AchtergrondBuitenlandOperarecensie

Hedendaagse Rigoletto boeit München

De regie van Árpád Schilling en Marton Àgh is even wennen, maar al met al is de Rigoletto-reprise van de Bayerische Staatsoper in München een prachtige voorstelling. Vooral ook dankzij de uitnemende titelrolvertolker Franco Vassallo en maestro Marco Armiliato.

Franco Vassallo als Rigoletto, al crowdsurfend over de tribune (foto: Wilfried Hösl).
Franco Vassallo als Rigoletto, al crowdsurfend over de tribune (foto: Wilfried Hösl).

Hoe geef je gestalte aan een gebochelde outcast als die er eigenlijk heel normaal uitziet, hooguit wat klein van stuk is? Het is niet onmogelijk dat bariton Franco Vassallo zich heeft laten inspireren door Danny de Vito en dan met name diens optreden in de tv-serie Taxi, waarin hij de onuitstaanbare etterbak Louie De Palma creëerde. Hoe het ook zij, Vassallo wist het gemis van een bochel aardig te maskeren; hij was gewoon een overtuigende Rigoletto vorige week in de productie van de Bayerische Staatsoper.

Het Hongaarse duo Árpád Schilling (regie) en Marton Àgh (decor en kostuums) heeft gekozen voor een concept waarin het volstrekt publieke karakter van het hofleven wordt uitvergroot. Alles en iedereen kijkt toe bij wat er zich aan het hof afspeelt, niets blijft volledig verborgen. Dit effect wordt bereikt door het gebruik van een kolossale tribune, die naar wens opgesplitst kan worden in twee delen die naast of tegenover elkaar geplaatst kunnen worden.

Aanvankelijk zit iedereen op de tribune, ook de hoofdrolspelers. Zij treden pas uit de anonimiteit op het moment dat ze normaal gesproken zouden opkomen. Zo zit Rigoletto helemaal bovenaan, op de hoogste rij. Door middel van crowdsurfing wordt hij naar het speelvlak gebracht nadat hij zijn eerste zegje heeft gedaan. Ook de hertog zit aanvankelijk op de tribune. In de scènes die zich buiten het hof afspelen is het toneel vrijwel leeg; hier geen toekijkende menigte.

Het souffleurshok wordt geregeld als meubelstuk gebruikt, waarop men plaats kan nemen. Dit wordt wel een tikje overdreven tijdens het liefdesduet van Gilda en haar ‘arme student’ (de vermomde hertog), als beiden er naast elkaar plaatsnemen en met hun gezicht naar het publiek gaan zingen.

De kleding is hedendaags, met nadruk op beige tinten. De hertog loopt erbij als een modern rijkeluiszoontje. Gilda lijkt zo uit school te zijn gekomen; alleen een iPhone ontbreekt aan haar uitmonstering. Sparafucile heeft als bijzonder rekwisiet een merkwaardig soort rolstoel, die uiteindelijk wordt gebruikt als plek waarin de moord op Gilda wordt gepleegd.

Opvallend detail is verder een enorm groot beeld van een steigerend paard, dat vanachter een wit gordijn naar voren wordt gereden na de kennelijk zeer geslaagde vrijpartij van de hertog met zijn nieuwe verovering. Even later komt ook Gilda op, gekleed in de kimono waarin eerder de hertog naar zijn slaapvertrek was gelopen toen hij te horen had gekregen dat zijn liefje weliswaar was geroofd, maar zich geroofd en wel in zijn paleis bevond. Wat een opluchting.

Toen ik eenmaal aan de wat ongebruikelijk aanpak was gewend – ofwel ‘vrede had gesloten met de productie’ – begon de voorstelling me steeds beter te bevallen. Vanaf halverwege de eerste akte was ik erg enthousiast, temeer daar het muzikaal niveau uiterst verdienstelijk bleek te zijn. Het koor was zonder meer uitstekend en Marco Armiliato liet blijken dat hij als geen ander weet hoe hij een Rigoletto moet dirigeren.

De wat gedrongen Franco Vassallo in de titelrol deed mij zoals gezegd sterk denken aan Louie De Palma. Een door het leven getekende man, eraan gewend de afkeer van zijn omgeving op te roepen. Hij is tot in zijn merg ongelukkig en reageert daarop met steeds grover gedrag. Tot het moment dat dit niet meer werkt, als hij zowel zijn dochter als de gebruikelijke protectie van de hertog verliest. Deze uitnemend zingende bariton maakte met zijn spel de avond tot een waar genoegen.

Scène uit de Münchener Rigoletto (foto: Wilfried Hösl).
Scène uit de Münchener Rigoletto (foto: Wilfried Hösl).

De betrekkelijk jonge tenor Piero Pretti vertolkte de hertog van Mantua. Zijn vorst is een echte branieschopper, precies wat in deze eigentijdse enscenering van hem wordt verwacht. Hij heeft een mooi timbre en is goed opgewassen tegen de problemen die zijn partij hem biedt. Iemand om in de gaten te houden.

De Amerikaanse sopraan Erin Morley heeft een wel erg lichte stem voor de rol van Gilda, maar op zich past dit wel bij het jonge schoolmeisje dat ze speelt. Voor het eerst verliefd en je dan ook al gelijk moeten opofferen voor je vriendje. Dat zou een volwassen vrouw niet zo snel overkomen. Haar ‘Caro Nome’ was schitterend en ook in het kwartet wist ze zich heel goed staande te houden.

De Poolse bas Rafel Siwek nam zowel Monterone als Sparafucile voor zijn rekening, een solide vertolking waarvoor hij veel bijval kreeg.

De Wit-Russische mezzo Oksana Volkova vertolkte Gilda’s verzorgster Giovanna en Maddalena. Het verschil in uitmonstering was zo groot dat ik haar aanvankelijk niet herkende toen ze in de derde akte opkwam. Haar prachtige lage stem kwam in het reeds genoemde kwartet uitstekend tot zijn recht.

Na de wat kritische berichten over deze Rigoletto viel het me alles mee, daar in München. Ik heb er in elk geval een prachtige Verdi-avond gehad.

Vorig artikel

Elīna Garanča: de stem is genoeg

Volgend artikel

Jaroussky komend seizoen één keer in NL

De auteur

Peter Franken

Peter Franken