BuitenlandFeaturedOperarecensie

Degelijke Frau ohne Schatten in Düsseldorf

Verspreid over het seizoen herhaalt de Deutsche Oper am Rhein driemaal zijn productie van Die Frau ohne Schatten uit 2008. Een eenvoudige repertoirevoorstelling, die echter alleszins succesvol uitpakt. Met een glansrol voor Morenike Fadayomi.

Morenike Fadayomi als Kaiserin (foto: Hans Jörg Michel).

Bij een ‘stagione’-gezelschap zoals De Nederlandse Opera (DNO) in Amsterdam wordt weken gerepeteerd voor een grote opera zoals Die Frau ohne Schatten van Richard Strauss, ook als het een reprise betreft. Zo beschouwd is het des te opmerkelijker als een operahuis het werk ‘zo maar even’ als losse voorstelling tussendoor op het programma neemt en dat dan in alle opzichten tot een goed einde weet te brengen.

Die Frau ohne Schatten ging in 2008 in première bij de Deutsche Oper am Rhein en heeft een aantal voorstellingen achter de rug in de beide speelsteden van het gezelschap, Düsseldorf en Duisburg. Dit seizoen staan er drie losse voorstellingen op het programma, verdeeld over het gehele seizoen. Afgelopen zaterdag was de tweede, in juni volgt de laatste.

Het duo Guy Joosten en Johannes Leiacker is verantwoordelijk voor regie, decor en kostuums. Joosten regisseerde indertijd Norma bij DNO en meer recent Lucrezia Borgia in Brussel.

Beiden verstaan hun vak en weten goed rekening te houden met de beperkingen die repertoiretheater met zich meebrengt. Zo is de voorstelling dramaturgisch uiterst eenvoudig gehouden, zodanig dat een invaller die de rol kent moeiteloos kan inspringen.

Ook het decor is basaal. Het bestaat uit een grote trap op een draaitoneel. Daarop staat het huwelijksbed van het keizerlijk paar, verder is het leeg. Wordt de trap gedraaid, dan bevinden we ons in het huis van Barak der Färber. Zijn beroep (textielverver) wordt gesuggereerd door het gebruik van grote lappen rode en blauwe stof die te drogen hangen en tegelijkertijd de muren vormen. Kleine bijrollen worden vanuit de orkestbak gezongen. Alles voor de eenvoud!

Zoals bij veel werken van Strauss is de opera een product van de samenwerking van de componist met Hugo von Hofmannsthal. Die wilde een sprookje schrijven, een soort moderne Zauberflöte. Dat heeft geleid tot een verhaal met de nodige ongerijmdheden.

Centraal staat de figuur van de Kaiserin, dochter van Keikobad, de heerser over het Geestenrijk. Zij verstond de kunst zich te veranderen in een dier en in de gedaante van een gazelle is ze de Kaiser, een hartstochtelijk jager, ten prooi gevallen. Daarbij is ze half mens geworden; ze is namelijk doorschijnend en heeft dus geen schaduw. Keikobad laat haar een jaar bij hem verwijlen. Als ze in die periode niet zwanger is geraakt, zal ze terugkeren in het Geestenrijk en zal de Kaiser tot steen worden.

Aangezien zwanger worden ondanks elke nacht geslachtsverkeer na een jaar nog niet is gelukt, gaat ze met haar voedster (Amme) naar de mensenwereld om een schaduw te kopen. Daar komt de vrouw van Barak in beeld, een jong meisje getrouwd met een veel oudere man in een huis met drie zich voortdurend misdragende broers. Zonder veel problemen kan ze worden overgehaald om te kiezen voor kinderloosheid in welvaart in ruil voor haar schaduw. Uiteindelijk loopt het allemaal toch weer anders en loopt het met beide echtparen goed af, zo lijkt het.

De rol van de Kaiserin werd gezongen door Morenike Fadayomi, sinds een jaar of vijftien de huisdiva van het gezelschap. Ze vertolkte de rol als een schattig naïef kindvrouwtje – wat overtuigend overkwam gezien haar nogal meisjesachtige uiterlijk. Ze heeft een grote stem en kan daar vrijwel alles mee. Ik vond haar in alle opzichten voortreffelijk, ze deed me meermalen aan Cheryl Studer denken. Haar grote monoloog in de derde akte, ‘Vater bist du es’, was adembenemend.

Tomasz Konieczny als Barak der Färber en Linda Watson als Färberin (foto: Hans Jörg Michel).

Linda Watson zong de rol van Baraks vrouw. Uiterlijk was ze er te oud voor, maar je kunt een rol die qua zwaarte vergelijkbaar is met Brünnhilde nu eenmaal niet door een jong meisje laten zingen. Met name waar haar rol wat minder kijvend is en er wat meer lyriek in kan worden gebracht, bleek duidelijk hoeveel ze nog steeds in huis heeft. Daarvoor moesten overigens wel tot de derde akte wachten.

Tomasz Konieczny zette een mooie Barak neer: de lankmoedigheid zelve en met mooi stemgeluid. Aardig detail is dat hij dronken is als hij met de drie broers terugkeert van het boodschappen doen. Altijd maar lankmoedig zijn is zonder drank niet vol te houden…

Corby Welch als de Kaiser beviel me niet zo erg. Hij zette een stentorstem op en wist nergens te dimmen.

Renée Morloc daarentegen viel erg in de smaak. Ook zij is al jarenlang aan het gezelschap verbonden en vertolkt rollen als Fricka, Waltraute en Herodias. Zij speelde de voedster (Amme) als een getergde matrone die maar al te graag weer terug wilde keren naar het Geestenrijk. Een verblijf tussen mensen vervult haar met weerzin, maar ze kan de wens van de Kaiserin om in de mensenwereld een schaduw te gaan halen niet negeren.

Het orkest stond onder leiding van Axel Kober. Hij zorgde voor een volle ‘Straussiaanse’ klank en wist daarmee met name aan het einde van de tweede en de derde akte veel indruk te maken. Bravo!

Vorig artikel

Seizoen Düsseldorf/Duisburg 2013/2014

Volgend artikel

OPERA2DAY herneemt Dolhuys Kermis

De auteur

Peter Franken

Peter Franken

5Reacties

  1. Antonio
    16 april 2013 at 17:19

    Ik heb een enorme zwak voor het operahuis in Dusseldorf, Morenike Fadayomi en Guy Joosten. En Tomasz Konieczny, inmiddels een van de grootste sterren op het opera firmament!
    Bedankt, Peter Franken, ik wou dat ik er bij kon zijn!

  2. Loesje
    17 april 2013 at 11:52

    Antonio, volgend seizoen biedt mogelijkheden. Morenike Fadayomi zingt Chrysothemis, Tosca en Norma in Düsseldorf.

  3. Antonio
    17 april 2013 at 12:01

    En dan de Britten’s in de regie van Karaman???
    Ik ga!

  4. Loesje
    17 april 2013 at 12:08

    In mijn beleving is Die Frau ohne Schatten een van Strauss’ minder toegankelijke opera’s, zeker als je het vergelijkt met de beide werken die het flankeren, Ariadne en Arabella. Het heeft lang geduurd sinds de première in 1919 voor het werk zich een plaats binnen het repertoire heeft weten te verwerven. Met name Karl Böhm heeft hieraan een grote bijdrage geleverd door in woord en daad als pleitbezorger op te treden. Zijn live opname uit 1985 vanuit de Wiener Staatsoper met James King, Leonie Rysanek en Birgit Nilsson is een monument. Zonder zijn inspanningen zou Die Frau waarschijnlijk net zozeer op de achtergrond zijn geraakt als de latere werken van Strauss zoals Die Ägyptische Helena en Die Liebe der Danae.
    In onze tijd is de rol van Böhm overgenomen door Stefan Soltesz die het werk de afgelopen 12 jaar regelmatig in Essen heeft gebracht. Nu hij vertrekt gaat Die Frau nog twee keer in het Aalto Theater, bij wijze van afscheid van de maestro. Er zijn voorstellingen op 12 en 21 juli. De tweede is Soltesz’ laatste optreden als chef.

  5. Antonio
    18 april 2013 at 07:47

    Als het op de opnamen komt dan geef mij maar Solti! Helemaal compleet!