zangtechnisch meesterschap. Er moet nogal wat geacteerd worden en dat gaat haar goed en makkelijk af. Adam Smith (Julien) en Sophie Koch en Nicolas Courjal als haar ouders, gaven sterke vocale en theatrale tegenpartijen. Van Sophie Koch ben ik al jaren fan en hoewel deze moeder wel erg eendimensionaal werd geïnterpreteerd door Loy, was haar acteerwerk na een wat stugge start prima. Er is een hele lijst van zangers die vaak ook nog dubbel rollen vervullen, heel prima en soms zijn ze bijna onherkenbaar in hun nieuwe rol. Natuurlijk was er het koor van de Opera van Lyon Verder was het leuk om Alexander de Jong samen met Filipp Varik van de Lyon Opera studio in deze productie te zien. Prima gezongen en dito geacteerd. De heren doen festival ervaring op, Aix biedt plaats aan aanstormend talent. Jammer genoeg moest Roberta Alexander afzeggen, ze was vreselijk verkouden en dat werd steeds erger, in haar plaats maakte Annick Massis een hele gedegen theatrale première op het festival. Dirigent Giacomo Sagripanti leidde het Orchestre de l’Opéra de Lyon.

Elsa Dreisig als Louise en op de voorgrond Sophie Koch als de moeder en Nicolas Courjal als de vader.Foto: © Monika Rittershaus

 

De muziek van Louise bevindt zich stilistisch tussen het naturalisme van Massenet en de atmosferische gevoeligheid van Debussy. Charpentier gebruikt geheugenmotieven à la Puccini, maar met een grilliger syntaxis, die juist door zijn imperfectie ontroert. Misschien niet meest expressieve vertolking maar chapeau, want met de hoge temperaturen in de bak is het niet makkelijk spelen. Het spel ondersteunde koor en zangers heel goed.

Louise is nog te zien op 11 en 13 juli in het Festival.

Uitzending op Arte op 12 juli en op 14 juli om 20.00 uur op France Musique.

Verder kijken, lezen en luisteren

Elsa Dreisig zingt ‘Depuis le jour’

Interview met Christof Loy over Louise.

Monique ten Boske over het eerbetoon aan Pierre Audi in Aix-en-Provence.

Vorig artikel

Asmik Grigorian diep ontroerende Rusalka

Volgend artikel

Twee wereldpremières in Aix: top en flop.

De auteur

Monique ten Boske

Monique ten Boske