FeaturedHeadlineRecensies

Ensaladas van Cantoría een muzikaal genot

In de Kleine Zaal van het Concertgebouw bracht het Spaanse vocaal ensemble Cantoría op zondagmiddag 26 oktober een programma van een uur rond de ‘ensaladas’ van Mateo Flecha. Deze vocale werken, uitgevoerd door vier zangers, werden aangevuld met instrumentale tussenspelen van de iets latere tijdgenoten Diego Ortiz en Luis de Narváez. Het programma bevat humor, ritmische levendigheid en vocale verfijning.

Cantoría in de Kleine Zaal van het Concertgebouw. Foto: © Place de l’Opera, Monqiue ten Boske.

Het is een feest van renaissancepolyfonie, maar met een frisse, theatrale benadering die het publiek probeert te betrekken. Die poging werd vanuit het Concertgebouw wat beperkt, er waren slechts 160 kaarten verkocht mijn schatting is dat er met het slechte weer maximaal 140 mensen in de zaal gezeten hebben, jammer, het was een bijzonder programma.

Volgens de toelichting van tenor en leider van het ensemble, Jorge Losana, werden de ‘ensaladas’ altijd met kerst uitgevoerd. Het ensemble heeft zich verdiept in de vijfhonderd jaar oude Spaanse muziek, ze hebben daar ook een specifieke opdracht voor gekregen om dat te onderzoeken. Hun eerste tournee was in 2019 met een optreden in het Festival Oude Muziek in Nederland. In 2024 waren ze daar wederom welkom als ‘artist in residence’ en dit jaar zongen ze weer in het festival, op 1september om precies te zijn in de Martinuskerk.

Mateo Flecha, kunst van de ‘ensalada’

In de veelbewogen decennia rond 1500, toen Spanje zich met de verovering van Granada en de ontdekking van de Nieuwe Wereld op de kaart zette, groeide Mateo Flecha uit tot een van de origineelste componisten van zijn tijd. Geboren in het Catalaanse Pradesgebergte en gevormd in Barcelona, ontwikkelde hij zich tot kapelmeester in Lleida en hofmusicus bij de hertog van Mendoza, een vertrouweling van keizer Karel V. Daar, in het muzikale hart van het keizerlijke Spanje, schiep Flecha zijn meest persoonlijke bijdrage aan de renaissance: ‘de ensaladas’ een levendige ‘muzikale salade’ waarin stijlen, talen en stemmingen door elkaar lopen. Latijnse devotie botst er vrolijk met volkse humor, plechtige polyfonie met dansritmes, en ernst met speels absurdisme.

Cantoría in de Kleine Zaal van het Concertgebouw. Foto: © Place de l’Opera, Monique ten Boske.

In ‘La Guerra’ marcheren trompetten, kanonnen en musketten vocaal voorbij, terwijl in ‘La Bomba’ een wanhopige bemanning zingend tegen de golven vecht. Wat Flecha onderscheidt, is zijn lichtheid. Waar veel tijdgenoten zich verliezen in geleerd contrapunt, kiest hij voor ritmische helderheid en verstaanbaarheid, voor melodieën die het publiek kon meeneuriën. Zijn ‘ensaladas’ waren vermaak én moraal in één adem: een lofzang op geloof en menselijkheid, met een knipoog naar de zwakheden van de mens. Aan het eind van zijn leven werd Flecha leermeester van de dochters van Karel V, om zich daarna terug te trekken als Cisterciënzer monnik in Poblet, vlak bij zijn geboortegrond.

Overige componisten

Diego Ortiz, kapelmeester in Napels, bracht met zijn ‘Recercadas’ verfijnde variaties voor gamba of andere melodie-instrumenten hier verweven als instrumentale intermezzi voor viola da gamba en vihuela. Luis de Narváez, hofmusicus van Karel V, leverde met zijn ‘la Canción del Emperador’ uit ‘De zes boeken van de Dauphin’ een meditatieve tegenhanger: intiem, melancholisch en van een serene schoonheid. Dit werk werd door de vihuela speler Pablo FitzGerald vertolkt, hij is een autoriteit op dit gebied en legde ziel en zaligheid in de vertolking. Voor mij was dit beslist het hoogtepunt op deze middag.

Sprankelende energie

De sopraan van het gezelschap is Inés Alonso, Oriol Guimerà, countertenor, LIuis Arratia is bas en de eerder genoemde Jorge Losana is tenor en leider van het gezelschap. Hij heet ook de bezoekers welkom en geeft wat toelichting. Wat ik verstaan kan is interessant en humoristisch, maar hij spreekt vrij snel en met een wel heel sterk Spaans accent. De vier jonge zangers zingen met een natuurlijke flair en zonder dirigent. Hun stijl is helder, ritmisch precies en tegelijkertijd expressief. Ze zingen in levendig Castiliaans, Catalaans en Latijn, en maken gebruik van kleine gebaren, waardoor het publiek de humor en emotie direct kon volgen. Ook waren de teksten volledig op papier bij ingang verkrijgbaar wat erg prettig was.

Cantoría v.l.n.r. viola da gamba speler Marc de la Linde, leider/tenor Jorge Losana, bas LIuis Arratia, sopraan Inés Alonso, counter tenor Oriol Guimerà en vihuela speler Pablo FitzGerald. Foto: © Place de l’Opera, Monique ten Boske.

De interpretatie van Flecha’s  ‘La Guerra’ sprankelde van energie, vocale trommelslagen, snelle dialogen en een perfecte balans tussen de stemmen. ‘El Fuego” en “La Bomba” kregen een theatrale glans, waarbij de zangers zichtbaar genoten van de tekstuele ironie. De contrasterende instrumentale delen van Ortiz en De Narváez werden met transparantie en verfijning gespeeld en van hele hoge kwaliteit, als ademruimte tussen de vocale ensembles. Ook hier was Marc de la Linde op de viola da gamba zo zichtbaar aan het genieten dat je hem nog een solo gunde. Die kwam in de ‘enselada’ ‘La Justa’. Marc bespeelde zijn viola da gamba zo intens toen Adam, als vertegenwoordiger van het goede, gevallen was, dat je even bang was dat het echt niet goed zou komen; heel prachtig intiem spel! Verder is dat wel een heel lang nummer zeker als deze muziek niet je eerste voorkeur heeft. Het eindigt natuurlijk toch goed, Lucifer is gevallen want Karel V als verdediger van het geloof wordt door Jezus himself vertegenwoordigd en dat loopt goed af. We eindigen weer met een fijne kerst en een gelukkig nieuw jaar en sluit de ‘ensaladas’ af met twee regels latijn.

Beleving

Cantoría wist de renaissance voelbaar te maken als een levend tijdperk, niet als museumkunst. De zangers straalden plezier, muzikaliteit en samenspel uit; hun stemmen mengden met een warme homogeniteit, maar ze bleven individueel herkenbaar. Na afloop klonk een langdurig maar niet hard applaus omdat er nu eenmaal niet veel mensen in de zaal zaten. De toegift* was ‘sus sus sus’ van componist Bartomeu Cárceres.

 

Verder kijken, luisteren en lezen

*Sus sus sus gezongen door Cantoria.

Cantoria zingt El toro van Mateo Flecha in Podium Klassiek.

Ook gezelschap La Tempeste bracht in 2023 muziek van Mateo Flecha in het Festival Oude Muziek Utrecht.

Vorig artikel

De Theorie van Alles vooral leuk kijkspel

Volgend artikel

Dit is het meest recente artikel.

De auteur

Monique ten Boske

Monique ten Boske