AchtergrondBinnenkortFeaturedHeadlineInterviews

Floris Visser:’ Studenten geven me hoop.’

Floris Visser keert terug naar Nederland om bij de Dutch National Opera Academy twee kameropera’s te regisseren; Der Kaiser von Atlantis van Viktor Ullmann en Die sieben Todsünden van Bertolt Brecht en Kurt Weill. Op 25 juni is de premiere in de Conservatorium zaal van Amare in Den Haag in samenwerking met het Residentie Orkest. We spraken een paar dagen voor de première met Floris Visser.

Floris Visser repeteert aan Der Kaiser von Atlantis en Die sieben Todsünden bij de DNOA. Naast hem kostuumontwerper Esmée Thomassen. Foto: © Reinout Bos

Wat bewoog de internationaal geroemde, en veel gevraagd regisseur juist deze twee werken, met studenten van DNOA uit voeren?

Floris Visser: “De aanleiding is vrij simpel. Paul McNamara, de directeur van de DNOA, vroeg mij een project te regisseren en wat daarvoor mijn voorwaarden waren. Als ik iets zou willen moest dat repertoire zijn wat ik niet elders, in een regulier operahuis, zou regisseren en het zouden werken moeten zijn die met het toch beperkte budget van DNOA realiseerbaar zouden zijn.

Al heel lang wilde ik Der Kaiser van Atlantis regisseren. Ik heb het vele malen gezien, meestal als vlakke vloer voorstelling omdat het echt een kameropera is. De combinatie met Die sieben Todsünden leek me ideaal. Het zijn twee werken die aan beide kanten van het Interbellum, de periode tussen de twee Wereldoorlogen, tot stand zijn gekomen. Die sieben Todsünden na de Eerste in de jaren 30, en Der Kaiser von Atlantis in de Tweede, toen componist Viktor Ullmann in het concentratiekamp Theresienstadt gevangen zat. Ullmann heeft zijn werk nooit uitgevoerd gezien omdat de Nazi’s doorhadden dat het werk natuurlijk ging over hun eigen fascistische dictator. De uitvoering, waaraan al wel gerepeteerd was, werd afgeblazen en Ullmann werd naar Auschwitz afgevoerd en daar vermoord.

Scenefoto’s van Die sieben Todsünden en Der Kaiser von Atlantis in de regie van Floris Visser bij DNOA. Foto’s © Reinout Bos

Verhalen

Het zijn twee werken die perfect zijn voor onze tijd. Er zijn zulke duidelijke parallellen. Het zijn werken die mijn eigen idealisme weerspiegelen. Voor mij is het belangrijk omdat de huidige generatie van jonge mensen de Tweede Wereldoorlog niet meer kent vanuit persoonlijke ervaring van hun ouders of grootouders. Ik zelf ken de verhalen van mijn grootmoeder die in de Rivierenbuurt in Amsterdam Zuid woonde en op dezelfde school zat als Anne Frank. Op een dag kwamen Anne en Margot niet meer naar school omdat, wat later bleek, ze ondergedoken waren. Verhalen van mijn overgrootvader die koster was en mensen hielp onderduiken en van mijn grootmoeder die in haar onderbroekje illegale pamfletten van de ondergrondse verborgen had voor verspreiding.

De generatie van nu heeft die eerstehands verhalen niet meer, dus het is belangrijk dat ze de geschiedenis opnieuw leren kennen. Ter voorbereiding van deze productie heb ik ze van alles te lezen gegeven, boeken, lezingen, films laten kijken zoals ‘Europa, Europa’, ‘Der Untergang’ en ‘Schindler’s list’ en vertel ik ze mijn persoonlijke verhalen. Ik vind het van het grootste belang om de duidelijke parallellen met het verleden te laten zien. Deze twee opera’s zijn daarom perfect. In de opera van Ullmann begint Der Kaiser een alomvattende oorlog, wat zelfs de Dood te ver gaat en waarom hij besluit te staken en niemand meer te laten sterven.

Pavel Zelenev als Der Kaiser n Der Kaiser von Atlantis. Foto: © Reinout Bos

Der Kaiser von Atlantis is veel meer dan een anti-Hilter opera. Het heet niet voor niets ‘de keizer’ want Ullmann wilde niet alleen de dictator Hilter weergeven, maar ook de keizers ten tijde van de eerste wereldoorlog, Wilhelm II en Franz Joseph I. In de opera, die een duidelijke allegorie is, wil de keizer meer oorlogen, meer slachtoffers, maar zelfs De Dood vindt het teveel. De Dood schaamt zich. Vroeger gingen mannen met harnassen ten strijde, maar de Keizer heeft er een machinerie van gemaakt. Dat leidt ertoe dat de Dood staakt!

Wessel Wirken als De Dood en Jack Roberts als Harlekijn in Der Kaiser von Atlantis. foto: © Reinout Bos

Die sieben Todsünden van Brecht en Weill stamt uit de tijd van de Weimarrepubliek, in het interbellum. Er volgde de grote depressie, de opkomst van het populisme, niet in alleen in Duitsland, maar ook in De VS en in Nederland met de NSB. Geert Mak schreef daarover in zijn laatste boek, Wisselwachter, Amerika- Europa 1933-45. Er waren Amerikanen die hoopten op een nieuw Amerika met Duitsland als model.

De twee opera’s vullen elkaar prachtig aan. De één is geschreven in de jaren 30, de ander in de jaren 40. De een gaat over de periode die leidde tot de periode van de Wereldoorlog waarin de andere geschreven is. De een is een allegorie, de andere een metafoor. In Der Kaiser van Atlantis bevolken naast de allegorieën van Der Kaiser, De Dood en de Harlekijn, ook een duidelijke vertegenwoordiging van de Duitse burgerbevolking in de vorm van de personages van het meisje, de soldaat en de trommelaar het toneel. Zij staan symbool de vrouwen die alleen achterbleven of verkracht werden, de soldaat die naar het front werd gestuurd en de jeugd die geïndoctrineerd werd door de Hitlerjugend. In Die sieben Todsünden zijn de personages juist veel meer metaforen. Anna, de hoofdpersoon, is een gespleten persoonlijkheid, die door haar hebzuchtige, uitbuitende familie de wereld in wordt gestuurd om geld te verdienen in de crisisjaren van ‘The Great Depression’. Tijdens haar reis bezoekt ze zeven steden en begaat in elke stad een doodzonde. Ze wordt verscheurd tussen haar missie om geld te verdienen en de verlangens van haar hart. Het gaat hier ook weer over overleven in een duistere periode in de geschiedenis en de onmogelijke keuzes die men dan moet maken. Daarnaast legt het ook genadeloos de hypocrisie bloot van haar uiterst evangelische familie. Iets wat we nog steeds zien in grote delen van het Amerika van vandaag de dag.

Scènefoto Die sieben Todsünden met Elisa Maayeshi als Anna 1 en Demi Wals als Anna 2. Foto: © Reinout Bos.

Hoe hebt je dit allemaal vormgegeven in je productie?

 FV: “Om te beginnen is er abstract eenheidsdecor, maar de kostumering is uit de tijd van de werken. Het geheel heeft het karakter van het Interbellum, cabaretesk, surrealistisch, absurdistisch, maar de vormgeving van het decor is gebaseerd op een treinrails. Een trein die staat voor de reis van de personages, maar natuurlijk ook de associaties oproept van de Nazi treinen van Westerbork en van de treinen naar Auschwitz. Het was voor ons allemaal best even slikken toen we het beeld zagen, ook van de prachtige poster. In Kaiser van Atlantis zien we daarnaast de krom getrokken rails van het beroemde Westerbork monument. In Die sieben Todsünden is deze er niet. Daar verbeeldt juist de oneindige treinrails de reis van Anna. Het is het beeld zoals we dat kennen van de eenzame spoorwegen door de ‘Midwest’.”

Scènefoto Die sieben Todsünden met Elisa Maayeshi als Anna 1 en Demi Wals als Anna 2. Foto: © Reinout Bos.

Het is allemaal helaas heel actueel.

 FV: “Het is verschrikkelijk wat er niet alleen in landen om ons heen, maar zeker ook in Nederland gebeurt. We noemen extreemrechts nu radicaal rechts, maar het is gewoon fascisme. Wilders is geen rare man met vreemd haar, maar een regelrechte fascist. Trump is geen zakenman met rare ideeën, het is een fascist. Er bestond een collectief gedeeld gevoel van “dit nooit meer!” na de Tweede Wereldoorlog, maar dat gevoel is verdwenen.

Ik ben opgegroeid in de jaren ’80 en ’90 vol met optimisme, de val van de Muur, een nieuwe relatie met Rusland, zeker ook wel wat hedonisme, maar vooral een nieuwe kijk op de toekomst. We lachten om de extreemrechtse politicus Janmaat, maar we hadden het sterke gevoel dat dat stuk van het verleden echt achter ons lag. Maar daar kwam verandering in. Sinds 9/11 is de wereld totaal veranderd. Het anti-moslim sentiment dat volgde, de economische crisis in 2008, het groeiende wantrouwen en de xenofobie, het zijn allemaal zaken die levensgevaarlijk zijn. Al sinds 2011 waarschuw ik mensen voor de opkomst van het populisme en de heropleving van het fascisme, zoals destijds in een lezing voor de Studium Generale in Delft en in andere stukken die ik schreef. Nu wil ik het onderhand wel van de daken schreeuwen! We moeten mensen wijzen op het gevaar van de slang van het fascisme dat niet enkel zijn kop opsteekt, maar er onderhand gewoon weer open en bloot is.”

 Als ik je zo hoor, heb je dan nog wel hoop op een betere toekomst?

 FV:“ Ik twijfel heel erg. Het lijkt alsof we niets van de geschiedenis hebben geleerd. Ik heb een analyse gemaakt van alles wat er mis is; het begint met de falende bestuurlijke klasse en de afbraak van de verzorgingsstaat. We laten grote delen van onze bevolking gewoon verdommen. Er wordt gesproken over de grote migratiecrisis, die er niet werkelijk is, alsof dat het allergrootste probleem is. En ondertussen wordt er niets gedaan aan de echte crises, dossiers blijven liggen, echte problemen van de midden- en lagere klasse worden niet opgelost. De twee grootste crises die er daadwerkelijk zijn, de inkomensongelijkheid in de samenleving en de klimaatcrisis, worden namelijk niet opgelost. En dat kan volgens mij uiteindelijk maar tot twee dingen leiden: een dictatuur of een revolutie als in 1917. Als de mensen het namelijk niet krijgen, dan komen ze het halen. En ondertussen is de aarde onleefbaar aan het worden en hebben we bijna geen tijd meer om er wat aan te doen. Kinderen die nu geboren worden maken het jaar 2100 mee. Daar wil je niet bij zijn.

Maar er is hoop. De studenten hebben mij hoop gegeven. Als ik de blije koppies van de studenten elke dag op de repetities zie, als ik hun loyaliteit naar mij, naar de muziek, naar de werken en de productie ervaar, voel ik dat ze het belang van de voorstelling begrijpen.”

Floris Visser tijdens een eerdere workshop bij de DNOA. Foto: © Anna van Dorp AVD Productions

Nog even over je andere werk. Wat staat er op jouw rails?

 FV:” Naast grote operaproducties in Madrid, Dresden en Brussel, ga ik ook meer films en documentaires maken en blijf ik lesgeven. Ik maak een nieuwe Parsifal in Dresden met een geweldige cast, in een operahuis waar gelukkig nog veel mogelijk is. Het is soms frustrerend om te zien dat het ambacht, het handwerk van het theater maken, verdwijnt. Je ziet het in alle kunstvormen en dat vind ik vreselijk. Hier bij de DNOA is dat anders. Er zijn beperkte middelen en ik kan natuurlijk geen productie maken zoals in een groot operahuis. Maar Paul McNamara zei me dat het daar ook helemaal niet om gaat. ‘Het gaat om jouw vakmanschap’, zei hij. ‘Dat de studenten jouw vakmanschap leren kennen!’

Die sieben Todsünden en Der Kaiser von Atlantis gaan op 25 juni in premiere met leden van het esidentie Orkest onder leiding van Sam Weller. Verdere voorstellingen op 26, 28 en 29 juni, allemaal in de Conservatoriumzaal van Amare in Den Haag. Place de l’Opera doet verslag.

Op 25 juni verschijnt er op Place de l’Opera een historische toelichting op beide werken door Peter Franken.

Verder kijken, luisteren en lezen

De trailer van DNOA

In 2022 sprak Place de l’Opera met Floris Visser over zijn La Bohème in Glyndebourne.

 

Vorig artikel

Wainwrights Requiem stevige waarschuwing

Volgend artikel

Dit is het meest recente artikel.

De auteur

Bo van der Meulen

Bo van der Meulen