Operarecensie

Watts weet wat zingen is

Elizabeth Watts maakte gisteravond een bekoorlijke entree in het Concertgebouw. De jonge Britse heeft een pure sopraan, een geweldig gevoel voor tekst en een innemende uitstraling. Alles wat nodig is voor een meer dan doorsnee recital.

Watts is één van de veelbelovendste zangers van de nieuwe generatie ‘Britse vocalisten’. Zo werd ze in elk geval geïntroduceerd door de Vocale Serie van het Concertgebouw, waarin de sopraan gisteravond debuteerde. Dat schept verwachtingen. De zangeres had echter geen moeite daaraan te voldoen.

(Foto: Marco Borggreve)

Watts heeft een pure sopraan, hecht van top tot teen, slechts licht vibrerend en overgoten met een aangename, donkere glans. Dat paart ze aan een innemende uitstraling, vol leven en charme. Ieder lied kan je van haar gezicht aflezen, elke emotie staat in haar ogen geschreven.

Daar komt haar geweldige gevoel voor tekst nog bij. Ze weet exact wat ze zingt en hoe ze de woorden tot leven kan wekken, zowel in haar voorkomen als in haar zang.

Samen met de gerenommeerde liedbegeleider Roger Vignoles had Watts een afwisselend programma samengesteld. Ze begon met tien liederen van Franz Schubert. Daarin vond ik haar nog gespannen overkomen. De melodieën klonken wat stroef, door haar enigszins verkrampte manier van zingen en te dominante medeklinkers.

Naarmate het Schubert-repertoire vorderde, leek ze zich echter te ontspannen, met een intieme vertolking van ‘Das Rosenband’ en een intens gezongen ‘Die Liebe hat gelogen’ als gevolg.

Het was echter pas in vijf liederen van Sergej Prokofjev dat Watts voor mijn gevoel echt ‘vrijuit’ stond te zingen. Haar doordringende, klagende toon trof de gedichten van Anna Achmatova in het hart. Ondanks het Russisch waren de sombere, zwaarmoedige liederen woord voor woord te begrijpen.

Die melancholische sfeer kreeg ze nog beter te pakken in een aantal liederen van Serge Rachmaninoff. Het leek alsof de emoties uit de gedichten haar hele lijf doortrokken. In ‘Zing niet voor mij, mooi meisje’ en ‘Welk geluk’ bereikte ze het hoogtepunt van de avond. Ze stuwde de muziek op naar twee intense, grootse uitbarstingen. Erg doorleefd en meeslepend.

Iets eerder, in ‘Heb je de hik, Natasja’, had ze op verrassende wijze haar humoristische kant laten zien en horen. In een handomdraai veranderde ze in een dronkaard, niet bang om te chargeren met haar stem en onbevreesd om de anders zo statische recitalsfeer te doorbreken met een flinke portie acteerwerk.

Met dezelfde uitbundigheid en pretoogjes zong ze afsluitend tien volksliederen van Hugo Wolf. Ook daar spatte het plezier van af, of het nu een fel lied als ‘Schweig einmal still’ was of het tedere, zachte ‘Wir haben beide lange Zeit geschwiegen’. Ze stond geen negentiende-eeuwse poëzie voor te dragen, ze vertelde op en top levende verhalen en genoot er zichtbaar van.

Het Concertgebouw beschreef Watts vooraf als een ‘verrukkelijke sopraan’. Ik sluit me daar volledig bij aan.

Zie voor meer informatie de website van het Concertgebouw.

Vorig artikel

Bartoli wint Grammy voor castratenalbum

Volgend artikel

De harde wereld achter de coulissen (1)

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.