Arabella Live in HD: beter wordt het niet
De derde voorstelling van dit Live in HD seizoen vanuit de Metropolitan Opera betrof de romantische opera Arabella van Richard Strauss. Zoals gebruikelijk zag ik de transmissie uit New York in filmtheater Pathé Schouwburgplein Rotterdam. Het was een heel mooie avond, die 22e november.

Arabella was de laatste Strauss-opera waar Hugo von Hofmannsthal het libretto voor schreef. Deze in 1874 in Wenen geboren schrijver/dichter bracht een zeer groot deel van zijn leven door in de zogenoemde Donaumonarchie, waarvan Franz Josef zowel keizer (van Oostenrijk) als koning (van Hongarije) was. Hij wist zich nooit goed van deze periode los te maken. Stefan Zweig omschreef hem ooit als iemand die verdwaald was in een verkeerde tijd. Dat verklaart waarschijnlijk de immense melancholie die uit de romantische komedie Arabella spreekt. Von Hofmannsthal schreef als het ware een libretto dat gebaseerd was op de generatie van zijn eigen ouders.
Etmaal
Net als in die andere relatiekomedie Le Nozze di Figaro speelt de handeling van Arabella zich af op een enkele dag, van ergens in de middag tot laat in de avond. ‘De ware’ man waar Arabella op wachtte, daarmee het failliet van haar familie riskerend, staat op de stoep in de persoon van de grootgrondbezitter Mandryka. Hij is verliefd geworden op haar portret. Hoe hij daaraan gekomen is, ergens in Slavonië, doet er niet toe: ‘Das ist ja gleich.’ Hij is gekomen om te trouwen, niet om uitgebreid te praten.
Arabella is een tikje wispelturig en heeft zo nu en dan momenten van plotselinge melancholie. Naar mannen kan ze tamelijk koel reageren: ze lijkt niet over te lopen van empathie. Zo heeft ze zich tot dan toe weten te onttrekken aan de druk die onopvallend door haar gokverslaafde vader op haar wordt uitgeoefend. ‘Take one for he team’ en trouw een rijke man. Keuze is er genoeg, ze wordt letterlijk achtervolgd door drie welgestelde graven. Misschien moet ze dan maar met Elemer trouwen? Bij de gedachte alleen al is het alsof ze over een graf loopt.

Mandryka is puissant rijk en Arabella is op slag verliefd geworden toen hij haar op straat aanstaarde. Iedereen blij, vooral ook Arabella’s vader die direct al een paar duizendjes van zijn aanstaande schoonzoon in ontvangst mag nemen. Zo veel geluk en voorspoed halverwege de eerste akte: dat kan natuurlijk niet goed gaan. Inderdaad lijkt alles te verkeren in een ramp, vooral door toedoen van Arabella’s zusje Zdenka, maar zoals het een romantische komedie betaamt komt op het laatst toch alles weer goed.
Gemeentearchief
Wellicht zullen ook andere toeschouwers zich met mij wel eens hebben afgevraagd hoe het nu verder gaat met die twee vreemden die elkaar op het eerste gezicht het ja woord hebben gegeven. Daarover is helaas niet veel bekend maar een paar gegevens uit het gemeentearchief van Sisak bieden toch de nodige aanknopingspunten. Genoemd worden een dochter Zdenka en een zoon Franz, geboren in respectievelijk 1861 en 1863. Mandryka is overleden in 1905 waarna Franz zijn landgoed erft. Mama Arabella blijft nog in leven tot 19 november 1916 en maakt het einde van de regeerperiode van keizer Franz Josef dus net niet meer mee. Persoonlijk vind ik dat een geruststellende gedachte.
Museumplaatje
De Met haalde voor de gelegenheid de productie uit 1983 van de eerder dit jaar overleden Otto Schenk maar weer eens uit de mottenballen. Ook al heeft Schenk de regie, een garantie voor een volledig librettogetrouwe uitvoering, toch wordt het beeld bepaald door zijn vaste decorontwerper Günther Schneider-Siemssen die erin is geslaagd het beeld op te roepen dat velen zullen hebben van het Wenen van halverwege de 19e eeuw. Voeg daarbij de periode kostuums van Milena Canonero en het museumplaatje is compleet. Dankzij de vele close ups hoeft de bioscoopbezoeker gelukkig niet de hele tijd tegen het oubollige interieur aan te kijken (sorry Günther) en krijgen de zangers door hun mimiek de gelegenheid zich enigszins los te maken uit de toch wel dwingende setting.

Overigens betekent dit niet dat ik altijd de voorkeur geef aan een wat modernere enscenering van deze opera. Zo was mijn bezoek aan het Aalto voor de Arabella* van Guy Joosten een regelrechte afknapper waarna ik met stoom uit mijn oren nog bijna drie uur in de auto onderweg was naar huis, in de nacht. Dat Barbara Senator een heel behoorlijke vertolking van de titelrol gaf kon die avond echt niet redden.
Uitblinkende zusjes
Hoewel het merendeel van de cast in de Met mij onbekend was, bleek de zang over de gehele linie goed verzorgd met de zusjes Zdenka en Arabella als absolute uitblinkers. Strauss had zijn hele componistenleven een liefdesaffaire met sopranen en dat blijkt hier eens te meer.
Louise Alder maakte iets heel moois van haar Zdenka, vooral in het duet met Arabella in de eerste akte was ze fantastisch op dreef. Tijdens het pauze interview wist ze te melden dat door moeten gaan voor een jongen ditmaal wel een extra dubbele bodem had: ze is zwanger. Aan haar figuur was dat overigens niet te zien, goed gecamoufleerd waarschijnlijk.

Moeder Adelaïde kwam voor rekening van mezzo Karen Cargill, goed gezongen en ook leuk geacteerd. De bas Brindley Sherratt gaf een redelijke vertolking van haar echtgenoot, de dwangmatige kaartspeler graaf Waldner die tamelijk voorspelbaar de van Mandryka gekregen duizendjes (‘Teschek, bedien dich’) onmiddellijk gaat inzetten in een nieuwe ronde verliesgevende kaartspellen.
Ik kijk altijd uit naar de Fiakermilli, de mascotte van de koetsiers voor wie het bal is bedoeld. Het is net zo’n Strauss type als Zerbinetta al wordt er in Arabella wel wat minder van de coloratuursopraan gevergd, gewoon omdat ze haar vocale acrobatiek minder lang hoeft vol te houden. Sopraan Julie Roset voldeed volledig aan mijn verwachtingen.
Graaf Elemer is een van drie heren die Arabella om toerbeurt het hof maken, ze loten wie wanneer met haar uit mag en soms gaan ze alle drie tegelijk, bijvoorbeeld naar de opera. Tenor Evan LeRoy Johnson had mijn sympathie, direct gevolg van zijn vloeiende zang en prettig acteren. Zijn gedrag onderscheidde zich duidelijk van Lamoral en en Dominik die worden neergezet als schertsfiguren. Met die Elemer had Arabella het vermoedelijk na enige gewenning wel goed uit kunnen houden.
Dat gold niet haar vroegere vriendje Matteo. Ooit had ze hem wel leuk gevonden, maar nu was dat voorbij en daar moet hij niet over blijven jammeren. Tenor Pavol Breslik zang was weinig subtiel, wellicht doordat hij zich te veel inleefde in een ‘verliebte Geck’ die op de rand van en zenuwinstorting staat. Zdenko’s alter ego (de als jongen vermonde Zdenka) is verliefd op hem, maar die informatie krijgt hij pas veel later, als hij onbedoeld het verse koppel Mandryka en Arabella bijna uit elkaar heeft gedreven.
Bariton Tomasz Konieczny was een uitstekende keuze voor Mandryka: tikje overenthousiast, primair reagerend en recht op zijn doel afgaand. Arabella denkt aanvankelijk dat hij uit Hongarije komt en strikt genomen is dat juist: Slavonië was onderdeel van het koninkrijk Hongarije binnen de Donau monarchie. Mandryka heeft een heel bos verkocht en met het pak geld dat dit heeft opgeleverd komt hij nu een bruid halen in de keizerstad. Konieczny zingt Duits met een heel licht accent wat zijn positie als buitenstaander in het Oostenrijkse bolwerk extra kleur geeft. Over het geheel genomen een zeer geslaagde vertolking.

Arabella tenslotte, de titelrol, kwam voor rekening van sopraan Rachel Willis-Sørensen. Zodra ze begon met ‘Er hat mich angeschaut’ over haar vluchtige ontmoeting met Mandryka wist ik dat haar optreden voor mij niet meer stuk zou kunnen. Het zijn die momenten dat Strauss’ melodische lijnen hyper romantisch klinken, zozeer dat ik er al een zakdoek bij moet pakken. Je hebt een uitstekende sopraan nodig om die specifieke momenten er goed uit te lichten. Denk aan ‘Und du wirst mein Gebieter sein’ en ‘Das war sehr gut, Mandryka’ waarbij het orkest voor de bijna sentimentele ondergrond zorg draagt. Alles dat ik van ‘mijn Arabella’ verwacht wist Willis-Sørensen waar te maken, ik was heel gelukkig met haar.

Het orkest van de Met stond onder leiding van Nicholas Carter die de rollercoaster aan emoties uitstekend door het orkest liet verklanken. Soms ging het er wild aan toe, dan weer uiterst subtiel zoals het voorspel tot ‘Das war sehr gut’, dat deze opera in mijn beleving tot de meest romantische van al Strauss’ werken maakt.
Op 13 december de volgende kraker van de Met: Andrea Chénier met Piotr Beczała in de titelrol met Sonya Yoncheva als zijn tegenspeelster.
In sommige bioscooptheaters is Arabella als ‘encore’ te zien op 3 december om 11 uur, onder meer in Pathé Amsterdam Noord, Pathé Buitenhof Den Haag en Pathé Arnhem.
Verder kijken, luisteren en lezen
Scene ‘Aber der richtige..” met Rachel Willis-Sørensen als Arabella.
Scene met Mandryka (Tomasz Konieczny) en Graaf Waldner (Brindley Sherratt )