AchtergrondBinnenkortFeaturedInterviews

Edward Ananian-Cooper’s eerste seizoen

Voor chef-dirigent van het  Koor van De Nationale Opera, Edward Ananian-Cooper, zit zijn eerste seizoen in die rol in Amsterdam er bijna op. Edward begon zijn seizoen met Königskinder. Daarin was er een relatief klein aandeel voor het koor, maar daarna volgden Turandot, Messa da Requiem van Verdi en Animal Farm, operas met echte hoofdrollen voor het koor. Rusalka komt nog in juni en deze weken speelt Maria Stuarda van Donizetti. Tijd om de tussenbalans met Edward op te nemen.

Edward Ananian-Cooper Foto:© Laura Cnossen

Net als Anna Bolena in het vorige seizoen, wordt Maria Stuarda door belcanto specialist Enrique Mazolla gedirigeerd. Hoe was het om het koor in te studeren in de belcanto-stijl die Mazzola nastreeft?

‘ Belcanto zingen is niet anders voor de solisten dan voor de koorzangers. Het gaat om echt zingen, met een open, vrije stem. Dat is sowieso mijn idee over zingen en dat probeer ik eigenlijk al sinds mijn werkauditie met het koor over te brengen. Voor mij is het belangrijk dat het koor bestaat uit zangers die met een individuele en vooral vrije stem zingen. Dan kan je van al die individuele stemmen een geheel maken, waarbij iedereen met zijn eigen stem kan zingen en je een dynamisch koor krijgt, dat tot heel veel kleuren en nuances in staat is.

Toen ik begio met instuderen wilde ik de piano passages echt extreem zacht laten zingen, maar toen Enrique erbij kwam zei meteen dat hij dat niet wilde. Een heel zacht zingend koor verliest kleur en hij wild dat ze echt ‘op de stem’ zongen. ‘

Edward demonstreert met duidelijke gezichtsexpressie wat hij bedoelt.

‘Niet breed, zacht en daardoor een wat geknepen klank, maar echt zingen, met zo vrij mogelijke stemmen. Je moet het koor, ook al is het niet enorm in omvang,  niet laten zingen als een kamerkoor, maar als een echt operakoor met een rijke ronde klank. Ik heb liever dat ze met die mooie klank zingen dan krampachtig aan hun intonatie werken en dan met een niet-vrije stem zingen. Dat gebeurt namelijk bijna altijd als je een zanger zegt dat ze iets te laag intoneren. Dan gaan ze heel snel opzoek naar een manier om de toon zuiver te krijgen en dat leidt vaak tot een verkrampte, iets geknepen toon.

Edward Ananian-Cooper aan het werk tijdens repetities voor Maria Stuarda. Foto: © De Nationale Opera, Ben van Duin

Donizetti heeft heel goed voor het koor geschreven en in Maria Stuarda hebben we twee echte scènes De openingsscène, waarin iedereen blij en opgewekt is aan het hof van Elisabeth, en de slotscène, de trieste, droevige terechtstelling van Maria Stuarda. Twee uitersten voor het koor dus en dat moeten we duidelijk horen. Zo werk ik ook. Ik zeg en zing voor hoe ik denk dat die expressie moet worden weergegeven. Donizetti heeft het mooi voor de stemmen verdeeld, maar je moet je daarbij wel bedenken dat hij niet voor mezzo sopranen en baritons schreef maar voor sopranen, alten, tenoren en bassen, dus je moet de partijen opsplitsen. Daarbij is het heel mooi hoe Donizetti door een deel van het koor de melodie laat zingen en dan bijvoorbeeld de bassen puur begeleidend laat zingen, net als het belcanto orkest, maar dan wisselt hij de rollen in het koor.

Daarbij moet het koor altijd egaal en eigenlijk simpel klinken. In de nieuwe kritische editie van de partituur die we hier gebruiken, is eigenlijk alles superduidelijk. Er si niet zo heel veel dat dramatisch anders is dan in vorige uitgaven, maar vooral de details maken het zo veel duidelijker en beter als je de aanwijzingen in tempo of dynamiek precies volgt.

Ik realiseerde me dat het koor tijdens Corona met Enrique het belcanto-concert (Donizetti queens in concert)  had gegeven en dus al heel goed wist wat de bedoelingen van Enrique in deze koorscènes waren. Toch voegde ik mijn ideeën tijdens de repetities toe. Een voorbeeld. ‘Wilde Enrique hier een diminuendo? Ik voel juist dat het een crescendo moet zijn, maar we doen het wel zoals jullie het met hem hebben ingestudeerd en uitgevoerd’…Toen Enrique dat diminuendo weer hoorde zei hij: ‘Hm., ik denk eigenlijk dat het een crescendo moet zijn’…We kwamen dus ook gevoelsmatig vaak op hetzelfde uit en dat was heel fijn.’

Edward Ananian-Cooper aan het werk tijdens repetities voor Maria Stuarda. Foto: © De Nationale Opera, Ben van Duin

Hoe is het nu, een aantal producties later, om het koor te horen? Hoor je al dingen die je anders wilde toen je aan deze klus begon?

‘Het is heel fijn dat ik met een relatief kleine groep aan mijn eerste productie werkte en dat daarna de grote werken kwamen. Zoals ik al zei wilde ik vooral werken aan de vrije klank van de zangers en aan de klinkers. Nederlandse zangers, of eigenlijk de Nederlandse klinkers, zitten vaak wat te ver in de keel, zoals de Nederlandse ‘A’- klank. Daar heb ik echt veel aan gewerkt om die klanken minder keelig en vrijer te krijgen.’

Wat kunnen we in deze productie van Jetske Mijnssen scenisch van het koor verwachten?

(lachend) ‘In ieder geval is het koor zichtbaar en dat is heel fijn . We hebben veel gewerkt met de akoestische kant van het decor en hoe het koor daarin klinkt. Het decor heeft een V-vorm, dus dat was best even zoeken voor ons allemaal.Daarbij moeten ze dus heel uiteenlopende emoties kunnen laten zien en horen. ‘

Maria-Stuarda-scènefoto Foto: ©De Nationale Opera -Ben-van-Duin

Hoe is het qua werksfeer en alles wat er bij de baan als chef-dirigent komt kijken?

‘Ik ben echt heel blij met hoe het gaat, maar het is heel druk, vooral ook omdat we sinds mijn eerste weken zonder koormanager zitten. Dat betekent dat ik heel van de administratieve zaken op mijn bord heb gekregen en dat is compleet nieuw voor me. Ik heb de zangers om hulp gevraagd. Vooral om me te helpen met de planning. Daardoor heb ik de zangers individueel heel goed leren kennen omdat ze daar nu echt bij betrokken zijn en dat is heel goed voor de onderlinge verstandhoudingen denk ik. We hebben mede daardoor een heel goede band gekregen.  We zijn nog op zoek naar nieuwe manager en een nieuwe assistent dirigent, want Klaas-Jan de Groot is ook vertrokken. We hebben repetities voor Maria Stuarda gebruikt om de acht kandidaten voor die functie te laten auditeren, dus dat gaf mij ook wat ruimte.

Maria-Stuarda-scènefoto Foto: ©De Nationale Opera -Ben-van-Duin

Ik heb er heel bewust voor gekozen het eerste seizoen geen dingen buiten Amsterdam te doen om me echt helemaal op het Operakoor te kunnen richten. Normaal dirigeer ik zelf ook enkele projecten buiten de vaste betrekking en dat zal ik in de toekomst ook wel weer gaan doen. Maar het eerste seizoen wilde ik echt hier zijn.

Het volgend seizoen is een beetje ‘mannenstem-zwaar’ met Lohengrin, Oedipus Rex en Fidelio en omdat we ook in de toekomst naar een iets grotere vaste kern van het koor willen uitgroeien, hebben we nu veel vacatures voor mannen.  Daar moet ik dus ook aan werken. Lohengrin stond overigens heel hoog op mijn repertoire verlanglijst en ook in seizoen ’24-’25 gaat een wens van mij in vervulling, maar daar mag ik nog niets over zeggen. Ik ben ook heel blij dat ik het (weliswaar onzichtbare) koor in  ‘Innocence’ van Kaya Saariaho ga dirigeren. Mijn vrouw is Fins en zong in de productie in Helsinki de rol van The Bride, waardoor ik het werk goed heb leren kennen.’

En hoe bevalt het leven in Amsterdam?

‘ Ik ben hier heel blij. Ik woon heel leuk en hip in het Oostelijk Havengebied en heb net mijn eerste Koningsdag meegemaakt. Een hele ervaring en ik denk dat ik voor volgend jaar zeker iets oranjes moet aanschaffen!! ‘

Maria Stuarda, in de regie van Jetske Mijnssen, is te zien in De Nationale Opera &Ballet in Amsterdam tot en met 28 mei.

Links Maria Stuarda, Kristina Mkhitaryan, rechts Elisabetta, Aigul Akhmetshina Foto: © De Nationale Opera, Ben van Duin

Verder lezen, luisteren en kijken

De trailer van Maria Stuarda

Dirigent Enrique Mazzola legde naar aanleiding van Anna Bolena vorig seizoen uit wat zijn belcanto revolutie inhoudt.

Franz Straatman besprak het Donizetti queens in concert

Vorig artikel

Alles klopt in Jane Austens Salon

Volgend artikel

Geslaagde Maria Stuarda Nationale Opera

De auteur

Bo van der Meulen

Bo van der Meulen