AchtergrondBinnenkortFeaturedInterviews

Henk Poort houdt stem soepel met bubbelen

Twee premières staan er op de activiteitenlijst van bariton Henk Poort. Op 6 oktober werkt hij mee aan de eerste opvoering door De Nationale Opera van de sprookjesopera Königskinder van Engelbert Humperdinck. Een week eerder zong hij een programma getiteld ‘Singing with a band’ in een theater in Bussum. ‘Het is geen echte première, maar een hervatting van een serie optredens met een 17 koppige band’, zo relativeert hij het evenement dat op 23 september begon en doorloopt tot en met 2 december in diverse theaters. Op het programma een uitgebreide selectie aan Amerikaanse songs.

 

ZANGER Henk Poort. Foto. Foto: ©William Rutten

Zingen in een klassieke opera, zingen in een programma met standards uit het gouden American Songbook, maar ook thuis in de musicalcultuur van onder meer Phantom of the Opera en Les Misérables. Henk Poort verenigt het allemaal in zijn sonore bariton die hij kan laten afdalen naar een basregister, maar ook weet op te stuwen naar een hoge tenor. Getuige het You Tube filmpje van zijn optreden in het programma Beste Zangers met het lied ‘Sound of silence’.

Luie tenor

’Mijn collega’s Marco Bakker en Ernst-Daniël Smid met wie ik samen zong in de ‘Drie Baritons’ noemden mij een luie tenor’, aldus Poort. ‘Ik heb een stemomvang van drie octaven’. Die benutte hij in een carrière van zo’n 35 jaar sinds hij afstudeerde aan het conservatorium in 1988. Daar werd hij opgeleid als operazanger. ‘In Nederland ben ik vooral bekend als musical-zanger, als iemand van het lichte lied, maar ik heb dertig operarollen op mijn repertoire. De meeste gezongen in Duitse theaters. Rigoletto heb ik bijvoorbeeld in vijf producties uitgevoerd.  Daarnaast heb ik opgetreden in 26 operettes. Musicals zijn daarbij vergeleken flink in de minderheid, een stuk of tien’.

‘Ik maakte de overstap naar de musical toen ik een paar jaar in het buitenland had gezongen en eens een tijdje in Amsterdam aan het werk wilde. Ik kreeg in 1990 de rol van Jean Valjean in Les Misérables in een periode dat ik ook bij de Nationale Opera in Fidelio mee zou doen in de rol van de minister. Maar de regisseur vond dat ik er niet uitzag als een minister, dus dat ging niet door. Ik heb Les Misérables toen gezongen in Theater Carré Amsterdam en daarna in Scheveningen. Later is er onder meer bijgekomen The Phantom of the Opera waarvan ik 600 voorstellingen heb gedaan op een totaal van 1100. En ook Anatevka, de laatste in 2008/2009.’

Henk Poort als Jean Valjean in Les Miserables.

Versterkt zingen

Is er verschil in stemgebruik bij opera in vergelijking met zingen in een musical, luidt mijn vraag. ‘In feite niet. Bij musical wordt de versterker aangezet. Je kunt kleiner en zachter zingen.’ Als klinkend voorbeeld zet Poort het begin in van de song ‘Breng hem thuis’ uit Les Misérables. In opera moet je je eigen versterker, je stemorgaan in werking zetten. Het voordeel van versterking is dat je ook met je rug naar het publiek kunt zingen en toch hoorbaar blijven. Ook al ben ik klassiek opgeleid, ik heb er geen probleem mee om versterkt te zingen. Je hoeft geen moeite te doen om boven een begeleidend ensemble uit te komen.’ Grote waarde hecht Poort aan de verstaanbaarheid. ‘Articulatie is voor mij nummer één. Het publiek moet mij kunnen verstaan. Zeker in musicals die in het Nederlands worden gezongen.’

In het programma ‘Singing with a band’, heeft Poort een big band van zeventien instrumentalisten achter zich staan. ‘Ik ben zanger. Ik heb mijzelf niet in een hokje willen stoppen van alleen opera. Ik wil het hele brood eten, van kap tot kap’, luidt zijn beeldende toelichting bij zijn carrière. ‘Hoog op mijn verlanglijstje stond optreden met een big band in die prachtige Amerikaanse nummers. We hebben inmiddels al een hele tournee achter de rug. Nu vindt het vervolg plaats.’

Ratsältete

Tussen die optredens door is Henk Poort dus te vinden op het podium van Nationale Opera & Ballet in Amsterdam als ‘der Ratsälteste’ in Königkinder. Een koningszoon wordt verliefd op een meisje dat als ganzenhoedster in een slavernijleven  gevangen wordt gehouden door een heks. Het lukt de prins echter niet om het meisje mee te krijgen. Hij laat een kroon achter. In een volgende scène komen drie afgevaardigden uit de stad Hellabrun de heks om naad vragen wie het beste de koning kan opvolgen. Een van de drie, de speelman, weet het geheim van het meisje te ontfutselen. In het tweede bedrijf dat zich afspeelt rond het centrale plein in Hellabrunn wordt druk gespeculeerd over waar de koningszoon is gebleven, die zich overigens vermomd als knecht in de menigte bevindt. In deze scène treedt de Ratsälteste op, gezongen door Henk Poort.

Henk Poort als de Ratsälteste en Isabel Houtmortles als Die Tochter des Besenbinders in Königkinder. Repetitie foto. © De Nationale Opera, foto: Monika Rittershaus.

‘De man is een soort burgemeester die de ware aard van de als knecht vermomde prins ziet. Maar hij wordt uitgelachen door het volk en bespot door twee van zijn raadsleden. Een kleine rol, maar kleine rollen zijn ook belangrijk, net zoals de minister in Fidelio die de verlossing komt brengen voor Flores tan.’

Acteren voorop

Aan welk genre geeft Poort de voorkeur, opera of musical? ‘Dat maakt mij niet uit. Ik vind het spannend om in de huid van een personage te kruipen. Het acteergedeelte van het vak vind ik leuker dan het hele zingen. Ik heb vele keren ‘Scarpia gezongen, die sado-masochistische hond uit Tosca. Heel fijn om te spelen. Wat hij doet, kun je in het dagelijks leven niet flikken. Zulke rollen zijn de uitdagingen van het vak. Als je je goed inleeft in je rol, dan komt de stem vanzelf mee. Het publiek ziet en hoort onmiddellijk wat je beleeft. Emoties moeten echt zijn.’

Zeer content is Poort met de regisseur van Königskinder, Christof Loy. ‘Ik zou met hem Die lustige Witwe doen bij de Nationale Opera. Maar door de corona-toestanden werd die productie geschrapt. In plaats daarvan maakte hij een speelfilm die zich afspeelt in Amsterdam. Ik doe er in mee. Het werd een fijne samenwerking. Loy weet als regisseur precies wat hij wil. Ik heb er bewondering voor hoe hij bijvoorbeeld met het koor omgaat. Hij kent alle zangers bij naam, houdt elk detail in de gaten en weet exact hoe zo’n groep moet bewegen. Het wordt echt een prachtige productie.’

Bubbelen

Inmiddels is Henk Poort voor een zanger op een behoorlijke leeftijd gekomen: 66. Hoe houdt hij zijn stem soepel? ‘Ik bubbel iedere dag ten minste twintig minuten’, zegt Poort. Hij brengt mij als interviewer in verbazing. Hoezo bubbelen? Poort legt uit: ‘Het is een methode die lax vox heet. Ik ben het gaan doen op advies van mijn zangcoach, de tenor en pedagoog Alberto ter Doest.’ Poort duikt in zijn tas en haalt er een witte slang uit van circa 40 centimeter. Hij laat het ene uiteinde in een flesje water zakken en zet het andere uiteinde tussen zijn lippen. Zacht blazend voert hij een vocalise uit, een stemoefening op één toon of op een melodische reeks. ‘Door het bubbelen blijft de boven- en onderdruk in je stem gelijk. Het ontspant de stem en de stembanden worden er als het ware door gemasseerd. Het zijn tenslotte ook maar spiertjes. Dit is het enige wat ik doe om mijn stem op peil te houden.’

Henk Poort demonstreert het bubbelen voor zijn stem. Foto: ©Place de l´Opera, Franz Straatman

Opera versus musical

Opvallend is het verschil in aantal uitvoeringen tussen opera en musical. Waar musicals een jaar lang achtereen, vaak avond aan avond worden gespeeld, komen opera-producties doorgaans niet boven tien voorstellingen uit. Königskinder blijft steken op zeven voorstellingen. Waarom lopen musicals zo lang?

‘Omdat zij niet gesubsidieerd worden’, aldus Poort. ‘De opstartkosten van een musical zijn enorm. Een productie als Les Misérables kostte destijds 12 miljoen gulden. Voor de musical Rembrandt die in Carré ging, kostte de aanloop negen miljoen euro. Dat moet je allemaal terugverdienen. Vandaar die lange voorstellingsreeksen.’ Poort merkt dat het publiek niet meer zo makkelijk kaarten koopt als in de tijd vóór de corona-uitbraak. ‘Het is op dit moment moeilijk om de mensen terug te krijgen. Men is nog bang om dicht naast elkaar te zitten.’

Königkinder bij De Nationale Opera gaat op 6 oktober in premiere, waarna er nog zes voorstellingen zijn, allemaal in De Nationale Opera & Ballet in Amsterdam.

 

Verder lezen, luisteren en kijken

Wie nadere informatie wil over de lax vox methode vindt op internet een heleboel bijdragen. Zeer interessant is de website van Alberto ter Doest. Hij geeft gedetailleerd uitleg over het bubbelen en demonstreert dat ook. In eerste instantie werd het zingend blazen in water door middel van een glazen buis al in 1899 geïntroduceerd door een Duitse foniater (stemmendokter). De Finse logopediste Marketta Sihvo kwam rond 1990 op het idee om een buigbaar siliconen buisje te gebruiken. Zij bedacht de term lax vox, een afkorting van het Engelse relax (ontspan) en het Latijnse woord voor stem: vox.

Of het helemaal legaal is was bij het publiceren niet bekend bij de redactie, maar op Yotube is de hele Les Miserables met Henk Poort als Jean Valjean te zien.

Een opname uit 1995 van de aria ´Eri tu´ uit Un ballo in maschera door Henk Poort.

Christof Loy (regisseur van Königskinder)  regisseerde al vele malen bij De Nationale Opera. Peter Franken schreef lovend over Chovansjtsjina in 2016

 

 

Vorig artikel

Keulse Opera opent groots met Troyens

Volgend artikel

Alles anders – Pynarello Negen!     

De auteur

Franz Straatman

Franz Straatman