BuitenlandFeaturedHeadlineOperarecensieRecensies

Don José in therapie bij Carmen in De Munt

Componist George Bizet, slecht 36 jaar oud stierf in 1875, drie maanden na de première van zijn Carmen. Helaas voor Bizet was de première geen succes. De componist toonde in de opera gewone mensen met rauwe verlangens op het podium. Dat was voor de bezoekers destijds een brug te ver en dan was er ook nog eens geen happy end, schande! Inmiddels zijn we sinds die première honderdvijftig jaar verder en is Carmen meer dan 1.200 maal opgevoerd. Wereldwijd behoort Carmen het tot het opera ABC (Aida, Boheme & Carmen) van beroemde en toegankelijke opera’s.

Carmen (Stéphanie d’Oustrac) en leden van het koor van de Munt Opera. foto: ©Bernd Uhlig

Nu is Carmen vanaf 3 juni 2025 voor veertien (uitverkochte) opvoeringen bij De Munt in Brussel te zien in de regie van Dmitri Tcherniakov, die in 2017 in het Festival Aix-en-Provence voor het eerst werd opgevoerd. Het is de laatste opera onder Peter de Caluwe, die 17 jaar een toonaangevende intendant was en een succesvol huis achter laat. Christina Scheppelmann volgt hem in juli 2025 op met een mandaat van zes jaar. De intendant koos ervoor om twee Don José en Carmen koppels in de veertien voorstellingen te laten afwisselen. Beide versies worden hier besproken.

Don Jose in therapie met naamboordje

Regisseur Dmitri Tcherniakov heeft naar eigen zeggen weinig affiniteit met Bizets Carmen. In de programmatoelichting stelt hij dat de moderne mens de voorkeur geeft aan een veilige omgeving, waarin heftige passies en emotionele overrompeling worden vermeden. Vanuit die gedachte maakt Tcherniakov van Carmen een raamvertelling, vergelijkbaar met de structuur in Wuthering Heights van Emily Brontë, waarin Nelly het verhaal van Heathcliff en Catherine vertelt aan Mr. Lockwood.

De opera wordt gepresenteerd als een therapeutisch experiment. Een man – emotioneel afgestompt, uitgeput en ogenschijnlijk zonder verlangen/libido – wordt door zijn vrouw (Michaëla, Anne-Catherine Gillet) naar een kliniek gebracht. Daar wordt geadviseerd dat een rollenspel, gebaseerd op het verhaal van Carmen, hem mogelijk kan helpen. Hij krijgt een naambordje met ‘Don José’(Michael Fabiano 3 juni, Attilio Glaser 5 juni). Een therapeute speelt Carmen (Ève Maud Hubeaux op 3 juni, Stéphanie D’Oustrac op 5 juni) en begeleidt het experiment.

Rechts in het blauwe pak Michael Fabiano als Don José. Foto : © Bernd Uhlig

Via de vertolking van hartstochtelijke scènes uit de opera moet zij zijn verstoorde emotionele en seksuele beleving aanwakkeren. Tcherniakov stelt dat de stereotypering in Carmen bedoeld is om de verbeelding te prikkelen, maar meent dat we daar in deze tijd niet meer door geraakt worden. Mensen zijn te weinig in het hier en nu en emoties worden verdrongen. Bij hem dan ook geen waaiers, sjaals, uitgedoste zigeuners of glinsterend stierenvechterskostuum.

Hij laat de mannen van het koor het vooraf opgenomen kinderkoor via playback weergeven terwijl ze een slapstick dans ten beste geven. Dat is best grappig en goed gedaan en in de derde acte herhaalt zich dat als de volgende therapie klant ten tonele verschijnt. De regisseur toont een onttoverde en levenloze wereld waarin we naar smileys grijpen om onze gevoelens uit te drukken. De held van de voorstelling is niet bepaald een personage uit de opera Carmen. De opera bevat nieuwe gesproken teksten – soms vervreemdend, soms functioneel – die commentaar geven op de evolutie van de therapie klant die Don José speelt. Soms dient een tekst om scènes te verbinden. Ze onderbreken de oorspronkelijke structuur, maar houden de vaart erin.

Mannen van het Koor van de Munt Opera in Carmen. foto: © Bernd Uhlig

Door in het verhaal van Carmen te stappen, worden de personages gaandeweg meegesleept en beleven zij alsnog de volle emotionele kracht ervan. Wel jammer dat de narratieve scherpte in deze nieuwe lezing een aantal keer mank gaat. En doordat het verhaal opnieuw volledig om de man draait, blijft het geheel toch weer hangen in een patriarchale lezing. Bij de eerdere opvoering in Aix, riep deze regie de nodige controverse op. Tcherniakov wordt vaker verweten dat hij gratuit provoceert en de oorspronkelijke libretti opzijschuift. Zelf heb ik zeker niets tegen regietheater – integendeel – maar dan moet het wel stevig in elkaar zitten en ergens toe dienen.

Twee versies van Carmen en Don José

Het was boeiend de voorstelling van Carmen op 3 èn op 5 juni in de Munt bij te wonen, vanwege de opvallende verschillen in dynamiek en ontvangst door de wisselende bezetting van de twee hoofdrollen. Michael Fabiano’s vertolking van Don José op 3 juni was krachtig en intens, zijn Don José is wat meer verwaand, ook door zijn stemkleur, terwijl Attilio Glaser op 5 juni een meer emotionele lyrische benadering weergaf. Hij acteert emotioneler en laat een verwarde, aan waanzin grenzende Don José zien, die goed aansloot bij D’Oustrac’s Carmen. De duetten van dit duo vond ik wat betreft klankkleur mooier bij elkaar passen. De interactie tussen de personages was hierdoor dynamisch en boeiend, meer dat van een liefdes koppel. Een mooi voorbeeld in het verschil in cast is de overbekende scène waarin Carmen een roos naar Don José gooit. D’Oustrac weet dan de interactie met José intiem en geloofwaardig te maken, de bloem zit met een kam in haar haar en wil niet los, ze vraagt zijn hulp en als een wijfjes dier vlijt ze haar lijf en lippen sensueel om de man die natuurlijk geen aandacht voor de bloem meer heeft.

Carmen (Ève-Maud Hubeaux ) en leden van het koor van de Munt Opera. foto: ©Bernd Uhlig

De andere Carmen, Ève-Maud Hubeaux is meer solistisch in haar poging om de bloem uit haar haar te krijgen. Dus meer als een therapeut en zonder de chemie met Don Jose, maar met de vervreemding van een onhandige Carmen. Hierdoor kwam Hubeaux’s Carmen meer over als een antiheld, wat de geloofwaardigheid van de rol als actrice/ therapeut in een andere setting plaatst. De rol van Carmen is meer op het karakter en spel van Stéphanie gebaseerd dan op die van Ève-Maud Hubeaux mede omdat – naar mijn weten – de instudering met Stefanie in de productie in Aix-en-Provence in 2017 plaats vond. Toch is Stéphanie D’Oustra voor mij vocaal niet de gedroomde Carmen, maar komt er met haar préséance en sublieme acteerwerk prima mee weg. Haar spel heeft een vloeiend en natuurlijk karakter. Ze weet de rol met intense emotie te belichamen en bracht in haar spel een Carmen die perfect aansloot bij de regie.  In Nederland gaf ze bij Nationale Opera en Ballet in Agrippina *** haar visitekaartje als actrice af; wat een heerlijk theaterdier!

Ève-Maud Hubeaux was in maart te horen in Verdi’s Requiem met Viotti en het Koor van De Nationale Opera*. Op basis van de uitvoering in het Concertgebouw, waar haar rijke stem de zaal vulde, had ik mij meer voorgesteld van haar Carmen, maar mogelijk speelde de lastige productie haar parten. Haar spel met de castagnetten was bewonderenswaardig. Het was zo goed dat ik me af vroeg of het wel live was, Brava! Anne-Catherine Gillet zet een aandoenlijke Micaëla neer, maar produceert bijna continu vibrerende zangtonen. deze rol mag echt veel meer ingetogen. Als zij de aria ‘Je dis que rien ne mépouvante’ zingt waar zes maal het woord ‘Mon Seigneur’ in voorkomt, zit Escamillo aldoor aan haar en gaat het dus over een hele andere ‘Heer’ dan Bizet hier voor ogen had. Ze heeft wel een hele mooie heldere en trefzekere stem en ik zou haar graag in operette horen. Edwin Crossley-Mercer moet als bas Escamillio niet meer zingen; deze rol ligt niet goed voor hem. De overige rollen waren prima, Moralès (Pierre Doyen) was goed verstaanbaar en zette bij aanvang de toon van de opera, Frasquita door Louise Foor was meer dan goed. Proficiat voor deze MM Laureate, het opera studio programma van de Munt. Ook Claire Péron bracht met haar warme flexibele mezzo een prima Mercédès, de dames speelden goed en hadden ook aanstekelijke lol met de respectievelijke Carmens. Hetzelfde gold voor Guillaume Andrieux (le Dancaïre) Enguerrand de Hys (Le Remendado) en  Pierre Grammont (L’Adminisrateur) prima vertolkingen.

Ensemblefoto Carmen in de Munt met in het midden Ève-Maud Hubeaux als Carmen.Foto: © Bernd Uhlig

De hoofdrol in deze Carmen is dus eigenlijk Don José, om hem draait de voorstelling, maar wat mij betreft lag de zanghoofdrol bij het koor dat, zeker bij de première een buitengewoon prachtige prestatie leverde. Het is geen makkelijke muziek, de inzetten, nuances en de samenzang stelt hoge eisen aan het Koor van de Munt, chapeau dus aan koorleider Emmanuel Trenque.

Dirigent Nathalie Stutzmann leidde het orkest met veel gevoel en finesse. Ze zorgde voor een mooie balans tussen orkest en zangers, met een subtiele en ondersteunende aanpak die nergens te zwaar werd. Ondanks de kleine bezetting van het orkest wist ze toch voldoende spanning en dreiging uit de orkestbak te halen. Wat opvalt, is hoe precies ze alle inzetten bij de zangers aangeeft – solisten én koor. Je merkt gewoon dat ze zelf zangeres is.

Klinisch decor

Dmitri Tcherniakov, die ook het decor ontwierp, koos voor een zeer strakke setting die een kliniek voorstelt. Wij toeschouwers moeten volgens hem, anders naar de opera kijken. En daar hebben we tijd genoeg voor; twee uur en veertig minuten kijken we naar hetzelfde decor, een soort hal van een statig gebouw vol met bombastische leren stoelen. De leden van het mannenkoor dragen een keurig pak, met een badge die hun personage aanduidt. Hoewel dit een duidelijke en gestileerde achtergrond biedt, is het ook eentonig en saai. De afwezigheid van dynamiek en kleur, behalve bij regie-ingrepen of aankondigingen van nieuwe scènes met dan ineens fel koel licht, zorgt ervoor dat de toeschouwer minder betrokken raakt. Dit decor, in combinatie met de regie, werkt bedoeld vervreemdend en geeft de productie een gevoel van afstand. Dat is iets wat niet altijd overeen komt met de muziek van Bizet en ook niet met de passie en het vermaak dat men van een traditionele ‘Carmen’ verwacht. Aldoor gaat de aandacht terug naar de patiënt, de man, Don José.

Don José (Attilio Glaser) en Micäela (Anne-Catherine Gillet) in Carmen. Foto: © Bernd Uhlig

Niet van deze tijd

De term women’s gaze verwijst naar een perspectief in kunst, literatuur en media dat de wereld toont door de ogen van vrouwen in tegenstelling tot de traditionele male gaze.  Het is een manier om vrouwelijke subjectiviteit en zelfbeschikking te benadrukken. En het in de kunst laten zien van de capaciteit van vrouwen om autonoom te handelen, beslissingen te nemen, en invloed uit te oefenen op hun eigen leven en omgeving is hard nodig. Juist in klassieke verhalen, zoals in veel opera’s – en zeker in een vaak opgevoerde titel als Carmen – ontbreekt het vrouwen aan zeggenschap, keuzevrijheid en actieve deelname aan maatschappelijke, sociale en persoonlijke processen. Opera’s als Wozzeck (nu te zien bij Opera Ballet Vlaanderen – lees de recensie van Peter Franken**) en Carmen kun je vanuit de women’s gaze benaderen om de machtsverhoudingen tussen mannen en vrouwen bloot te leggen. In zowel Wozzeck als Carmen zien we mannen die worstelen met hun onmacht en obsessieve liefde. In Wozzeck wordt de protagonist gedreven tot waanzin en femicide door een maatschappij die hem onderdrukt en een liefdesrelatie die hem ontglipt. Bij Carmen zien we Don José, die zijn liefde voor Carmen niet kan beheersen en uiteindelijk ook overgaat tot de extreme daad van femicide. Deze verhalen laten zien hoe mannen in deze opera narratieven hun controle verliezen, wat leidt tot destructieve uitkomsten en onderstrepen daarmee de noodzaak om vrouwelijke perspectieven zichtbaar te maken. Vanuit de women’s gaze krijgen verhalen als Carmen en Wozzeck een nieuwe lading: de focus verschuift naar de ervaringen van vrouwelijke personages als Carmen en Marie, die anders vaak gereduceerd worden tot objecten van mannelijke obsessie en geweld. In dat licht is het problematisch om in Carmen – een opera die haar naam draagt – het perspectief te verleggen naar Don José.  Dat weerspiegelt een patriarchale benadering en staat haaks op de hedendaagse tendens in theater en kunst om juist vrouwelijke stemmen te bevragen en centraal te stellen. Ergo een regietheater ingreep die ook in 2017 al niet meer van deze tijd is. Er is een groeiende behoefte om deze perspectieven uit te lichten en ‘women’s gaze’ kan bijdragen aan een diepere en genuanceerde interpretatie van klassieke verhalen met name bij regietheater.

Het slot van Carmen met links (Ève-Maud Hubeaux) in het midden Michael Fabiano (Don José) en rechts Micaëla (Anne-Catherine Gillet) en in het witre pak op de rug gezien Escamillo (Edwin Crossley-Mercer). Foto: © Bernd Uhlig

Slotscène als wederopstanding

Het zou mij niet verbazen als uiteindelijk deze Don José voor Carmen kiest -als ze hem zou willen – en zijn vrouw (Michaëla) aan de dijk zet. Want in deze versie sterft Carmen niet. Wat we zien: therapieklant Don José’s passie is duidelijk aangewakkerd. Hij toont jaloezie, gaat op de vuist en steekt Carmen met een inklapbaar toneelmes omdat hij haar niet kan krijgen. Daarna zakt hij in elkaar – alsof hij werkelijk iemand gedood heeft. Eerder riep ’therapeut’ Carmen nog dat het te ver ging en wilde ze de sessies stoppen. Was er sprake van overdracht? Voelde zij zelf ook iets? Op de achtergrond vieren de spelers met champagne het succes van de therapie. Escamillo heeft zijn stier gedood. Op de voorgrond ontstaat een tafereel dat doet denken aan een christelijke wederopstanding: rechts de goede vrouw Michaëla – boodschapper van Don José’s moeder – als Maria; links de begeerde Carmen als Maria Magdalena. En Don José? Die ligt in het midden, als een man die misschien wel is ‘wederopgestaan’. En wat een toeval: het is dit weekeind Pinksteren.

Conclusie

De voorstelling bood een intellectuele, haast klinische benadering van Carmen – een titel die beter Don José had kunnen luiden. Liefhebbers van moderne interpretaties kwamen hier waarschijnlijk ruimschoots aan hun trekken. Voor wie houdt van het volle Bizet-drama, inclusief de bekende dialogen bleef er wat te wensen over. Toch viel er muzikaal genoeg te genieten. En de hoofdprijs? Die ging deze keer wat mij betreft naar het koor van de Munt – zelfs voor hun playback act.

 

Carmen loopt nog tot en met 25 juni in De Munt in Brussel en voor alle resterende (uitverkochte) voorstellingen wordt een wachtlijst gehanteerd.

Verder kijken, luisteren en lezen

Hier de video trailer van Carmen in de Munt.

Eve-Maud Hubeaux zingt de ‘Habanera’ uit Carmen in San Francisco.

Stéphanie d’Oustrac zingt de ‘Habanera’ uit Carmen in 2017 in Aix -en Provence.

De finale van Carmen met Stéphanie d’Oustrac en Michael Fabiano in Aix-en Provence in 2017.

*Ook Franz Straatman was laaiend enthousiast over Ève-Maud Hubeaux in het Requiem van Verdi.

** Peter Franken over Wozzeck in Antwerpen.

***Stéphanie d’Oustrac in Agripinna bij De Nationale Opera.

Vorig artikel

Blog Liza Lozica: terug naar troost.

Volgend artikel

Dit is het meest recente artikel.

De auteur

Monique ten Boske

Monique ten Boske