FeaturedOperarecensie

La Cenerentola: feelgoodopera in Eftelingstijl

De samenwerking met de Efteling had het al doen vermoeden: Opera Zuids nieuwe productie van La Cenerentola laat Rossini’s sprookje gewoon sprookje zijn. Met alles erop en eraan. Verrassen doet het daardoor niet. Mooi en toegankelijk is het wel.

Scène uit La Cenerentola bij Opera Zuid (foto: Morten de Boer, Den Haag).
Scène uit La Cenerentola bij Opera Zuid (foto: Morten de Boer, Den Haag).

Onlangs bracht Disney een nieuwe speelfilm over Assepoester uit, getiteld Cinderella. De film benadert het bekende sprookje op een op en top klassieke manier. Het verhaal is zoals iedereen het kent en alles ziet er beeldschoon uit, alsof het rechtstreeks uit de levendige fantasie van een jong meisje is ontsproten. Het is een sprookje in z’n meest geromantiseerde zin. Een droomwereld waarin zelfs tranen zoet zijn, waarin het kwade verliest en waarin geluk en liefde alles roze kleuren.

Nu bevat Rossini’s Cenerentola minder sentiment en meer komedie, maar ook bij de Italiaanse componist ontbreken sprookjesmagie en andere feelgoodelementen niet. De meeste operaregisseurs zouden daar hard voor wegrennen, maar Sybrand van der Werf omarmt het juist. Samen met twee ontwerpers van de Efteling kiest hij voor een volledig klassieke lezing. Back to basics, à la Disney.

De kostuums (Carla de Kroon) zien er kleurrijk en uitbundig uit. De decors (Karel Willemen) zijn eenvoudig maar sfeervol. Alle locaties (de begraafplaats waar Assepoesters moeder ligt begraven, het huis van Don Magnifico en het paleis van de prins) worden gemakkelijk en doeltreffend tot leven gewekt.

In dat sprookjeslandschap accentueert Van der Werf de rol van Alidoro. Als spin in het web regisseert de filosoof en mentor van de prins het hele verhaal, waarbij hij met een tot vervelens toe herhaald goocheltrucje decors laat verschijnen en verdwijnen. Een goed uitgespeelde rol van Willem de Vries, al is zijn baritonstem mijns inziens misplaatst in deze baspartij.

De zusjes Tisbe (Madieke Marjon) en Clorinda (Anna Emelianova) in actie (foto: Morten de Boer, Den Haag).
De zusjes Tisbe (Madieke Marjon) en Clorinda (Anna Emelianova) in actie (foto: Morten de Boer, Den Haag).

De smaak moet gemaakt worden door Dandini, de rechterhand van de prins, Clorinda en Tisbe, de zusjes van Assepoester, en Don Magnifico, hun vader. Hun grappen en grollen blijven echter vrij voor de hand liggend en clichématig. Wel leuk, niet leuk genoeg. Ooit heb ik me suf gelachen tijdens Michiel Dijkema’s Cenerentola bij de Reisopera (maart 2010). Bij die gevatheid blijft deze productie ver achter.

Aan de bezetting van de rollen lag het niet. Anna Emelianova maakte zaterdagavond tijdens de première met haar heldere, pittige stem een knappe indruk als Clorinda; veelbelovend voor het volgende Opera Zuid-seizoen, wanneer ze in Rigoletto en La bohème zal zingen. Madieke Marjon was vocaal eveneens raak als Tisbe. Hun beide stemmen vormden samen ook een goede match.

Marcel van Dieren speelde en zong een uitstekende Don Magnifico. Petje af voor de bariton, die zich inmiddels in talloze rollen een kundig en betrouwbaar artiest heeft getoond. De Roemeense Cozmin Sime voegde daar een energieke Dandini aan toe. Treffend in zijn ietwat onnozele gezichtsuitdrukkingen, maar vocaal soms niet toereikend genoeg. Met name in de laagte ontbrak het hem aan volume.

Te midden van deze komedianten moesten prins Ramiro en Cenerentola de romance laten opbloeien. Ook dat gebeurde op redelijk voorspelbare manier. Wellicht is dat het euvel van traditionele producties, dat je alles ziet aankomen? Toch geloof ik dat niet. Ook klassieke kaders zijn spannend in te kleuren, dat vraagt alleen wel de nodige inventiviteit.

Gelukkig wisten tenor Elmar Gilbertsson (Ramiro) en mezzosopraan Karin Strobos (Cenerentola) er veel van te maken. Hun liefde was geloofwaardig en hun zang sprong er in deze cast bovenuit.

Scène uit La Cenerentola bij Opera Zuid (foto: Morten de Boer, Den Haag).
Scène uit La Cenerentola bij Opera Zuid (foto: Morten de Boer, Den Haag).

Gilbertsson werkte zich met zijn doordringende, gefocuste stem bekwaam door zijn partij. Stoer en prinswaardig. Alleen jammer dat hij zijn optreden niet wist te kronen met een paar knallers in ‘Si, ritrovarla iu giuro’, het letterlijke hoogtepunt van zijn rol. De allerhoogste noten had hij niet paraat, al probeerde hij het wel.

Strobos was heerlijk op dreef. Van haar ingetogen opening met het liedje ‘Una volta c’era un re’ tot haar virtuoze, breed uitgesponnen slotstuk ‘Nacqui all’affanno … Non piu mesta’ zong ze vlekkeloos. Ze bracht haar coloraturen met sier en charme en liet haar stem van laag tot hoog klankrijk rondzingen. Prachtig hoe haar mezzo in de laagte een zachte tint krijgt en in de hoogte juist blinkt van helderheid. Een vertolking waar geen speld tussen te krijgen was.

Het geheel werd prima ondersteund door de philharmonie zuidnederland onder Per-Otto Johansson en van extra energie voorzien door de mannen van het Theaterkoor Opera Zuid, die ook acterend een flinke rol speelden.

Voor het grote publiek is deze Cenerentola een toegankelijke en leuke familievoorstelling, geheel in het straatje van de Efteling. Geen moderne fratsen, gewoon een klassiek sprookje. Voor het meer doorgewinterde operapubliek blijft er nog wel wat te wensen over. Maar ach, zullen zelfs de grote kenners zich na het happy end niet even blij en gelukkig hebben gevoeld?

La Cenerentola is nog tot en met 2 juli te zien. Zie voor meer informatie de website van Opera Zuid.

Vorig artikel

Munt brengt Orwelliaanse Ballo in maschera

Volgend artikel

Neven en Mostert over werken aan Schubert

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.