FeaturedOperarecensie

Grootse Götterdämmerung in Enschede

Na de euforie rond Siegfried werd met spanning uitgekeken naar het slotdeel van Wagners Ring des Nibelungen in Enschede. Zou de Reisopera zich kunnen opladen om het einde van de godenwereld op eenzelfde niveau te presenteren als de vorige delen? Jazeker. Dat niveau werd zelfs royaal gehaald. Het was een groots slot van een groot werk.

Scène met op de voorgrond Kirsten Blanck als Brünnhilde (foto: Marco Borggreve).

Laat ik beginnen met de totaalindruk. Met alle regieconcepten die al sinds jaar en dag het operatoneel overheersen, zou je bijna vergeten hoe prettig het is een werk gepresenteerd te krijgen zoals het door de auteur is bedoeld. Afgezien van de kostumering (geen berenvellen en andere ‘etnografische flauwekul’) en de afwezigheid van paarden volgt deze Ring zeer getrouw het libretto en het overgrote deel van Wagners regieaanwijzingen. De kostuums zijn in Duitse interbellumstijl, de decors wat meer eclectisch maar toch goed daarbij aansluitend. Al met al een mooi toneelbeeld.

Het gedeelte voor de eerste pauze is me het minste bevallen. De Nornenscène kwam niet erg uit de verf, zowel qua dramaturgie als zang. Beter was het afscheid van Siegfried en Brünnhilde. De in die rol debuterende Kirsten Blanck zette een frisse, blonde, verliefde meid neer, een waar genoegen om naar te kijken.

Op ‘Gibich’ zien we de familie in avondkleding, gezeten aan een grote tafel. Aan de wand hangt een kolossaal schilderij waarop een enorm everzwijn in een gevecht op leven en dood met een stel jachthonden is verwikkeld. Deze ‘Eber’ wijst vooruit naar de zogenaamde oorzaak van Siegfrieds dood in akte drie. De gehele scène werd aardig uitgespeeld, hoewel de overigens goed zingende Thomas Oliemans als de dandy Gunther hier en daar wat aan ‘overacting’ deed.

Een tegenvaller was de Hagen van Renatus Mészár. Herstellende van een keelontsteking wist deze bariton geen indruk te maken, zelfs niet in het eerste bedrijf waarin hij nog aardig bij stem was. Deze rol behoeft een zware bas, zoals eerder Hunding in Die Walküre. Verder ging er van deze man geen enkele dreiging uit. In maffiatermen deed hij eerder denken aan een ‘consigliere’ dan aan een ‘capo’.

Ondertussen kreeg Brünnhilde bezoek van Waltraute; altijd iets om naar uit te kijken. Hoewel adequaat gezongen viel de scène mij qua dramatiek nogal tegen. Mijn enthousiasme nam echter direct daarna toe door de wijze waarop Gunther Brünnhilde overweldigde, met een heuse ‘vechtscène’.

Wagner schrijft voor dat hier Siegfried in de gedaante van Gunther optreedt. Antony McDonald legt voor een keer het libretto naast zich neer en laat Oliemans gewoon Siegfrieds tekst zingen. De Tarnhelm heeft deze keer niet slechts Siegfrieds gedaante veranderd, maar ook zijn stem! Misschien wordt dit wel een nieuwe trend. Een paar jaar geleden zag ik deze verwisseling ook al in Essen (Barrie Kosky).

Starkes Weib

In akte twee begon de voorstelling op stoom te komen. Hagens ‘Sippen’ waren nadrukkelijk aanwezig, waardoor de nu ook ‘stimmlich’ terugvallende Hagen goed werd gecompenseerd. Brünnhilde werd ten tonele gevoerd in een compleet andere gedaante. Weg het verliefde kindvrouwtje, een in strak groen geklede vrouw met een strenge knot à la Evita maakte in plaats daarvan haar opwachting, vervolgens het gehele toneel beheersend tot het einde van de akte. ‘Hier steht dein starkes Weib.’ Nou, dat kon je wel zeggen. Aardig detail was de bloedneus die Gunter kreeg van alle stress toen besloten werd dat Siegfried zou moeten sterven.

(Foto: Marco Borggreve)

De derde akte liet ons de Rijndochters zien, spelend op de zijkant van een halfgezonken boot. Ze waren wat minder exuberant uitgedost dan in Das Rheingold, maar ja, er is ook al veel water door de Rijn gevloeid intussen.

De Trauermarsch werd gespeeld met gesloten doek, zoals Wagner voorschrijft. Hoewel er niets te zien was, werd ik volledig gegrepen door dit muzikale hoogtepunt. Lang geleden dat me dat bij een Götterdämmerung is overkomen. Het bleek de opmaat voor een zeer emotioneel slot van deze productie.

Brünnhilde besteeg zowaar een echte brandstapel en vervolgens werd er een geweldig vuur tegen de achterwand geprojecteerd. Adembenemend wereldtheater! In de stijl van Chereau’s Centennial Ring kwam daarbij het volk toelopen om in stilte te aanschouwen wat er zich allemaal voltrok. Een schitterend einde.

Fenomenaal

Ondanks mijn wat kritische kanttekeningen overheerst de positieve indruk. Half en half had ik verwacht dat de Reisopera met die fraaie Siegfried wellicht wat te vroeg had gepiekt, maar met deze Götterdämmerung werd toch weer royaal het niveau van de eerdere afleveringen gehaald.

Met name geldt dat voor Ed Spanjaard en Het Gelders Orkest. Een fenomenale prestatie, waarvoor ze zowel bij aanvang van de derde akte als na afloop op een ovatie werden onthaald.

Ook veel bijval voor Kirsten Blanck, die haar rolbeduut tot een sterk einde wist te brengen, en voor Mati Turi. Zijn Siegfried was van een vergelijkbaar niveau als in de gelijknamige opera, al had ik de indruk dat hij deze keer tegen het einde wel een beetje moest forceren.

Er volgen nog vijf voorstellingen van deze zeer geslaagde Götterdämmerung en naar het schijnt zijn er nog wat kaarten verkrijgbaar. Zeer aanbevolen!

Zie voor meer informatie de website van de Nationale Reisopera.

Vorig artikel

Koutcher wint 49e Vocalisten Concours

Volgend artikel

Het IVC-verslag 2012: de pianofinale

De auteur

Peter Franken

Peter Franken

4Reacties

  1. Peter Franken
    1 oktober 2012 at 15:42

    Een post scriptum bij mijn eigen recensie, meer in het bijzonder bedoeld voor de wagnerianen onder ons.

    Het zou mooi zijn als de Reisopera deze Ring kan verkopen aan de Deutsche Oper am Rhein.Dit is overigens geen gerucht maar gewoon mijn eigen mening. In Düsseldorf hebben ze manifest geen geld voor iets nieuws en op die manier zou men daar eindelijks eens van die overjarige Kurt Horres productie af kunnen komen.

    De Reisopera heeft aangekondigd de Ring in blue ray uitvoering in verschillende bioscopen te gaan vertonen. Er is dus de mogelijkheid de afzonderlijke opera’s nog eens terug te zien.
    Met het oog daarop kan ik de uitvoerige analyses aanraden die Lex Boeken, lid van het Wagnergenootschap Nederland, eerder heeft geschreven over de eerste drie delen van de tetralogie. Zijn bijdrage m.b.t. Götterdämmerung wordt voor het einde van dit jaar verwacht.
    Zie http://www.wagnergenootschap.nl onder ‘recensies’.

  2. Peter Franken
    10 oktober 2012 at 15:41

    Gisteren zag ik deze productie voor de tweede keer, aanleiding voor een paar aanvullende opmerkingen.
    Vooraf werd aangekondigd dat de Hagen nog steeds leed aan de gevolgen van een keelontstekeing maar toch zou zingen. Aan zijn stem heb ik weinig kunnen horen, volume was er wel in de eenvoudige passages, verder is er niet zo veel. Qua uitstraling is hij voor mij nog steeds meer een ‘Tom Hagen’ type dan een Godfather type.

    Mijn algehele oordeel over de voorstelling heeft zich niet gewijzigd. Hier en daar hoorde ik opmerkingen als zou de Brünnhilde wat te schel zijn en met teveel vibrato zingen. Ach, wat heet. De afgelopen weken heb ik in de auto zes complete opnamen van Götterdämmerung afgespeeld en meer dan eens opgemerkt dat de betreffende zangeressen redelijk wat moeite met de partij hadden. Om een voorbeeld te geven: ik hoor Kirsten Blanck liever in deze rol dan Eva Marton (Haitink).
    Nog een aardig detail: de Gibichungen burcht wordt in het tweede en derde bedrijf weergegeven d.m.v. een decorstuk dat sterk doet denken aan Villa Krupp in Essen. Leuk bedacht.

  3. Jan F. Kommer
    2 juni 2015 at 20:56

    Al vanaf jonge leeftijd een Wagner fan en dan is een live uitvoering kunnen bezoeken een “once in a life-time experience” die ik niet wilde missen. Als bezitter van nogal wat Ringen op CD ben ik redelijk ingewijd in de materie en wat ik altijd al wist: een live uitvoering van welke kaliteit dan ook is vrijwel altijd indrukwekkender dan welke top-uitvoering op CD dan ook. Ik heb met volole teugen genoten maar wat me het meest is bijgebleven dat is wat er gebeurde aan het slot van de GÖtterdämmerung.
    De muziek sterft langzaam weg en helaas gebeurt het nogal eens dat een idioot voortijdig dat ouderwetse bravo begint te roepen. Hier niet. Doodse stilte, bijna een minuut lang en niemand durfde de betovering te verbreken. Ik geloof dat ik als botterik uiteindelijk zachtjes m’n handen op elkaar bracht en zo het applaus startte.
    Die indrukwekkende stilte vond ik het mooiste eerbetoon aan Spanjaard en z’n uitvoerenden.

  4. Maarten-Jan Dongelmans
    3 juni 2015 at 08:55

    Tsjonge, al weer bijna drie jaar geleden dat ik deze grandioze productie met Het Gelders Orkest in de orkestbak in Enschede mocht beluisteren. Dat was écht een belevenis! Weet iemand of die blu-rays waarover Peter Franken indertijd schreef ook daadwerkelijk verschenen zijn?