AchtergrondBinnenkortFeatured

James Rutherford mag het meisje kussen

Hij werd de afgelopen jaren bekend als één van de jongste vertolkers van Hans Sachs in Die Meistersinger von Nürnberg, maar in Amsterdam kruipt de Britse bariton James Rutherford (41) de komende tijd in de huid van een heel ander, veel romantischer karakter: Mandryka in Arabella. “Het is nieuw voor me om de romantische man te spelen.”

James Rutherford zingt Mandryka in Amsterdam (foto: Werner Kmetitisch).
James Rutherford zingt Mandryka in Amsterdam (foto: Werner Kmetitisch).

Het is ruim twee weken voor de repetities van Arabella bij De Nationale Opera in Amsterdam. James Rutherford is in Graz, waar hij de rol van Billy Bigelow vertolkt in de musical Carousel van Rodgers en Hammerstein. Nogal ongewoon voor iemand die naam heeft gemaakt met rollen van Wagner en soortgelijke zwaargewichten, maar de Brit heeft het altijd al eens willen doen. “En het is een ‘breath of fresh air’ na alle Wagners en Verdi’s van vorig jaar”, zegt hij.

Rutherford is kind aan huis bij de Oper Graz. Hij huurt zelfs sinds twee jaar fulltime een appartement in de Oostenrijkse stad, omdat hij er zo regelmatig terugkeert voor optredens. Hij somt op wat hij er al zong: “Drie opera’s van Verdi, twee van Strauss, nu Carousel en natuurlijk Hans Sachs.”

Hans Sachs is een rol waar je niet omheen kunt als je het hebt over James Rutherford. Want hoewel hij al tien jaar lang op verdienstelijke wijze carrière maakte met onder anderen Mozart en Händel, was het Wagner, en in het bijzonder Sachs, die hem de ‘push’ gaf naar de top.

Rutherford zong zijn eerste Sachs bij de Oper Graz, op uitnodiging van Elisabeth Sobotka, die hem ervan overtuigde dat hij de rol aankon. Bij de première waren veel mensen van belang aanwezig, wat de bariton bepaald geen windeieren legde: inmiddels stond hij als Sachs in Bayreuth (twee achtereenvolgende jaren), Wenen, Hamburg, Keulen, Boedapest en Glyndebourne. Of om het in zijn eigen woorden te zeggen: “Ik zong voor mijn veertigste al dertig keer Sachs.”

Waarom hij de zware Wagner-rol zo goed aankan, weet hij zelf niet precies. “Maar op één of andere manier houd ik het uit”, zegt hij. “Dat geeft je ook vertrouwen. Na mijn Sachs in Bayreuth zong ik Barak in Die Frau ohne Schatten. Dat was opeens veel makkelijker. Op eenzelfde manier heb ik er nu alle vertrouwen in dat ik mijn rol in Arabella – een grote, veeleisende rol – aankan. Als ik Sachs kan, kan ik dit ook.”

Kussen

In Arabella zingt Rutherford de rol van Mandryka, de steenrijke graaf die aan het einde van de voorstelling de mooie Arabella de zijne mag noemen. De bariton zong eerder Richard Strauss’ Jochanaan (Salome), Barak (Die Frau ohne Schatten) en Orestes (Elektra), maar kende Mandryka nog niet. “Mijn eerdere Strauss-rollen helpen me bij het voorbereiden op deze rol. Natuurlijk zijn Salome en Elektra heel anders dan dit ‘Weense conversatiestuk’, maar het blijft dezelfde componist en je herkent ook in deze opera dingen uit andere opera’s.”

Rutherford als Hans Sachs in Bayreuth (foto: Enrico Nawrath).
Rutherford als Hans Sachs in Bayreuth (foto: Enrico Nawrath).

Mandryka is een zware rol, vindt Rutherford. “Het is een intiem werk, maar er zijn een paar grote passages en de balscène kent zware delen. Ook heb je een groot bereik nodig. En veel dirigenten hebben de neiging om heel enthousiast te worden als ze voor een Strauss-orkest staan. Al denk ik dat Marc Albrecht daar met zijn ervaring niet zo snel last van zal hebben.”

“Het spelen van de romantische man is wat nieuws voor me”, vervolgt Rutherford. “Er zijn niet veel baritons die het meisje mogen kussen.”

De bariton vindt het een mooie kans en denkt dat de rol hem wel zal passen. “In de partituur geven de componist en librettist een nauwkeurige beschrijving van Mandryka. Als ik dat lees, denk ik: ja, dat zou ik kunnen zijn. Het is ook fijn om een karakter te spelen dat dicht bij je eigen persoonlijkheid staat. Sachs is bijvoorbeeld echt mijn persoonlijkheid, daar herken ik me in, terwijl één of andere godenkoning heel ver staat van wie ik ben. Al moet ik daarbij zeggen dat ik het wel heerlijk vind om slechteriken te spelen…”

Vinger

Rutherfords voorbereiding op de rol van Mandryka gaat samen met veel, heel veel luisteren. “Ik ben een groot luisteraar en heb enorm veel cd’s. Sommigen zeggen dat je nooit naar andere opnames moet luisteren, omdat je je eigen interpretatie moet vormen, maar ik houd er juist van om anderen te horen. Bovendien: als ik George London hoor als Mandryka, kan ik dat echt niet nadoen. Niemand kan dat nadoen, hij was een ‘freak of nature’.”

De bariton vervolgt: “Natuurlijk heb ook ik mijn eigen interpretatie, maar door veel te luisteren begint een werk voor mij te leven. Dat is een proces van maanden. Hoewel het echte instuderen van de partij maar een paar weken duurt, loop ik er al maanden mee rond.”

Rutherford vertelt dat er nog een minder verheven reden is waarom hij graag leert door te luisteren: “Ik kan mijn partijen hooguit met één vinger op de piano spelen. Dat gaat op zich wel, maar ik geef er de voorkeur aan te leren met Solti of Karajan in mijn oren.”

Spons

Rutherfords ijver in zijn voorbereiding op een rol stamt uit zijn studietijd aan het Royal College of Music. Toen hij daar aanving, wist hij bar weinig van opera en klassieke muziek. Hij had theologie gestudeerd en was vooral op aandringen van anderen verdergegaan in de zang.

Rutherford: "Ik geef er de voorkeur aan te leren met Solti of Karajan in mijn oren" (foto: Werner Kmetitisch).
Rutherford: “Ik geef er de voorkeur aan te leren met Solti of Karajan in mijn oren” (foto: Werner Kmetitisch).

“Er was daar een man die zag dat ik niks wist. Hij stuurde me naar de bibliotheek en liet me naar Winterreise luisteren, met Fischer-Dieskau. Na de eerste twee liederen dacht ik: ah, zó doe je dat! Daarna luisterde ik veel Thomas Allen – mijn moeder was een fan van hem – en toen wist ik: dit wil ik doen.”

Toen de bariton eenmaal om was, stortte hij zich op zijn studie. “Ik kwam ’s morgens vroeg en bracht de hele dag op het Royal College door. Als een spons zoog ik alles op.”

Die grote werklust heeft Rutherford sindsdien niet meer verlaten, getuige ook zijn drukke agenda. Wel leerde hij de zure kanten van het zangersvak kennen. Hij is inmiddels getrouwd en heeft twee kinderen, maar was vorig jaar negen maanden van huis en het jaar daarvoor tien. “Elke dag vraag ik me af: is het het allemaal wel waard? Ik heb veel gemist en de nodige offers moeten brengen. Tegelijk heb ik ook veel meegemaakt, want als ik thuis ben, ben ik er ook echt en hoef ik niet te werken.”

“Het is mijn eigen keuze om dit zo te doen, want het zou ook mogelijk zijn om in Engeland carrière te maken”, vervolgt hij. “Maar het is zeker niet altijd leuk.”

Modern

Rutherford maakt met Arabella zijn debuut bij De Nationale Opera. Hij was al wel een paar keer eerder in Nederland te horen, waaronder in het Concertgebouw.

Na de voorstellingenreeks van Arabella in Amsterdam reist de bariton door naar Hamburg, waar hij dezelfde rol zal zingen, maar dan in een andere productie. Die afwisseling bevalt hem zeer.

“Fischer-Dieskau heeft de rol van Mandryka volgens mij zo’n beetje overal gezongen, maar het lijkt alsof hij altijd hetzelfde kostuum aan had. Ik houd enorm van uitdagingen en vind het geweldig om een rol in verschillende producties te zingen. Zowel traditioneel als modern. Ik ben niet iemand die zegt: ik kan geen moderne producties doen. Wat voor mij telt, is dat een regisseur heel goed weet waar hij het over heeft. Want als ik iets niet kan uitstaan, is het middelmatigheid. Daar heb ik een hekel aan.”

Arabella is van 11 april tot en met 2 mei acht keer te zien in Nationale Opera & Ballet in Amsterdam. Zie voor meer informatie de website van De Nationale Opera.

Vorig artikel

Seizoen Theater an der Wien 2014/2015

Volgend artikel

Programma Festival d'Aix-en-Provence 2014

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.