Operarecensie

Murray polijst Schubert in Kleine Zaal

Samen met tenor Robert Murray en mezzosopraan Rosanne van Sandwijk begon pianist Malcolm Martineau gisteravond (19/7) aan zijn ‘Schubert-liederen Minifestival’ in het Concertgebouw. Met name Murray maakte veel indruk op me. Met zijn gepolijste zang liet hij Schubert volop blinken.

Robert Murray (foto: Sussie Ahlburg).

De bekende recitalbegeleider Malcolm Martineau is door de Robeco Zomerconcerten uitgenodigd om deze week een driedelig ‘Schubert-liederen Minifestival’ te houden in de Kleine Zaal van het Concertgebouw. Driemaal laat hij samen met een zangersduo een stukje van het enorme liedrepertoire van Franz Schubert horen.

De aftrap mocht gisteravond (19/7) verzorgd worden door de jonge Engelse tenor Robert Murray en de eveneens jonge Nederlandse mezzosopraan Rosanne van Sandwijk. Ze lieten ruim 25 liederen horen, begeleid door de enthousiaste Martineau. Het was duidelijk te zien en te horen dat hij de liederen meester was en dat hij er veel plezier in had.

Murray verraste me met zijn fraaie, zeer beheerste zang. Met een stem uit één stuk – resonerend van laag tot erg hoog – gaf hij verzorgde interpretaties van de liederen. Voor mijn oor was het een lust om hem soepeltjes en ontspannen door de Schubert-melodieën te horen gaan. Als een warm mes door de boter – zelfs op de meest subtiele, ingetogen momenten.

En het was niet alleen de stem die het hem deed. Zijn voordracht en expressiviteit waren eveneens dik in orde. Het was alsof hij van de Kleine Zaal een knusse huiskamer maakte, waarin hij op meeslepende wijze zijn verhalen vertelde. Aan kleine gebaartjes had hij genoeg om zijn zang kracht bij te zetten. Zo klonk er een verstild, ontroerend ‘Abschied’ en een fantastisch treurend ‘Am Grabe Anselmos’.

Rosanne van Sandwijk.

Van Sandwijk moest het enigszins afleggen tegen haar collega. Haar hoogte straalde prachtig door de zaal en ook zij creëerde hier en daar een intieme sfeer, maar op andere momenten was ze minder stabiel en kon ze me niet in het lied meeslepen.

Wat me verder opviel, was dat haar lagere register minder vol en diep klonk dan de vorige keer dat ik haar hoorde. Zo was bijvoorbeeld het vuur uit ‘Dem Unendlichen’ niet zo overtuigend terug te horen in haar zang, simpelweg omdat het haar aan body ontbrak in de laagte. Het punt waarop haar stem echt openbloeide, lag veel hoger dan je zou verwachten bij een mezzosopraan.

Hoe dan ook: met het prachtige, lieflijke duet ‘Licht und Liebe’ knoopte ze samen met Murray een fraai einde aan het recital, dat al met al een allerplezierigst concert was. Ideaal voor een zomeravond als die van gisteren. En veelbelovend voor de volgende twee concerten, op woensdag 21 (Thomas Oliemans en Sarah Fox) en vrijdag 23 juli (André Morsch en Sophie Bevan).

Zie voor meer informatie de websites van Robeco Zomerconcerten en het Concertgebouw.

Vorig artikel

Gounod komt verrassend uit de hoek

Volgend artikel

Scarlatti-opera na 300 jaar weer opgevoerd

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.