BinnenkortBuitenlandFeaturedHeadlineInterviews

Thomas Oliemans: ’MET-debuut is cadeau’

In de recente opera geschiedenis is het maar aan weinig Nederlandse zangers gegeven in de grote Metropolitan Opera in New York te zingen. Eva-Maria Westbroek (Met-debuut 22 april 2011 als Sieglinde), Frank van Aken (debuut 28 april 2012 als Siegmund), Hubert Delamboye (Met-debuut  25 februari 1988 als Mime), Arnold Bezuyen (Met-debuut 30 maart 2011 als Loge)  en Cristina Deutekom (debuut als Koningin van de Nacht op 28 september 1967) stonden in het operahuis in Lincoln Center. Veel langer geleden waren er nog twee zangers die in de ‘oude Met’ hebben gezongen: Anton van Rooy in 1899 en Jac Urlus in 1913. Nu is de eer te beurt gevallen aan bariton Thomas Oliemans, die op 19 mei zijn debuut maakt als Papageno in Die Zauberflöte.

Thomas Oliemans voor de Metropolitan Opera in New York. Foto: © Place de l’Opera BvdM

Thomas had ondanks een enorm vol repetitieschema toch tijd om mij in New York te spreken. In het café, waar hij steeds warm en hartelijk begroet wordt door collega’s, praten we over deze grote stap in zijn carrière.

Thomas Oliemans: ‘Het is gewoon geweldig. De eerste repetitie op het toneel vorige week was wel even een dingetje hoor. Het is zo’n grote zaal. Als je er staat en je snel de zaal in kijkt denk je:’ Ja, ik snap het, grote zaal. Maar dan kijk je omhoog en je kijkt naar het vierde balkon en dan lijkt het alsof er nog een compleet andere zaal achter ligt. Ik ben ook wel erg benieuwd hoe het klinkt als de zaal helemaal vol zit, maar iedereen zegt dat het geweldig zingt en dat het voor een zanger op de bühne heerlijk blijft. Dat was het voor mij en ook wetend wie er allemaal gestaan hebben is bijzonder; Cristina Deutekom, Hermann Prey (beide in 1967 in Die Zauberflöte, maar niet samen) en toen ik hier auditie deed, was Eva Maria Westbroek hier in de zaal. Je bent in echt fijn gezelschap zal ik maar zeggen.’

Thomas Oliemans repeteert de rol van Papageno . Foto: Still van repetitie video Metropolitan Opera© Place de l’Opera

Hoe was die auditie eigenlijk tot stand gekomen?

Thomas: ‘Deze productie van Die Zauberflöte van Simon McBurney, hadden we na de première in Amsterdam in 2012 al heel wat keren overal in Europa gedaan toen Peter Gelb, de directeur van de Metropolitan Opera, de voorstelling in Londen bij English National Opera zag. Hij vond toen dat ik de rol in New York moest komen doen en hij wilde daar zijn muzikale staf van overtuigen. Hij wilde weten of wat in Londen werkte ook op het podium van de Met zou werken, dus moest ik komen voorzingen.

‘Cool’

Ze hebben me toen overgevlogen en ik dacht; ‘Als dit de enige vijftien minuten in mijn leven zijn dat ik op dit podium sta, is het ook al wel redelijk cool.’ Dus ik heb er toen voor gezorgd dat ik vooral voor mezelf erg veel plezier had. En dat had ik. Daarna moest ik meteen terug naar Londen en die ochtend had ik zes gemiste oproepen van Eva Maria die toevallig die avond naast Peter Gelb bij een etentje zat. ‘Thomas, je hebt de rol gekregen’ riep ze enorm blij op mijn voicemail. Ik sliep nog en had enorme jetlag dus hoorde het pas de volgende dag, maar dat was echt onvergetelijk. Het blijft soms onwerkelijk, maar ik heb vandaag van 10 tot 5 bijna aan een stuk gerepeteerd, dus is wel echt nu.’

In de Met spelen meerder voorstellingen min of meer tegelijkertijd en wordt er aan meerdere producties gewerkt. Het ‘operabedrif’ is enorm.

‘Het is heel apart hier. Al weken voor dat wij er waren werd er technisch gerepeteerd, maar zonder de regisseur. Simon Mc Burney kwam pas later en toen bleken dingen natuurlijk net niet te kloppen.  En onze dirigent, Nathalie Stutzmann, moest eerst nog ‘even’ haar debuut hier maken als dirigent van Don Giovanni, dus die heb ik nog niet zo veel gezien.  Ik weet wie er allemaal in het gebouw rondlopen, maar die zie je eigenlijk niet. Het is heel intens en ondanks het feit dat ik de productie dus al heel veel gedaan heb is het heel hard werken. Deze rol en productie draai je niet even op de automatische piloot, zeg maar.

Repetitiefoto met Thomas Oliemans als Papageno en Lawrence Brownlee als Tamino in Die Zauberflöte. Foto: © Karen Almond / Met Opera

Eerste schooldag

Het voelde de eerste dag hier een beetje zoals je eerste schooldag en toen ik voor de eerste keer de artiesteningang binnenliep, was het wel heel speciaal en spannend.  Daarnaast is het niveau van alles en iedereen hier zo ontzettend hoog. Ik zou het misschien eigenlijk beter niet moeten zeggen, maar we hebben een souffleuse die af en toe ook onze repetities dirigeert en zij is echt beter dan best wat dirigenten waarmee ik heb opgetreden!  Ze zijn hier erg open en ondersteunend en hebben kennelijk wel even gegoogeld wie ik ben. Zo kwam het hoofd van de muziekstaf naar me toe. Hij had mijn Winterreise, waarbij ik mezelf op de piano begeleid, op YouTube gezien. Hij gaat regelen dat ik mee mag naar de Pierpont Morgan Library waar het manuscript van Schubert ligt. Met hem mag ik dat daar dan met stoffen handschoentjes aan gaan inzien. Geweldig!’

Slotapplaus

Het is ook best heel fijn, lijkt me, dat je je debuut maakt in een rol die je helemaal beheerst en al vaak in deze productie gedaan hebt. En het idee dat een goede Papageno de show kan stelen.’

Thomas:’ Daar ben ik eigenlijk nooit mee bezig. Voor mij is het slotapplaus niet belangrijk in die zin, dat ik de voorstelling ‘gewonnen’ heb of zo. Daar gaat het voor mij helemaal niet om. Ik wil aan het eind van de opera het gevoel hebben dat ik heb kunnen delen wat ik als zanger te vertellen had, dat mijn verhaal zo goed mogelijk overgekomen is. Maar zeker is het fijn dat ik me helemaal vertrouwd voel met de productie en dat ik nú mijn debuut maak en niet vijf jaar eerder al. Ik heb nu zoveel meer ervaring en kijk ik heel anders naar mijn leven en mijn carrière als operazanger. Er zijn een paar momenten geweest die daar een grote rol in hebben gespeeld.

Thomas Oliemans als Papageno, met verder Olivia Vote als de tweede dame, Alexandria Shiner als de eerste dame en Tamara Mumford als de Derde dame: ©Karen Almond / Met Opera

Niet voor mij

Het eerste was toen ik in 2009 ineens gevraagd was om in het Royal Opera House de rol van Figaro in de Barbier van Sevilla in eerste instantie een aantal dagen als cover te repeteren voor een Italiaanse bariton die later zou komen. De repetities gingen heel goed en de première kwam steeds dichterbij en nog geen Italiaan in zicht. Op een dag repeteerden we en ik realiseerde me dat ik de laatste vijf nachten niet meer dan twee uur geslapen had, zoveel maalde er door mijn hoofd. Ik werd steeds zenuwachtiger dat ik misschien wel de première zou moeten zingen. Ik dacht toen: ‘Als het zó moet, is werken op dit niveau niet voor mij. Dit hou ik zo niet vol’.

Toen nam Antonio Pappano me mee naar zijn kamer en vroeg me samen met hem aan de openingsaria te werken. Toen zei hij:’ Je bent een geweldige zanger, maar we gaan toch de Italiaanse bariton laten inreizen om de première te zingen. Het komt te vroeg voor je. Als je niet 100% zeker van hoge G’s in de openingsaria bent, wordt de hele opera een last. Ik wil je zeker hier in mooie rollen hebben, maar niet nu als Figaro.’ En hij had gelijk en hield zijn woord ook want ik heb een aantal mooie dingen in Covent Garden gezongen. Er viel een enorme last van mijn schouders.

Thomas Oliemans als Schaunard, met Matthew Rose als Colline in La Bohème aan het Royal Opera House Covent Garden. Foto: ©Bill Cooper, Royal Opera House.

Niet makkelijker

Soms kwam dat gevoel nog wel eens terug en dan had ik ’s ochtend al gekeken of er nog een vlucht naar huis was of een trein die ik nog kon nemen naar Amsterdam, maar die gevoelens heb ik nu niet meer. ‘Maak je geen zorgen: Het wordt niet makkelijker hoor’ zei Daniel Barenboim en lachte vervolgens hard ooit tegen me in Berlijn toen ik ook erg nerveus was, en dat werkte relativerend. Ik kan het nu allemaal beter aan. Een ander heel belangrijk gesprek kwam een paar jaar later.

Helemaal fout

Ik ben eigenlijk best vergroeid met deze enscenering, maar het is heel fijn en belangrijk dat we zoveel repeteren want het is een ingewikkelde productie en het moet weer fris en nieuw zijn. Ik deed de repetities in Londen bij ENO zonder dat Simon erbij was en ik had enorm veel plezier mijn collega’s. Ze moesten steeds enorm om me lachen als Papageno dus ik was heel blij met mezelf. Toen kwam Simon er weer bij.  Die zei: ‘Thomas, we moeten even serieus praten’. Ik lachte het een beetje weg want hij heeft soms hele droge humor, maar hij was bloedserieus. Hij nam me apart en zei:’ Thomas, dit was allemaal helemaal fout. Je staat alles te melken, je speelt op de grap en de lach, je wilt lollig doen en iedereen lacht om je, maar het moet weer echt worden.’ Hij had helemaal gelijk en dat was ook weer een wijze en belangrijke les voor me.

Nu ben ik weliswaar fysiek moe van het vele repeteren, maar ik kan het aan en ik ben nu echt blij dat ik hier ben en aan de Met mag debuteren. Ik ben nu vijfenveertig en had dit ‘cadeau’ in mijn carrière nooit zo precies kunnen plannen. Het is allemaal een beetje onbewust gebeurd.’

Thomas Oliemans als Papageno met Erin Morley als Pamina. Foto:© Karen Almond / Met Opera

Keuzes

En de rollen die je in de toekomst wilt zingen?

‘Ook daar probeer ik me niet te erg op blind te staren. De invloed die ik er direct op kan uit oefenen is immers jammer genoeg beperkt! Natuurlijk zijn er een paar op mijn wenslijst, zoals Wolfram (in Tannhäuser) of Amfortas (in Parsifal), Wozzeck, noem maar op en als ik destijds de keuze gemaakt had om een vast engagement in een Duits operahuis aan te nemen, in plaats van de mooie freelance-contracten toen te doen, had ik die rollen waarschijnlijk inmiddels al gedaan. Of ik dan nu ook in de MET gestaan had? Ik betwijfel het! Maar zo is het niet gelopen en dat is prima.  Ik heb vorig jaar mijn eerste Faninal in Der Rosenkavalier onder leiding van Simone Young en met Camilla Nyland gedaan en heb veel mooie opera’s voor de boeg. Een wereldpremière aan de Staatsoper in Berlijn en Innocence in Amsterdam om er maar twee te noemen.

Thomas Oliemans als Papageno in Amsterdam in 2012. Foto: © De Nationale Opera Clärchen en Matthias Baus

Gelukkig ben ik geen type zanger die ook nog een soort Insta(gram)- carrière denkt te hoeven maken. Ik wil zo goed en interessant mogelijk muziek en theater maken en ben met die andere dingen liever niet zoveel bezig.

Ik sta in de Met. Mijn vrouw en kinderen komen naar de première, ik heb een fijn appartement hier op Amsterdam Avenue. We gaan proberen een cadeau te geven en dat hier te mogen doen is echt te gek!’

Data

De première van Die Zauberflöte is op 19 mei en omdat we niet allemaal zo maar even naar New York om Thomas in een van de negen voorstelling daar te kunnen zien,  is er gelukkig de Met LIVE in HD in de bioscoop. Op 3 juni is Die Zauberflöte met Thomas Oliemans als Papageno te zien in Pathé cinema’s in Nederland en in Kinepolis bioscopen in België.

Die Zauberflöte, met Thomas Oliemans als Papageno, keert terug naar Amsterdam,. De productie van Simon McBurney is van 1 tot en met 28 december tien keer te zien.

Verder lezen, kijken en luisteren

Repetitie video van Die Zauberflöte aan de Met.

Regisseur Simon McBurney over Die Zauberflöte

In 2016 maakte Jordi Kooiman een mooi portret van Thomas Oliemans.

In 2012 schreef Rudolf Hunnik over de eerste keer dat de productie van Simon McBurney van Die Zauberflöte te zien was in Amsterdam. Ook toen zong Thomas Oliemans de rol van Papageno.

 

Vorig artikel

Silvia Sequeira: indrukwekkend goed

Volgend artikel

Ook schrijnende kanten Liedfestival Zeist

De auteur

Bo van der Meulen

Bo van der Meulen