Gericht kijken in en naar I Grotteschi
‘Pur ti miro, pur ti godo’ – de liefdesverklaring aan het slot van L’incoronazione di Poppea klinkt als een verlossing: Nerone en Poppea hebben alles overwonnen. Of toch niet? In de nieuwe productie van De Munt Opera in Brussel, I Grotteschi, worden zulke momenten niet gevierd, maar bevraagd.
I Grotteschi is een radicale bewerking van Claudio Monteverdi’s drie bewaard gebleven opera’s, L’Orfeo, Il ritorno d’Ulisse in patria’en L’incoronazione di Poppea, gelardeerd met fragmenten uit diens Madrigali. Dat is heel veel muziek, verhaal en personages, maar daar heeft regisseur Rafael R. Villalobos dan ook wel ongeveer 6 uur voor. Het werk wordt in de twee delen op verschillende avonden uitgevoerd. Miro ging op 11 april in premiere en Godo op de 13de.

Allegorische gestalten
Villalobos reduceerde de bijna vijftig rollen uit Monteverdi’s oeuvre tot een intieme, maar caleidoscopische cast van allegorische gestalten: de Begeerte, de Nostalgie, het Verlies, de Ambitie, de Standvastigheid – figuren die wisselende maskers dragen en telkens van gedaante veranderen. Peter de Caluwe licht toe dat zijn inhoudelijk dramaturgische werkzaamheden van dit project eindigden met de komst van Leonardo García-Alarcón als muzikaal leider. Met de leden van zijn Cappella Mediterranea, die op zaalniveau in de orkestbak staan, toont hij zich een bezielde dirigent. Het orkest is meesterlijk in barokretoriek en tekstuele verfijning. Slecht aan het begin van de eerste voorstelling moeten orkest en zangers even aan elkaars ritme wennen, maar dan volgt een behoorlijk geoliede voorstelling van drie uur plus een twintig minuten pauze. Die pauze is ook hard nodig om nog even te lezen wie ook al weer wie is want menig bezoeker verzucht dat 12 personages kris kras in scenes wel wat veel is en hoewel iedereen meteen zegt hoe mooi het is, ze toegeven er niet zoveel van begrijpen.
De vertellling
Tijdens een lockdown sluit een rijke familie zich op in hun villa, waar het personeel meer weet dan de bazen. De zwangere Virtù maakt zich zorgen over haar huwelijk, terwijl haar man Privilegio het bed deelt met het dienstmeisje Fortuna. Ondertussen filosofeert Sapienza wat af met de jonge heer (efebe) Capriccio, en dwaalt de oude vader van de familie, Melancolia, verliefd door de tuin op zoek naar zijn (dode) vrouw. Coraggio ontwaakt uit een coma, maar wordt door de verpleegster Carità in slaap gehouden. Zijn vrouw Costanza valt stiekem op dienstmeisje Fortuna maar die heeft dus een affaire met hun zoon Privilegio die zijn zwangere vrouw Virtù niet meer hoeft. Filosoof Sapienza predikt standvastigheid, deugd en normen boven vluchtige schoonheid. Virtù hekelt haar trouweloze man die Sapienza beu wordt en hem ontslaat. De andere zoon van Constanza en Corragio; Capriccio zet zich ook af tegen Sapienza en de herenliefde en gaat net zo als zijn broer met een dienstmeisje met de naam Impazienza, de zus van Fortuna. Privilegio wil Virtù scheiden en met Fortuna trouwen, daarmee is Constanza ineens haar potentiële dames lover kwijt en vreest ze de gevolgen als Fortuna de troon inderdaad zou ‘veroveren’. Sapienza bereid een bad voor om ritueel zelfmoord in te plegen de familie rouwt en het hele huis raakt in morele en emotionele chaos. Uiteindelijk blijft niemand ongedeerd, behalve misschien de tuinman Giudizio, tenminste in dit deel van het tweeluik.

Verhaal of vorm
Doet het er eigenlijk toe waar het over gaat? Misschien wel, misschien niet. Vindt het publiek het goed als de personages gewoon naar hun belangrijkste karaktertrek worden benoemd dus ‘nostalgie’, ‘moed’, ‘volharding’, ‘provilege’, ‘deugd’, ‘willekeur’, ‘ervaring’, ‘fortuin’, ‘ongeduld’, ‘erbarmen’, ‘oordeel’, ‘wijsheid’. Dan blijkt de vrouw met ‘erbarmen’ ook de ‘moedige’ in coma te houden, is dat wel rechtschapen handelen en erbarmen? of is dàt juist erbarmen? Je sterke eigenschap is vaak ook je valkuil en de personages hebben meerdere maskers waarschuwde de regisseur al. Dus zien we misschien verschillende aspecten van dezelfde eigenschap? Is het voor het publiek voldoende om met deze prachtige muziek gewoon uit de opera te halen wat je aanspreekt en verder de boel de boel te laten? Leuk idee, pak eruit wat je aanspreekt en beleef je eigen catharsis feestje. Werkt dat?
Zangers genot
Giulia Semenzato uit Italië, zingt Fortuna, die ook prachtig tot haar recht komt in de duetten met zowel vrouwelijke als mannen als partner. Haar soepele stem combineert goed met haar dito lijf dat ze inzet om te manipuleren en te verleiden. De grillige Privilegio wordt gezongen door de Amerikaanse tenor Matthew Newlin. Hij benut zijn stem goed als arrogante en ijdele kwast en weet ook zacht en verleidelijk te zijn. Volgend jaar zal hij in Berlijn te horen zijn als Siegmund (Die Walküre, Wagner) wat me een mooie rol voor hem lijkt. De zwangere Virtù, vrouw van Privilegio wordt door hem versmaad. De Italiaanse mezzosopraan Raffaella Lupinacci zet haar vooral waardig en krachtig neer. Niets in haar is zielig, zij maakte in 2021 al indruk op mij bij de Munt als Leonora (The King and his Favorite, naar opera’s van Rossini en Donizetti) en was in 2022 een meer dan prima Jane Seymour in Anna Bolena bij Nationale Opera en Ballet*. Het spijt me haar niet gezien te hebben in de titelrol in Iphigénie en Tauride waar ze al eerder samenwerkte met regisseur Rafael R. Villalobos. Zijn Iphigénie bij Opera Ballet Vlaanderen vond ik uitmuntend en de titelrol was dik in orde bij Michële Losier, maar ik zou Rafaella ook zeker als Iphigénie willen horen.

Costanza, de toegewijde echtgenote van Coraggio, is puik in handen bij de heerlijke Franse mezzosopraan Stéphanie d’Oustrac. Zij zingt al een tijdje bij De Munt, onder andere in de titel rollen van Orphée (Gluck) en Béatrice (Berlioz) en ze komt nog in juni als Carmen, iets wat ik niet wil missen. Temeer omdat Nathalie Stutzmann dan dirigeert. D’Oustrac is voor mij een mezzo om voor om te rijden, een heerlijk theaterdier met mooie stem. Haar Constanza is volledig overtuigend in haar relaties met mannen en vrouwen, vocaal dik in orde en als ze op het podium is moet je wel aandacht hebben. In Agrippina, januari 2024 in Amsterdam speelde de ze hoofdrol zo heerlijk dat ik extra kaarten kocht. Ook hielp daar de fijne regie van Barrie Kosky natuurlijk, maar d‘Oustrac is waarschijnlijk voor iedere regisseur een genot om mee te werken.

De Britse tenor Jeremy Ovenden is vaak te zien bij onze zuiderburen, zowel bij Opera Ballet Vlaanderen als in De Munt. Ook bij Nationale Opera en Ballet deed hij een aantal keer mee. De Tamerlando van Handel in 2015 was een samenwerking met De Munt. Hij heeft een flinke stevige stem en kan lyrisch geweldig uit de voeten met de rol van Corragio die in deel twee, Godo, pas echt vorm krijgt.
De Britse tenor Mark Milhofer zingt de rol van Melancolia, de pater familias. In Aix zong hij deze zomer eveneens met dirigent Leonardo García-Alarón in de Pierre Audi regie een Il Ritorno waarin hij drie kleine rollen voor zijn rekening nam. Hij zingt nu veel muziek uit Orfeo. Zijn duet in het eerste bedrijf van Godo met Coraggio was heel erg mooi, in het vierde tafereel is hij prachtig. Hij wordt dan ook door het orkest met de prachtige violen en hun echo gedragen en de harpsolo ondersteunt hem speels en expressief. Zijn ‘Orfeo ben ik’ beroert heel erg.
Het personage van Carità, de verpleegster van Coraggio, is prima in orde en wordt gezongen door de Italiaanse sopraan Arianna Vendittelli. De Italiaanse tenor Anicio Zorzi Giustiniani kruipt in de huid van tuinman Giudizio. Hem noemde ik al in het prima duet.

De Amerikaanse sopraan Jessica Niles zong recent Alexandra in De idioot van Mieczysław Weinberg, een met een Opera Award bekroonde productie van Krzysztof Warlikowski. Hier zingt ze de rol van Impazienza, de jongere zus van Fortuna. Haar spel is zeker zo goed als haar stem, met name in de scene met Constanza raakt ze niet ondergesneeuwd. In het seizoen 2025–2026 zal Jessica Niles de rol van Iris vertolken in Händels Semele bij De Nationale Opera in Amsterdam en optreden in Sounds of Love van Gerald Barry bij de Nederlandse Reisopera.
De Italiaanse sopranist Federico Fiorio tekent voor de rol van Capriccio, een pittige rol waarin hij goed uit de verf komt. De Franse bas Jérôme Varnier is een oudgediende in de Munt. Hij maakte er in 2011 zijn debuut, waarna hij regelmatig terugkeerde. In deze productie vertolkt hij het personage Sapienza. Zijn krachtige stem is goed verstaanbaar en hij heeft een wat autoritair geluid, straalt de norm uit, wat fijn is voor deze rol. Hij is immers filosoof, raadgever van de familie. Tot slot neemt de Spaanse contratenor Xavier Sabata de rol van gouvernante Esperienza voor zijn rekening. Een grote rol die hij knap invult met ook veel overtuigend acteerwerk. Hij maakte vorig jaar zijn Munt debuut met een geënsceneerde Winterreise, eveneens in een regie van Villalobos.

Ik kijk gericht
Mede doordat de uitvoering zo scherp is, boeit de voorstelling. Het verhaal is meervoudig ontregelend en soms betoverend mooi. Een krachtige Monteverdi én een voorbeeld van hoe een hertaling tot een zeer avontuurlijke voorstelling kan leiden. Monteverdi’s werk is niet wezenlijk vernieuwd, maar Villalobos opent het opnieuw als een boek dat we dachten te kennen, dat in dit licht ineens anders leest. Kenmerkend voor zijn stijl is wel dat er veel voorkennis voor nodig is. En als je er niet goed tegen kan dat je niet alle zaken begrijpt of kan rijmen, dan heb je waarschijnlijk geen fijne avond. Maar kan je het over je heen laten komen, dan zal je heerlijke momenten hebben die misschien zelfs leiden tot “Miro”, gericht kijken, want in het volgende deel wordt volgens de titel “Godo” genoten.

Live uitzending op Musiq3 en Auvio
17.4.2025 (19:00) – Deel I, Miro
29.4.2025 (19:00) – Deel II, Godo
Uitzending op Klara
7.6.2025 (20:00) – Deel I, Miro
14.6.2025 (20:00) – Deel II, Godo
Verder kijken, luisteren en lezen
Video over het maakproces van I grotteschi.
De Nederlandse Reisopera brengt Monteverdi’s L’incoronazione di Poppea.
*Raffaela Lupinacci over haar rol van Jane Seymore in Anna Bolena.