AchtergrondFeatured

Hoofdredactioneel: Mafia in het operahuis

Sinds Antonio Cognata het roer overnam bij het Teatro Massimo in Palermo is het operahuis gaan groeien en bloeien. Niet alleen bracht Cognata de begroting op orde, hij wist het operahuis ook artistiek uit de put te halen. Maar aan dat alles lijkt nu een einde te komen. Politiek en mafia zetten de intendant aan de kant.

Het Teatro Massimo (foto: Franco Lannino).

Cognata is een droomintendant. Zeker in Italië, waar bezuinigingen, ontslagen, stakingen en niet-betaalde salarissen momenteel het gezang op de operatonelen overstemmen. Cognata, een in New York opgeleide econoom, stond bij zijn aantreden in 2004 voor de taak een operahuis met een schuld van 27 miljoen euro weer op de rails te krijgen. En hij slaagde daarin.

Door een strak en zuinig beleid bespaarde Cognata ieder jaar miljoenen op de begroting, waardoor het tekort van het operahuis inmiddels is teruggebracht tot 16 miljoen euro. Ondertussen wist hij het theater artistiek gezien alleen maar uit te bouwen. Niet alleen is Massimo nu één van de meest productieve operahuizen in Italië (met 130 voorstellingen in 2012 scoort het ver boven het gemiddelde), ook de kwaliteit van de producties wordt alom geroemd. Het huis kreeg de afgelopen jaren de ene prijs na de andere.

Als kroon op al die inspanningen staat er voor 2013 een nieuwe enscenering van Wagners volledige Ring-cyclus op de planning, geregisseerd door Graham Vick. Die mijlpaal wordt nu echter zwaar overschaduwd door recente politieke ontwikkelingen. In mei verkoos Palermo Leoluca Orlando tot nieuwe burgemeester en die heeft de pik op Cognata.

Volgens een bericht in de Frankfurter Allgemeine heeft Orlando de intendant inmiddels ontslagen en wil hij Francesco Giambrone, de intendant die het operahuis in 2004 met de schuld van 27 miljoen achterliet, zijn positie teruggeven.

Cognata zei in een interview met de Corriere della Sera echter dat hij zijn post niet zal verlaten en zijn contract tot 2014 zal uitdienen, ondanks bedreigingen van de mafia die hij en zijn familie hebben ontvangen.

Volgens de intendant wil de burgemeester hem weg hebben omdat hij bepaalde privileges heeft ingetrokken en onnodige uitgaven heeft geschrapt, zoals toelagen voor kinderen die helemaal niet bestaan en uitbelatingen aan medewerkers die herhaaldelijk afwezig zijn vanwege een tweede baan. In andere woorden: hij laat zijn huis niet gebruiken als inkomstenbron voor de mafia.

De actie van Orlando – die al tweemaal eerder burgemeester van Palermo was – is opmerkelijk, aangezien hij internationaal aangeschreven staat als bestrijder van de Siciliaanse mafia. Die typering komt nu op zijn minst in een bedenkelijk licht te staan.

De ontwikkelingen hebben ondertussen tot grote teleurstelling en verbittering geleid bij het operahuispersoneel. Een communicatiemedewerker die ons over de situatie tipte, stelt onomwonden dat de burgemeester Cognata’s werk en projecten te gronde wil richten. ,,De afgelopen jaren hebben we geprobeerd om politiek en mafia buiten het theater te houden, maar ze keren terug.”

Ook buiten Sicilië zijn de reacties verbolgen, gezien de vele media die het voor het operahuis hebben opgenomen. De vraag is of het zal baten. Het antwoord laat zich raden.

Het Teatro Massimo is beroemd van het derde deel van The Godfather, waarin de dochter van mafiabaas Michael Corleone op de trap voor het operahuis doodgeschoten wordt. Nu Orlando het heft in handen neemt ten koste van een uitstekende intendant, lijkt die band tussen de mafia en het Siciliaanse operahuis minder fictief dan gedacht.

Vorig artikel

Matinee brengt Simplicius in première

Volgend artikel

Er is maar één queen en dat is DiDonato

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.