Asmik Grigorian diep ontroerende Rusalka
Na het werkelijk hemelse concert afgelopen week in het Gran Teatre del Liceu in Barcelona waarin Amsik Grigorian straalde in Strauss en Wagner, had ik het grote geluk op 7 juli de laatste voorstelling van Rusalka mee te maken met Grigorian in de titelrol.

Sterren van de hemel
Christof Loy’s productie van Dvoraks opera Rusalka was eerder te zien in het Teatro Real in Madrid. De videoregistratie werd al eerder besproken door Peter Franken*. In het theater in Barcelona zorgden Asmik Grigorian, Piotr Beczała en Alexandros Stavrakakis voor een prachtige opera-avond met zang van wereldklasse. Niet alleen in het beroemd lied aan de maan, maar in de gehele voorstellingen zong Grigorian de sterren van de hemel en haar collega’s deden niet voor haar onder.
Loy maakt van het sprookje van de waternimf die verliefd wordt op een Prins, maar het leven op de menselijke aarde niet aan kan, een studie van de ziel met diepgang ondanks de op zich toch wat gekunstelde setting in een theater, waar Rusalka een, op verschillende niveaus, gemankeerde ballerina is.
Dans vormt naast echt heel sterk acteerwerk en prachtige vocale prestaties de kern van de enscenering en door de combinatie van de drie elementen wordt het echt heel intens muziektheater. Soms is het wat veel van het goede, vooral in de zeer agressieve en zeer seksuele balscène (choreografie Klevis Elmazaj), maar de allegorie van de onvervulde wensen en dromen van (theater)mensen, van een ander en beter leven, tegenover de harde werkelijkheid van het bestaan, werkt als geheel.

Geloofwaardige personages
Wat namelijk lukt is dat de naar liefde hunkerende Rusalka, haar prins voor wie de fysieke lusten belangrijker zijn dan echte liefde en bovenal ook de vader die worstelt met zijn liefde voor zijn dochter en de keuzes die zij maakt, geloofwaardige personages worden. De personen regie is zeer sterk en de muzikale invulling van de rollen is wonderschoon van alle vertolkers.
Alexandros Stavrakakis als Vodnik, de Watergeest en vader van Rusalka is een nog relatief jonge bas, maar acteert en zingt schitterend en bracht tranen in mijn ogen. Hij wil het beste voor Rusalka, maar moet met lede ogen toezien hoe ze haar noodlot tegemoet gaat en kan niet ingrijpen. In de visie van Loy lijkt het op een compliceerde vader-dochter relatie, waarin de dochter verstikt is in psychische dillema’s waar de vader geen grip op krijgt.

Piotr Beczała is een meer dan voortreffelijke Prins. Een waar genot om de tenor in topvorm in dit repertoire te horen. Deze rol die vaak door (jungendlich) heldische tenoren gezongen wordt, lijkt voor hem geschreven te zijn. De hogere passages vormen geen enkel probleem, de kleur van zijn vol lyrische stem past helemaal bij de rol, en in deze regie wordt de gefrustreerde passie van de Prins geloofwaardig. Zijn gevoelens voor Rusalka zijn vooral lustgevoelens en de korte afleiding die de vamp-achtige, wat verbitterde Vreemde Prinses op leeftijd biedt met een vol overgave zingende en spelende Karita Mattila, kan hem niet redden van zijn ondergang in de koude armen van Rusalka.

Dromen zijn bedrog
Het bijzondere aan Rusalka vond ik altijd al dat de nimfen, de waterwezens en de komische bijrollen allemaal namen hadden en de Prins en Prinses juist niet, maar door deze regie begreep ik dat onderscheid ineens. De sprookjes-personages met namen worden echte mensen, de echte mensen zijn slechts lege sjablonen. De drie nimfen, de zusjes van Rusalka delen in het leed van Rusalka en de Prins. De drie zongen en speelden vol overgave en overtuiging.De droom om een menselijk bestaan vol emoties en passie te leiden, blijkt een sprookje te zijn.

Orkestrale krachten
Dirigent Josep Pons gaf alle zangers de ruimte tot deze prestaties te komen zonder daarbij het orkest te beteugelen. De orkestratie van Dvorák is rijk en Pons schuwt het niet die orkestrale krachten, voortreffelijk verklankt door het Orquesta Sinfonica del Gran Teatre del Liceu, vol tot bloei te laten komen. De zangers blijven daarbij altijd hoorbaar, hoewel Okka von der Damerau in de lagere passages van de heks Ježibaba er wel hard voor moest werken, evenals de jonge mezzo Laura Orueta in de rol van Kuchtík, de kokshulp.

Je moet van de slapstickachtige humor van Loy houden in de scenes met Hajný, de boswachter en de kokshulp, maar Manel Esteve en Laura Orueta stortten zich er vol overtuiging in. Dat gold voor alle uitvoerders en dat maakte van deze soms wat drukke Rusalka een meer dan geslaagde avond waarbij een regieconcept, ondanks enkele duidelijke conflicten met het libretto, overeind bleef en zelfs wist te ontroeren.

De ster zelf
Asmik Grigorian is mogelijk de beste Rusalka van de laatste 30 jaar, vergelijkbaar met Gabriela Beňačková en als zingende actrice met Teresa Stratas. Vocaal is Grigorian superieur met een enorm kleuren- en dynamisch pallet. Acterend als de beschadigde ballerina is elke beweging, elke gezichtsuitdrukking raak. Een sopraan die echt op spitzen danst alsof ze nooit anders gedaan heeft en daarbij ook nog vocaal nagenoeg perfect gestalte geeft aan de rol, is van uitzonderlijke klasse en dat werd terecht door het uitzinnige publiek beloond met haast oneindige ovaties.

Het Liceu heeft een betaalde streaming service waar Rusalka ook te zien is.
Verder kijken, luisteren en lezen
*Peter Franken over Rusalka op DVD.