Bartoli en Lang Lang: de kracht van zacht
Vrijdagavond 14 november beleefde het publiek een prachtige avond in de Grote Zaal van het bomvolle Concertgebouw. Het betrof een bijzonder concert van twee grootmeesters in de muziek; mezzosopraan Cecilia Bartoli en pianist Lang Lang.

Volle zaal
Het Concertgebouw met zijn vermaarde akoestiek en klassieke grandeur, vormde een bijna ceremonieel decor voor een avond waarop stem en piano elkaar omarmden. De zaal was tot de rand gevuld; zelfs de plekken rond en voor het orgel en in de zijvleugels waren benut. Op Ticketswap wisselden meer dan veertig kaarten van eigenaar. En wat effectief blijkt bij zo’n volle zaal de verbouwing, waarbij het publiek zo soepel doorstroomde omdat de voorzijde naar het Museumplein is geopende, alsof het gebouw zelf de toestroom dirigeerde.
Bij aanvang hing er een geladen stilte. De zaal was dieper verduisterd dan gebruikelijk: de glanzende lambriseringen lichtten op als stille getuigen, de namen van componisten langs de wanden leken haast te ademen in het zachte schijnsel. De kroonluchters waren tot hun zachtste gloed teruggebracht, terwijl helder licht zangeres en pianist omsloten als een intieme cirkel. Lang Lang verscheen in een perfect gesneden zwart ensemble, sober, modern, monochroom, dat zijn silhouet strak en sculpturaal deed ogen. Een mooi contrast met zijn zeer vloeiende verleidende karakteristieke handbewegingen.
Bartoli droeg een smaragdgroene avondjurk van glanzend satijn, met een licht transparante voile die vanuit de schouder als een zachte waaier haar schouder en bovenarm bedekte. Haar diamanten collier, armband en vermoedelijke oorbellen vormden een subtiel sprankelend tegenlicht, theatraal maar verfijnd, alsof elk facet een eigen miniatuurspot ving.

Arie Antiche
Het concert ving aan met de bekende Arie antiche. Bartoli zingt er vijf. Ze staan allemaal op de CD met dezelfde naam die ze in 1992 voor Decca opnam, met György Fischer als begeleider. Een feest van herkenning voor de fans. Het is een goede, niet uitzonderlijke uitvoering; Bartoli, het publiek, de zaal en Pianist wennen aan elkaar. Via haar kenmerkende aria ‘Lascia la spina cogli la rosa’ van George Friedrich Händel maakte ze de overgang naar het menuet van dezelfde componist, in een arrangement van Wilhelm Kempff. Lang Lang gaat bijna onhoorbaar over van de aria in zijn solospel en Bartoli is als een nachtkaars, eerst nog weifelend bij de piano, en neemt uiteindelijk plaats op een stoel. Heel theatraal en wat een zoete overgang. Daarna volgen aria’s van onder anderen Rossini, Bellini en Puccini, zij aan zij met legendarische pianowerken van onder anderen Debussy, Schubert en Liszt.
Lang Lang en ruimte voor resonantie
Lang Lang speelde de hele avond met ingetogen flair, liet vanaf aanvang veel plaats voor Bartoli. Zijn techniek was ontegenzeglijk, de toetsen werden bespeeld met zowel finesse als bravoure. Opvallend was hoe hij in de rustige momenten ruimte liet voor resonantie en stilte, een bewuste keuze, die de zangpartij mooi zou omlijsten, je zou het wat gemaakt en weinig dynamische kunnen vinden.

Clair de Lune van Debussy heb ik nog nooit zo onaards zacht en met nuances gehoord, werkelijk een hoogtepunt. De dynamiek vooral in alles beneden de mezzoforte was groot bij Lang Lang. Van fluisterstilling tot meeslepende zachte crescendo’s. Ik geloof niet dat ik ooit zoveel soorten piano en pianissimo’s heb gehoord. Lang Lang is eigenlijk een solist en geen begeleider. Hier presenteert hij zijn virtuositeit in dienst van de muziek en vooral in begeleiding van Bartoli. Dat resulteerde in misschien wel het allerzachtste pianospel, met voor zover het bestaat, de vijf p’s: pianissississississimo. En natuurlijk alle p’s ervoor.
Het was soms de vraag of Bartoli die ruimte nodig had in de geweldige akoestiek van het Concertgebouw. Het was erg zoet en deed me nog het meest denken aan een enorme suikerspin waar je op een gegeven moment genoeg van gesnoept hebt. Maar zover kwam het niet want dan volgde een ander muziekstuk in het programma. Tijdens Arianna a Naxos van Haydn, wordt een bezoekster onwel en zakt neer in het gangpad. Bartoli stopt met zingen, vraagt om geen applaus en neemt rustig plaats op een stoel. De bedrijfshulpverlening arriveert snel met brancard. Directeur Simon Reinink meldt dat het concert wordt voortgezet.

LA Bartoli
Cecilia Bartoli gaf een vertolking die op meerdere niveaus indrukwekkend was. Haar theatrale persoonlijkheid maken mede dat haar kleur en timbre optimaal werden benut. En daar voegt ze nog theatrale elementen aan toe: een ‘raar stemmetje’ in ‘la Coccinelle’ (Bizet), een waaier, castagnetten in ‘Les Filles de Cadix’ (Delibes), een tamboerijn in ‘La danza’ (Rossini). Haar bekendheid met het barokrepertoire kwam duidelijk naar voren in haar frasering, haar variaties en haar expressie. Lang Lang omarmde haar muzikaal zoals beschreven met een warme donzige deken, maar gaf soms daarin ook zo weinig tegenspel dat ze soms alleen op het podium leek te staan. Tegelijkertijd brachten ze samen momenten van vreugde en kwetsbaarheid waar de zaal stil van werd.

Bartoli is sinds 1996 in het Concertgebouw te horen geweest en dat is nu dus bijna dertig jaar geleden wat haar vaak de naam LA Bartoli oplevert. Het is dan ook niet voor niks uitverkocht. Er zijn fans die haar trouw zijn gebleven al zijn ook liefhebbers afgehaakt. Cecilia Bartoli is nog net geen zestig en weet goed wat ze wèl en niet kan. In Salzburg is ze dit jaar opnieuw benoemd tot artistiek directeur van het Pinksterfestival en ik hoorde haar daar in haar element in de opera Hotel Metamorphosis* een samenwerking met regisseur Barrie Kosky. De opera bevatte voor haar samengesteld werk uit Vivaldi’s muziek.
In het concert in het Concertgebouw was bij de grote virtuoze aria’s, zoals Una voce poco fa (Barbier van Sevilla, Rossini) waarin haar stem acrobatisch door de noten schoot, bewondering alom vanuit de zaal, al is ze niet zo scherp als weleer. Bartoli draaide zich bijna elke aria even om naar de grote menigte op het achter podium, een plaats waar je onvermijdelijk minder van Bartoli’s uitgesproken uitstraling en fijne muzikale adressering kon meekrijgen.

Aangrijpend waren de passages waarin ze verstilde: lang uitgesponnen lijnen, soms nauwelijks hoorbare tussen ademhalingen. Dit concert bevatte zeker geen wedijverende solo’s tussen piano en zangeres die elkaar overschreeuwden. Het was meer een muzikaal gesprek. Lang Lang ondersteunde waar Bartoli zong, en soms leek hij op de achtergrond te anticiperen op haar volgende ademhaling of frasering. Die afstemming gaf de muziek een organisch karakter: alsof de muziek vanuit één adem kwam.
De korte tournee van een nu al legendarisch duo, dat deze maand te horen was in Hamburg, Dortmund, Keulen en Parijs, eindigt voorlopig in Amsterdam. Het bood niet alleen een muzikaal zorgvuldig uitgebalanceerde recital ervaring op technisch hoog niveau, maar was ook muzikaal overtuigend en visueel aantrekkelijk gepresenteerd. Voor liefhebbers was dit een memorabele avond waarin zang en piano samensmolten. Regelmatig viel er een moment van complete stilte voordat het applaus losbarstte, een teken dat het publiek geraakt was.
Drie toegiften
“Voi che sapete”, de beroemde aria van Cherubino uit Le Nozze di Figaro van Mozart. Het is een luchtige, charmante aria waarin Cherubino, een jonge page, zingt over zijn verwarring over liefde. De melodie is eenvoudig, lyrisch en heel herkenbaar. Bartoli staat bekend om haar speelse en expressieve uitvoeringen van dit stuk.
‘Non ti scordar di me’. Dit is één van de meest iconische Napolitaanse liederen, geschreven door Ernesto de Curtis in 1902, op een tekst van Giambattista De Curtis. Een bezoeker die ik sprak grapte dat het een iconisch nummer is die veel oudere zangeressen als toegift gebruiken; het lied betekent ‘Vergeet me niet’.

’O sole mio’’ (1898) op muziek van Eduardo Di Capua en tekst van Giovanni Capurro.
Een Napolitaanse liefdeszang over het moment waarop de zon na regen doorbreekt. De sfeer is warm, open en direct lyrisch. De melodie bouwt in brede legatobogen op naar de frase “Ma n’atu sole cchiù bello, oje ne’ (Maar er is een andere zon, nog mooier, o mijn lief). Ze ging soms een beetje langzamer zingen, soms een beetje sneller (rubato), zodat het extra mooi en spannend klinkt en bracht kleine extraatjes, een krulletje en glijdertje in de stem van de ene noot naar de andere (Portamento). In dit nummer oogstte Bartoli ook veel succes met haar imitatie van de mandoline waar Lang Lang dit op piano evenaarde.
Verder kijken, luisteren en lezen
Non ti scordar di me door Cecilia Bartoli en Lang Lang.
*Hotel Metamorphosis met Cecilia Bartoli in Salzburg.