BuitenlandOperarecensie

Leipzig geeft Die Feen volwassen uitvoering

In het Wagner-gedenkjaar 2013 baarde de Oper Leipzig opzien met nieuwe producties van de drie vroege werken van Wagner: Die Feen, Das Liebesverbot en Rienzi. Deze maand herneemt het Duitse operahuis alle drie de producties. Die Feen, het jongste werk, beleefde zaterdag een volwassen uitvoering.

Scène uit Die Feen bij de Oper Leipzig. (© Kirsten Nijhof)
Scène uit Die Feen bij de Oper Leipzig. (© Kirsten Nijhof)

De drie jeugdwerken van Wagner worden – op dringende aanwijzing van de meester zelf – nooit tijdens de beroemde Bayreuther Festspiele vertoond. In 2013 werd dat verbod echter omzeild door het drietal ‘Frühstücke’ in de Bayreuther Oberfrankenhalle (een sporthal!) op te voeren. Het succes was zo groot dat de première van de nieuwe Ring in de regie van Frank Castorf er enigszins door werd overschaduwd…

De Bayreuther voorstellingen waren gastproducties van de Oper Leipzig. Na 2013 gaf dat operahuis diverse reprises van de betreffende werken en dit jaar biedt het de drie voor het eerst gebundeld aan. Tijdens de Leipziger Wagnerwochen in mei – die overigens van start gingen met een Ring in vier dagen – worden ze alle drie op achtereenvolgende data uitgevoerd. Van Das Liebesverbot verscheen al eerder een recensie op deze website, zodoende komen nu slechts Die Feen (vandaag) en Rienzi (morgen) aan bod.

Embryonale Wagner

Richard Wagner voltooide de romantische sprookjesopera Die Feen in 1833, toen hij 20 jaar oud was. Hij heeft nooit een uitvoering van zijn eersteling mogen beleven; de première liet tot 1888 op zich wachten, vijf jaar na zijn dood. Ook daarna had het werk weinig succes. Zo vond de Franse première pas in 2009 plaats in het Théâtre du Châtelet in Parijs. Veel wagnerianen, waaronder ikzelf, hebben die productie gezien.

Scène uit Die Feen bij de Oper Leipzig. (© Kirsten Nijhof)
Scène uit Die Feen bij de Oper Leipzig. (© Kirsten Nijhof)

Waar Wagners tweede opera Das Liebesverbot kan worden opgevat als een Duitse Spieloper in de stijl van Lortzing, maar met sterke Italiaanse invloeden, en Rienzi als een poging tot het scheppen van een Duitse grand opéra, te vergelijken met werken van Meyerbeer en Halévy, is Die Feen toch vooral een ‘embryonale Wagner’. Dat zit hem met name in het libretto, waarin elementen voorkomen die Wagners latere werk zullen kenmerken.

Het begint al met de hoofdpersoon Arindal, die met een onbekende feeënprinses heeft samengeleefd, maar de eerste acht jaar van hun huwelijk niet naar haar naam en afkomst mag vragen. Dat hij dat een dag voor het aflopen van die termijn toch doet, heeft vermoedelijk te maken met het over het hoofd zien van een schrikkeljaar. Natuurlijk luidt deze blunder een reeks vreselijke gebeurtenissen in, die de personages tot het einde van de opera in hun greep houden. De overeenkomst met Lohengrin en Elsa is duidelijk.

Aan het einde vinden Arindal en zijn geliefde verlossing doordat beiden onsterfelijk worden. Ook dat zien we in verschillende vormen in latere werken van Wagner terug, zoals in Tannhäuser en Der fliegende Holländer. Ten slotte valt op dat het werk al lange verhaallijnen kent, iets wat daarna nooit echt meer is overgegaan.

De jonge Wagner heeft duidelijk veel naar de muziek van Weber, Marschner en vooral Beethoven geluisterd, met name diens negende symfonie en de opera Fidelio. Verder zijn er Italiaanse invloeden (Bellini) te bespeuren, hoewel veel minder dan in Das Liebesverbot. Vocaal worden er hoge eisen aan de uitvoerders gesteld. Zo vormt de grote scène van Ada in de tweede akte – ‘Weh’mir, so nah’ die fürchterliche Stunde’ – een voorbode van wat Wagner later zijn Brünnhildes zal voorschotelen.

Drie handelingsniveaus

Die Feen kent maar liefst drie liefdesparen, die een afspiegeling vormen van de adellijke rangorde. Bovenaan staan prins Arindal en zijn vrouw Ada, dochter van de feeënkoning. Daaronder de ridder Morald en diens geliefde Lora, Arindals zuster. Ten slotte Arindals vriend Gernot en Lora’s vriendin Drolla.

Christiane Libor in Die Feen bij de Oper Leipzig. (© Kirsten Nijhof)
Christiane Libor in Die Feen bij de Oper Leipzig. (© Kirsten Nijhof)

Met zo veel hoofdrollen is het bijna onbegonnen werk om het verhaal in het kort na te vertellen. Laat ik volstaan met te onthullen dat Ada enige tijd door haar vader in steen wordt veranderd, een thema dat later door Von Hofmannsthal in Die Frau ohne Schatten wordt opgepakt.

In de enscenering die Renaud Doucet voor Leipzig heeft gecreëerd, is sprake van drie handelingsniveaus. De scènes waarin Arindal centraal staat, spelen zich af in een eigentijds burgerlijk milieu. Om zijn outsiderrol in de feeënwereld en zijn gebrek aan grip op de gebeurtenissen te benadrukken, loopt hij erbij als de personificatie van de hoofdfiguur in Death of a salesman. De feeënwereld is een sprookjestuin met veel groen en veel ‘Eftelingkostuums’. De wereld waaruit Arindal afkomstig is – het koninklijk hof waar zijn zus Lora verblijft – heeft een groots opgezette ‘Camelot-uitmonstering’ met alle denkbare clichés.

Luxebegeleiding

Christiane Libor, die in de Leipziger Ring Brünnhilde vertolkt, was een goede keuze voor de rol van Ada. Minder dan een dramatische sopraan is voor deze vroege Wagner-rol niet toereikend. Ze maakte indruk in haar grote solo in de tweede akte en wist ook de derde akte grotendeels naar zich toe te trekken. Grote stem, mooi gezongen, prima optreden. Lora werd vertolkt door Dara Hobbs, die Libor naar de kroon wist te steken.

De mannelijke hoofdrol was wat minder goed bezet. Endrik Wottrich is weliswaar een tenor met een grote staat van dienst op het gebied van Wagner-rollen, maar naar mijn smaak had hij te veel moeite met zijn Arindal. De man werd ook niet geholpen door de opzettelijk zeer sullige uitstraling van zijn personage.

De overige rollen waren redelijk tot goed bezet, met leuk acteerwerk van Magdalena Hinterdobler als de fee Zemina en van Jennifer Porto als Drolla. Hinterdobler wist ik mij te herinneren als Dorella in Das Liebesverbot, waarin ze met een deegroller de mannen tot de orde riep.

Met het Gewandhausorchester in de bak is in Leipzig altijd sprake van een luxebegeleiding. Dirigent Friedemann Layer maakte er een potente uitvoering van, in de dramatische tweede akte sempre crescendo, met veel schwung, maar mij wel iets te luid. Die ervaring had ik al eerder gehad in Leipzig en heeft tenminste voor een deel te maken met de fenomenale akoestiek van dit theater. Dat is natuurlijk fantastisch, maar wellicht zou een dirigent eens in de zaal de uitvoering van een collega moeten beluisteren.

Al met al een volwassen uitvoering van Wagners eersteling, een werk waar hij waarschijnlijk heel tevreden over zou zijn geweest als hij een uitvoering had kunnen meemaken op dit niveau. Een groot compliment voor de Oper Leipzig.

Zie voor meer informatie de website van de Oper Leipzig.

Vorig artikel

Rêves d'Espagne: intelligent en fantasievol

Volgend artikel

De Doelen viert 50-jarig jubileum

De auteur

Peter Franken

Peter Franken