Elena Vink heeft (nog) veel te vertellen.
Sopraan Elena Vink zong vanaf de jaren’80 de grote coloratuur rollen in het operarepertoire over de hele wereld. Ze was een van de meest gevraagde Koninginnen van de Nacht en zong talrijke rollen bij De Nationale, (nu Nederlandse) Reisopera en bij Opera Zuid. Bij De Nederlandse Opera (nu De Nationale Opera) zong Elena sinds haar debuut als Fiakermilli in Arabella in 1986 in meer dan 10 producties**. Na een lange ‘stille ‘periode stond Elena voor het eerst weer in een opera bij De Nationale Opera in 2023 in De Theorie van alles. Die voorstelling keert op 19 oktober terug in Studio Boekman, met Elena in de rol van Oma.

Typecasting dus, want Elena is nu 72 en zelf een oma van 4 kleinkinderen die de voorstelling twee jaar geleden gezien hebben. Elena Vink:” Ze vonden het erg leuk. En ik natuurlijk helemaal. Want hoe leuk is dat, dat je eigen kleinkinderen komen kijken. Dat is toch super?”
Laatste loodjes
Of er in de nieuwere generaties ook zangers schuilgaan is nog niet duidelijk. De kinderen zijn allemaal met muziek opgegroeid, maar hebben ook gezien hoe zwaar het leven van een operazanger is, hoeveel tijd en toewijding ervoor nodig is. De passie die daarvoor nodig is ontbrak bij de kinderen. Elena zelf is nu bezig met wat ze ‘de laatste loodjes van een lange carrière’ noemt. Was het vooral zwaar of overheerste uiteindelijk toch het plezier in het vak?
EV:” Ik heb er enorm veel plezier aan beleefd. Echt, ik ben op het toneel zo gelukkig geweest. Dat is niet uit te leggen hoor, maar ik voelde me zo op mijn gemak op het toneel en je denkt er natuurlijk nu wel eens over na wat dat dan precies was, maar ik ben dol op verhalen vertellen en dat is toch wat je als zanger doet. Dat vond ik ook wel echt geweldig. En daar zo goed mogelijk bij te acteren.”
Niet alleen Mozart, Bach en Monteverdi maar ook veel hedendaagse componisten stonden op het repertoire van de sopraan. Zo ook De theorie van alles van componiste Carlijn Metselaar met wie ze een heel open werkwijze had.
EV: ”We zijn bij de kennismaking een studio ingegaan en ze zei: ‘Ga maar wat zingen, en laten we wat improvisaties doen.’ Dat vind ik geweldig.”
Nog even in het midden latend of De Theorie van alles werkelijk de laatste voorstelling van Elena Vink wordt, is het in ieder geval wel een voorstelling waarbij een aantal zaken mooi bij elkaar komen. Ze speelt in de opera een oma en de basis van deze spoken-word opera is het vertellen van een hedendaags verhaal. Ook in een eerdere voorstelling, Coming of Age* van regisseur Cora Burggraaf, was de basis van de voorstelling een serie gesprekken; verhalen van drie zangeressen op leeftijd over de stem, over ouder worden.
EV:” Deze twee voorstellingen zie ik als een cadeautje. Ik dacht op mijn vijftigste: “Nou het is echt wel klaar. Ik ga niet meer van die jonge meisjes zingen, het moet niet belachelijk worden.’ Dus toen heb ik er een punt achter gezet. “

Vink zong nog wel in enkele muziektheaterproducties van Sjaron Minailo in het kleinere circuit, meer experimenteel muziektheater. Maar toen kwam dus Coming of Age, een voorstelling van drie zangeressen op leeftijd. Daar ging het niet meer over de pure schoonheid van de zang, maar het accepteren van de status waarin je je bevindt. Hoe werkt dat in het hoofd en in het lijf van een zanger? Want je wilt als zanger toch gewoon optimaal presteren.
EV:” Dat perfectionisme, dat ligt wel de hele tijd als een klein monster op de loer en natuurlijk ben je dat toch ook gewoon aan je reputatie verplicht. Ik heb ongelooflijk veel bewondering voor Cora Burggraaf hoe ze dat met zoveel integriteit heeft aangepakt. ‘Laat het nou gewoon zijn wat het is. Want jullie hebben ook juist als mens nu veel meer te vertellen en laat dat er nou zijn.’

Het stemvak van Elena Vink was dat van een hoge coloratuursopraan en dus zong ze veel jonge vrouwen en meisjes zoals Lucia in Lucia di Lammermoor en Gilda in Rigoletto. Voor de ouder wordende sopraan zijn er zo goed als geen rollen. Veel oudere vrouwenrollen zijn voor mezzosopranen dus de keuze om te stoppen was geen moeilijke. Maar toen kwam De theorie van alles op haar pad. Carlijn Metselaar schreef de rol van Oma speciaal voor Elena en dus ook voor de stem die ze nu heeft. Geen extreem hoge noten meer.
EV: “Een hoge B kukel ik er nog wel uit. Maar alleen als het wordt ingezet als heel specifiek expressiemiddel in een soort hysterie of zo, kan ik me daar helemaal iets bij voorstellen.” De rol kende toch enkele lastige kanten. EV:” Ik moet wel goed opletten, vooral wat tellen betreft. Dat is best lastig op mijn leeftijd en er zitten een paar gemene dingen in ritmisch, die ik ook hardnekkig fout bleef doen. Ik kon vroeger in twee weken een rol uit mijn hoofd leren, maar nu moet ik echt bij de les blijven. Het uit het hoofd leren kost meer moeite. ”

Elena zat in een stem vak waar heel veel mensen voor haar ‘kunstje’ kwamen. Zeker in die eerste fase van haar carrière. Als je de Koningin van der Nacht in Die Zauberflöte zingt, dan komt iedereen eigenlijk alleen maar voor die twee aria’s Dat is een beetje een optreden van een circusartiest. Dat paste niet echt bij haar karakter en persoonlijkheid als artieste. Ze wilde vaak wat verder de diepte in, wat meer van de personages maken.
EV: ”Godzijdank kwam dat er ook wel van. Want met dat circusnummer was ik natuurlijk op een gegeven moment ook wel klaar. Bovendien, je hebt de eerste aria, dan heb je anderhalf uur niets en dan mag je weer op komen draven. Vreselijk natuurlijk. Er zit geen ontwikkeling in zo’n rol, dat is heel erg jammer. Daarom vond ik eigenlijk de productie van De Munt in Brussel (van Ursel en Karl Ernst Hermann) het meest interessant. Zij gingen wel veel meer op haar in als moeder en wat die vrouw eigenlijk is aangedaan. Alles is haar afgenomen. En dat vond ik wel heel fijn. Zij deden ook integraal alle spreekteksten. Dan zit je wel zo’n 4,5 uur in Die Zauberflöte. Maar dat vond ik wel heel boeiend.”
Diepte
In De theorie van alles zingt en speelt Elena ‘Oma’ een natuurkundige die werkt aan het oplossen van de grootste vraagstukken in de wetenschap. Haar kleinkind Nia is een rekenwonder en helpt af en toe mee in het laboratorium van oma. Als echte ‘alpha’ had de zangeres best moeite met de theorieën, maar gelukkig hoefde ze niet zo veel uit te leggen aan haar kleinkinderen die de voorstelling hadden gezien. Die waren minder met de inhoud bezig dan Elena zelf. Als zangeres wilde Elena altijd veel dieper in de personages duiken van de opera’s die ze zong dan vaak mogelijk was. Acteren was voor haar altijd een wezenlijk onderdeel van haar interpretaties van de rollen. Maar er was bijna nooit genoeg tijd om echt de diepte in te gaan.
EV: “Dat heb ik zo gemist in mijn operaloopbaan. Ik snap waarom dat is, want er is te weinig tijd. Bij een toneelgezelschap gaan ze een half jaar van tevoren aan tafel zitten en het hele script lezen. Zo zou het in de opera ook moeten zijn. Maar er is geen tijd voor, dat is veel te kostbaar. Maar alles blijft daardoor meer aan de oppervlakte. En dat heeft me altijd heel veel verdriet gedaan. Want hoe fijn zou het zijn als je bijvoorbeeld in een Gilda of in een Lucia echt helemaal tot het gaatje kunt gaan in de rol. Dat de mensen echt naar huis gaan met ‘Wat heb ik gezien’. Dat heb ik heel erg gemist.”
En had je dat nu wel bij De theorie van alles dat je meer de diepte in kon?
EV:” Nog te weinig. Ik begrijp mijn personage wel. Ik zoek het dan ook in de fascinatie van die vrouw voor haar vak, voor die natuurkunde. Want zo’n drive heb ik natuurlijk mijn hele leven gehad voor het zingen. Dus die drive die zij heeft, daar kan ik me wel in verplaatsen. Maar als personage vind ik het nog moeilijk om dat te vinden. Dramaturge Naomi Teekens begreep dat en ze heeft me ook wel uitgedaagd. Dat was super.”
Je verwacht misschien dat er bij een jeugdopera veel tijd is om met de kinderen in het publiek te praten, maar na afloop de voorstellingen in 2023 waren er heel weinig kinderen die vragen aan Elena stelden. Verlegenheid speelt daarbij een grote rol, maar ook de eigen belevingswereld van kinderen, die het vaak nog moeilijk vinden om een onderscheid te maken tussen het theaterpersonage en de echte mens die een rol speelde.

EV:” Dat vind ik ook leuk omdat het voor kinderen echt is. Ik ben écht die oma. En dat is een vreemde klik die ze moeten maken. Ik stond bijvoorbeeld na de voorstelling in de metro op weg naar huis en dan zag ik ouders met een kind dat heel erg naar me keek.: ‘Nou, ga maar even naar haar toe. Je mag wel even wat gaan zeggen,” zei de moeder, maar dat bracht het kind echt een beetje in verwarring. Heel fascinerend. Is dit dan die oma of is dit een andere mevrouw? Dat is ook die magische wereld van kinderen. Het is echt. Daar moet je ook echt af blijven.”
Nia, de hoofdpersoon, jouw kleinkind in de voorstelling heeft naast een talent voor cijfers ook een groot danstalent. Hoe was jij als kind? Was jij al heel jong met muziek bezig?
EV:” Ik zong altijd. Altijd, overal, dag en nacht. Uit een erfenis kregen we een oude piano die mijn moeder in de onverwarmde serre had gezet, waar de bloemen ‘s winters op de ruiten stonden. Ze vertelde me dat ik ‘s morgens in mijn pyjamaatje, als eerste achter die ging piano zitten. Mijn moeder las veel voor, onder andere Annie M.G. Schmidt en daar ging ik dan muziek bij maken en bij zingen. Ik wilde dat wel samenbrengen, tekst en muziek. Maar er was verder thuis veel meer literatuur eigenlijk, maar niet zozeer muziek, totdat ik een keer op de radio een jingle, een tune, van Joost de Draaier hoorde. Die begon altijd met het pianoconcert van Grieg. En ik hoorde dat en toen was het echt alsof ik het heelal werd ingeschoten. Dat kwam zo ineens binnen want ik had dat nog nooit gehoord, klassieke muziek. “

Voor Elena was het vertellen van een verhaal altijd het allerbelangrijkste aspect van haar voorstellingen. Na haar eerste carrière in de operawereld kwam ze bijna twintig jaar na haar laatste voorstelling weer terug in twee voorstellingen waarin verhalen de basis van de productie vormden. In Coming of Age had theatermaker Cora Bruggraaf gesprekken gevoerd met een groot aantal zangeressen op leeftijd wat uiteindelijk leidde tot een theatervoorstelling van drie vrouwen, drie klassiek zangeressen, Hebe Dijkstra, Lucia Meeuwsen en Elena. De theorie van alles heeft spoken-word van Roziena Salihu als basis voor de voorstelling. Was je daar al in aanraking mee gekomen voordat je aan deze productie begon?

EV: “Ja, maar blijkbaar alleen heel slecht spoken-word. Houda, die Nia speelt, zei dat ik alleen maar heel amateuristisch spoken-word had gehoord. Dus ik zei: “Wat vind jij nou goed spoken-word? Laat me maar eens wat horen, stuur me maar eens wat filmpjes.?” En dan hoor je fantastische dingen hoor. Echt hele mooie teksten.”
Beroepsdeformatie
Ändere die Welt , een co-productie van De Nationale Opera, Opera Zuid en De Nederlandse Reisopera, was ook een heel mooie voorstelling die gebaseerd was op spoken-word. Heb je die gezien?
EV:” Nee, ik ga bijna nooit meer ergens heen. Dat vind ik moeilijk. Ik ben een keer, toen ik net gestopt was, naar een voorstelling geweest, Saint François d’ Assise, die grote Messiaen voorstelling. En dan zit ik in de zaal, in de ‘stopera’, en dan hoor ik het orkest stemmen en dan krijg ik dus een ontzettend vervelend gevoel in mijn buik, een soort onrust. En ik denk: “Ik moet daarachter zijn.” Dat is zo’n beroepsdeformatie en heel vervelend. En dan zit ik er, dan gaat het doek open. En dan op een gegeven moment valt het kwartje:” Nee, ik moet gewoon hier nu ontspannen gaan luisteren”. En dan ben ik aan het overwerken. Dan ga ik overal op letten. ’Wat een gekke schoenen of wat een gek licht daar. Of ‘Nou, het is wel heel ongelukkig zoals ze nu die trap op moeten rennen. ‘ Er gaat een soort orkaan aan dingen aan de gang. Ik kan er niet van genieten. Ik probeer het af en toe wel nog. Bijvoorbeeld muziektheater, dan kan ik het helemaal loslaten. Maar het is denk ik toch gewoon beroepsdeformatie. Net als een tandarts die de hele tijd op de gebitten van mensen let. Het moet wel waanzinnig goed zijn, wil ik het los kunnen laten en denken: “Oh dit komt helemaal goed vanavond.”
Elena Vink heeft nooit officieel afscheid van het theater genomen, dat ligt ook helemaal niet in haar aard. Ze heeft een heel nuchtere kijk op haar vak, haar loopbaan en kijkt ook helemaal niet sentimenteel terug. Anderen om haar heen, zoals haar echtgenoot of nu collega’s in De theorie van alles, vragen wel naar het afscheid, maar krijgen nul op het rekest. Zelf vindt ze haar carrière niet belangrijk, zeker niet afgezet tegen de echt belangrijke dingen die er in de wereld gaande zijn. Als er nu een componist daadwerkelijk een inhoudelijk interessant werk zou maken, waarin het echt ergens over gaat, en waarin ze ook als actrice zou worden aangesproken, wil Elena nog wel een keer een verlenging van haar actieve loopbaan in het theater overwegen.

Verhalen
EV: “Wat ik wel heel erg belangrijk vind is dat het dan wel echt ergens over gaat. Dat het teksten zijn die ergens over gaan. Ik ben 72. Ik heb veel meegemaakt en daar wil ik over zingen of vertellen. En het moet dan echt op mijn stem en op mij persoonlijk geschreven worden. Ik wil ook kunnen acteren. Ik werd benaderd door Opera Ballet Vlaanderen. Ze hadden interviews gedaan met mensen uit de LGBTQIA+ gemeenschap, wat dat betekende in hun omgeving en voor hunzelf, voor hun ouders. Daar hadden ze dan een therapeut opgezet en die ging daar teksten van maken. En daar is een productie over gemaakt. Ze zochten ook een oudere zangeres in een soort oma-rol, met een kleinzoon die transseksueel is. Dat vond ik ook wel weer heel interessant. Dat is heel erg van nu. Dat boeit me dan wel weer heel erg. Maar dat perfecte zangkunstje, daar heb ik niets meer mee.”
In Coming of age kwamen veel verhalen naar boven, ervaringen uit het vak, ervaringen over het ouder worden in het vak en meer. Maar Elena heeft nog veel meer te vertellen. Zaken die ze vroeger niet kon vertellen omdat ze, zoals het zelf zegt, met het kunstje bezig was.
EV:” Precies, ja. We hebben het daar natuurlijk onder elkaar in die voorstelling ook wel over gehad. Bijvoorbeeld hoe je als zanger bent overgeleverd aan je dirigent en regisseur. En dat je als freelancer je mond altijd moet houden. Want voor jou honderd andere dames. Ik heb meegemaakt dat bijvoorbeeld een regisseur de pik had op één specifieke zangeres. Die arme vrouw is door de mangel gehaald. Echt vernederd. En dat je daar staat en de sfeer om te snijden is en dat niemand wat durft te zeggen. Ik moest een gezin onderhouden met het zingen, dus ik kon me dat ook niet permitteren. Maar ik heb echt wel eens nu, dat ik denk: “Had verdomme je mond maar opengetrokken. En dat zo’n man even tot de orde geroepen werd. Maar dat durfde je niet. En dat vreet toch wel eens aan me hoor. Echt waar.”
Misschien moet je dát verhaal vertellen in een opera.
EV:” Ik vertel het nu open en bloot ook aan mijn collega’s en dan hoor je hoe veel er hetzelfde hebben meegemaakt. Heb je dat interview gelezen in de Volkskrant? Van een Nederlandse dramatische sopraan. Zij is nogal volumineus. Ze werd door een regisseur in een kuil gezet de hele voorstelling, omdat hij haar zo grotesk dik vond. Hoe vernederend is dat? Dat is toch schandalig? Gelukkig kun je dat tegenwoordig melden en daar is dan iemand voor. In mijn tijd was dat er helemaal niet. Je moest maar gewoon opdraven en je kunstje doen hoor. “
Na De theorie van alles volgt er nog een keer Coming of Age, in het Rosa Spierhuis, op 16 november.
EV:” Mijn allerlaatste voorstelling is op mijn verjaardag. Hoe is het mogelijk? Dat kan geen toeval wezen. Ik heb geen idee wat er allemaal achter steekt. Quantum fysica…Het zal. Maar ik vond dat wel een grappig toeval.”
Verder kijken, luisteren en lezen
De video trailer van De theorie van alles.
Onze jonge ‘recensente’ Philline zag De theorie van alles in 2023.
Elena Vink als Koningin van de Nacht.
*Coming of age besproken door Olga de Kort.
**De producties waarin Elena Vink zong bij De Nederlandse/Nationale Opera:
Arabella als Fiakermilli (Edo de Waart/Lofti Mansouri) 1986
Parsifal als Knappe & Blümenmädchen (Hartmut Haenchen/Klaus Michael Grüber) 1990+1993
Il ritorno d’Ulisse als Amore (Glen Wilson/Pierre Audi) 1990+1993
Un ballo als Oscar (Michael Halász/David Alden) 1990
La Wally als Walter (Graeme Jenkins/Tim Albery) 1993