FeaturedHeadlineOperarecensieRecensies

Fonte Musica schijnt fris licht op Orfeo

Het Festival Oude Muziek Utrecht 2025 is op 29 augustus officieel van start gegaan en Place de l’Opera zal van enkele opera’s en daaraan verwante concerten verslag doen. Martin Toet ging op 31 augustus naar een uitvoering van  L’Orfeo door La Fonte Musica.

Een verrassende nieuwe lezing van L’Orfeo beloofde het Festival Oude Muziek Utrecht. Geen simpele opgave, aangezien Monteverdi’s werk al van alle hoeken grondig onder de loep is genomen, om even in termen van het editiethema Museumkunst? te blijven. Groot gezag in noten uit circa 1400 geeft La Fonte Musica wel een unieke aanpak. Waar veel vertolkingen terugkijken vanuit latere operatradities, blikt dit ensemble als het ware vooruit vanaf het vroege humanisme dat in L’Orfeo een nabloei heeft.

Solisten en leden van La Fonte Musicia in L’Orfeo. Foto: © FOMU, Foppe Schut.

In hun laatmiddeleeuwse concerten telt het kleinste gebaar en met dezelfde finesse benaderde chef Michele Pasotti deze ambitieuze Monteverdi. In het voorgesprek noemde violiste Eva Saladin dat het  publiek in loop der tijd gevoel voor tekstnuance heeft verloren, wat ook geldt voor zangers die steeds grotere zalen moesten vullen. Maar bij uitstek La Fonte Musica kan die trend keren! In de bomvolle en zeker Grote Zaal van TivoliVredenburg werden zondag vele inderdaad verrassende details belicht.

Theatrale opwinding was er natuurlijk ook, direct in de brutale trompetten van de openende Toccata. De kern aan musici rond Pasotti diende fiks uitgebreid, al bleef met 40 zangers/spelers het totaal ruim onder de aanwijzingen in de gedrukte partituur van 1609. Fluiten sierden de ritornellen in de Proloog maar de continuo-vrijheid was eerder doelbewust dan decoratief. Bij ‘cetera d’or’ (gouden citer) nam de trippelharp het voortouw en bij ‘lira del ciel’ (hemelse lier) een lage strijker, ongetwijfeld de lirone.

L’Orfeo door La Fonte Musica in de Grote Zaal van Tivoli/Vredenburg. Foto © FOMU, Foppe schut.

Monica Piccinini (La Musica) forceerde haar delicate sopraan niet en zette zo de toon voor alle even slank gestemde collega’s. Ze richtte haar opvallendste accent op het woord ‘accenti’ want hoe secuur Monteverdi ook schaafde aan zijn noten, vrije ornamenten schuwde deze cast allerminst. Maar waar latere barokke versierkunst vooral melodielijnen wil verfraaien, werden hier woorden beklemtoond. Met kleine variaties, maar ook met bijvoorbeeld een verstikte of holle kleuring op smartelijke frasen.

Als titelheld blonk Mauro Borgioni terecht uit, behalve via gouden franje op zijn vest via weergaloze stem. Zijn krachtige bariton contrasteerde met alle overige mannenstemmen, maar onder die viriele huls stak een tedere fluwelige kern. Voeg daarbij grote scenische présence en tastbaar werden zowel Orfeo’s vreugde als wanhoop. De omslag signaleerde Pasotti met een barse toon op theorbe. Deels dirigeerde hij vanaf een lessenaar, maar voor sleutelpassages pakte hij het grote tokkelinstrument.

De noodlotstijding van de Messagiera raakt altijd diep, nu wellicht extra omdat Alena Dantcheva niet het meer gangbare ‘tragische’ donkere vibrato heeft. Zij klonk echt als één van Euridice’s jeugdige vriendinnen, amper in staat het leed te bevatten. Prachtig van opbouw verliep het rouwritueel met prominent de bitterzoete samenzang van tenoren Massimo Altieri en Jacob Lawrence als herders.

Na de pauze leidden vier trombones niet alleen de onderwereld in, bij een Dante-citaat overstemden ze ook Yetzabel Arias Fernandez (La Speranza). Dat sterkte haar vertolking want in gepast groene jurk gaf ze met schichtige stembuigingen aan dat Hoop daar niet kon of wilde blijven. Salvo Vitale was als veerman Caronte echter een vis in het water met zijn rauwe laagte bij de nasale klank van het regaal.

Orfeo’s hyper-virtuoze smeekbede Possente spirto is tegelijk hoogtepunt en grootste raadsel. Caronte laat zich immers niet overhalen en dut zelfs in, door Vitale geestig gespeeld. Mogelijk legt de overdaad vast hoe oervertolker Francesco Rasi improviseerde. Of het bekritiseert Orfeo’s retorische vaardigheid. Hoe dan ook, Borgiani’s staccato nootjes en rijke resonans in een puntgaaf instrumentaal kader boden puur genot.

Anna Piroli (Euridyce) en Mauro Borgioni (Orfeo) met leden van La Fonte Musica. Foto: © FOMU, Foppe Schut.

Nederig volgde Proserpina (Francesca Cassinari) echtgenoot Plutone (frisse bas Alessandro Ravasio) maar vermurwde hem toch met haar haast ijle en tegelijk zelfbewuste sopraan, eerst alleen door klavecimbel begeleid. Bitterheid op het woord ‘preda’ (prooi) illustreerde haar eigen lot als roofbruid.

Orfeo’s lotgevallen verliepen van overmoedige aria met de ‘hemelse’ harp als motiverende puls, via gestage twijfel tot het fatale omkijken. Zowel muzikaal als visueel was dit volledig raak, met de nog niet genoemde Anna Piroli als hartbrekende Eurydice. Met ruwe stem en hand voerde tenor Massimo Lombardi als Geest haar definitief af. Letterlijk hard oordeelde het mannenkoor over antiheld Orfeo.

De slotakte was vocaal en instrumentaal weer fraai opgebouwd, startend met Borgioni’s uitgebluste stemklank bij Pasotti’s eenzame theorbe. Zoete herinneringen en een hoog orgelregister mondden uit in een vrouwvijandige tirade met alle continuo-instrumenten in chaotische samenklank. Een halo van klavecimbeltonen omgaf tenor Riccardo Pisani’s Apollo, in chic pak uitgelicht. Eerder klinkend als zoon dan vader wees hij in hun duet Orfeo op het juiste stoïcijnse pad. Terecht, een god blijft eeuwig jong.

Alle solisten en koorleden en in het midden dirigent Michele Pasotti in L’Orfeo door La Fonte musica. Foto: ©FOMU, Foppe Schut.

Voor het feestelijke slotkoor en de ongedanste dans traden alle koorleden, onder wie slechts enkelen zonder solorol, naar voren. Daarna barstte de ovatie los want inderdaad, zelfs op dit monument uit de muziekhistorie had La Fonte Musica fris licht geworpen. Maandag volgde nog een Monteverdi-avond en op 7 september, de Festival-slotdag gaan ze weer 200 jaar verder terug met Matteo da Perugia. Een aanrader!

 

Verder kijken, luisteren en lezen

De life stream van 31 augustus is nog terug te kijken door deze uitvoering te kopen.

Hier een gratis opname van La Fonte musica in muziek van Monteverdi.

Een korte kennismaking van de muziek van Matteo da Perugia door La Fonte Musica.

In 2020 bracht de Nederlandse reisopera l’Orfeo in de regie van Monique Wagemakers.

 

 

Vorig artikel

Sibyllen blijven raadsel in oude-muziek show

Volgend artikel

Dit is het meest recente artikel.

De auteur

Martin Toet

Martin Toet