FeaturedOperarecensie

Renée Fleming betovert in Grote Zaal

Vier stijlen en vier componisten stonden op Renée Flemings programma, woensdagavond in het Concertgebouw. Ze wist de liederen met haar uiterst gedetailleerde zangkunst tot in de finesses te verklanken. Met haar fantastische pianist Hartmut Höll vormde ze een ideaal koppel. Een muzikale eenheid pur sang.

Renée Fleming. (© Andrew Eccles)
Renée Fleming. (© Andrew Eccles)

Tien jaar geleden stond ze hier ook en ze maakte er geen geheim van hoe heerlijk het was om terug te zijn. De akoestiek van de uitverkochte Grote Zaal vindt ze fantastisch. Ze kan er voluit zingen en hoeft zich niet in te houden, meldde ze onlangs op Radio 4.

Fleming had nog geen noot gezongen toen ze al een ovationeel applaus in ontvangst mocht nemen. Gekleed in een schitterende jurk van Angel Sanchez, die enigszins deed denken aan een pauwenstaart, bekoorde ze haar publiek een avond lang met liederen van Schumann, Rachmaninov, Dutilleux en R. Strauss.

Met intense expressie en inleving zong Fleming Schumanns liederencyclus Frauenliebe- und leben. Voor de intimiteit van dit repertoire bleek de zaal iets te groot. Intervallen en syllabes vielen weg, terwijl overduidelijk was met hoeveel precisie Fleming de tekst vertolkte. Niettemin lukte het de sopraan en haar begeleider om een originele interpretatie te verzorgen, met veel intensiteit en opvallende tempi.

Soepel en sprankelend zong ze de eerste liederen, waarmee ze de verwachtingsvolle stemming van de vrouwelijke hoofdpersoon uit de teksten van Adelbert von Chamisso prachtig weergaf. Het lied ‘Ich kann’s nicht fassen, nicht glauben’ zong ze in een ademloos tempo, waarbij ze bijna over de woorden struikelde. Het hoorde allemaal bij haar interpretatie. Het subtiele pianospel van Hartmut Höll, ooit vaste duopartner van Dietrich Fischer-Dieskau, droeg in hoge mate bij aan de vertolking.

Dramatiek en momenten van verstilling gingen hand in hand en leverden prachtige contrasten op. Uiterst beeldend en ingetogen, met een bijna vertragende schuchterheid, zong Fleming ‘Süsser Freund’, waarin het wonder van het jonge leven tastbaar werd. Hierna volgde een extatisch ‘An meinem Herzen, an meiner Brust’, wat ik zelden zo snel gezongen heb gehoord.

Met diepe, warme stem besloot Fleming de cyclus. De leegte en het gemis bij de dood van haar geliefde klonk langzaam, stamelend en statisch. Aan het einde van het lied keerden de tonen van het eerste lied terug. Höll speelde ze imponerend, zoals hij iedere keer weer indruk maakte met de wijze waarop hij de liederen afsloot.

Na Schumann volgden liederen van Sergej Rachmaninov, waarbij Fleming vertelde dat ze weinig worden uitgevoerd, omdat veel vrouwen zich niet op hun gemak voelen bij deze onderwerpen. “Meisjes blijven hier het eigendom van man en vader”, aldus de sopraan.

Voor mij waren het de mooiste liederen van de avond, met hun rijke klanken en harmonieën. Dit repertoire ligt Fleming bovendien fantastisch. Haar hoge en lyrische sopraan is uitermate geschikt voor de kleurige, melodieuze lijnen. Moeiteloos vulde ze er de grote ruimte mee.

Hartmut Höll. (© Imagem)
Hartmut Höll. (© Imagem)

Uiterst verzorgd en wendbaar zong ze de melancholieke, dalende lijnen van ‘Ne poy, krasavitsa, pri mne’(zing niet voor mij, mooi meisje). In het korte, ironische lied over de waterlelie (‘Rechnaya lileya’) klonk het kabbelende water parelend uit de handen van Hartmut Höll.

Flemings bedachtzame vertolking van het lied ‘Sumerki’ (schemering) liet opnieuw horen dat ze het beste tot haar recht komt in de hogere regionen. Jubelend en extatisch eindigde ze voor de pauze met het lied ‘Vesenniye vodï’ (lentebeekjes), waarin de natuur weer tot leven komt.

Henri Dutilleux schreef zijn liedcyclus Le temps l’horloge speciaal voor de stem van Renée Fleming. Hij was toen de negentig al gepasseerd. Flemings stem klonk in zijn liederen dieper en ze zong hier grote intervalsprongen. Met enorme uithalen en hier en daar spreekzang wist ze een spannende sfeer op te roepen. Het lied ‘Le dernier poème’ klonk gefragmenteerd. Met de gebroken begeleiding in de piano was het een droevig verhaal.

Het interludium, dat voor de pianist werd gecomponeerd, bracht in deze cyclus de wending van melancholie naar spot, naar decadentie ook. Die was volop aanwezig in het lied ‘Envirez-vous’, op tekst van Baudelaire. Hierin wordt men aangeraden zich te bezatten met wijn, poëzie of deugd. De veelzijdige Fleming liet zich nu van een heel andere kant horen: vol ironie en soms zelfs heksachtige spot. Grote sprongen weer, grote omvang ook. Het klonk spannend allemaal en Fleming zelf genoot. Met een prachtige, halfdronken uithaal besloot ze de cyclus.

Vanuit haar studie bij onder anderen Elisabeth Schwarzkopf heeft Fleming een grote affiniteit ontwikkeld voor de liederen van Richard Strauss. Het klaterende ‘Das Bächlein’ lag haar goed en in ‘Ruhe, meine Seele’ was haar dictie opvallend sterk. Hierbij wist ze de dramatische contrasten prachtig te verklanken. In ‘Allerseelen’ leek haar stem als uit de verte te naderen, uit een andere wereld.

Het driemaal “Habe Dank” uit ‘Zueignung’, waarmee ze haar optreden in Amsterdam besloot, leek rechtstreeks gericht aan het publiek. Dat publiek werd beloond met drie toegiften: ‘Summertime’, het in de VS populaire ‘Over the rainbow’, waarin de jazzy kant van Fleming tot uitdrukking kwam, en ‘O mio babbino caro’ van Puccini, één van haar lievelingsaria’s.

Fleming toonde woensdag dat ze haar stem nog steeds tot in elke uithoek beheerst en thuis is in alle tijdvakken. Van romantisch tot twintigste-eeuws en jazzy repertoire. Ze heeft een prachtig, warm stemgeluid en blijft een aangename, fascinerende persoonlijkheid. Het is te hopen dat ze niet nog eens tien jaar wegblijft!

Vorig artikel

Jenny Carlstedt zingt Zemlinsky-liederen

Volgend artikel

Altviolist: gehoorschade door Die Walküre

De auteur

Jacqueline van Rooij

Jacqueline van Rooij

7Reacties

  1. Rudolph Duppen
    31 maart 2016 at 20:09

    Even een paar dingen rechtzetten.De laatste twee optredens van Renée Fleming waren op 31 oktober, 2009 en 25 oktober, 2010. Gisterenavond was de grote zaal anders dan vermeld niet uitverkocht. Op de dag zelf kon men nog kaartjes kopen met 50% korting.

    Van het recital was ik niet echt onder de indruk. Fleming offert alles op aan klankschoonheid ten koste van de verstaanbaarheid. In dat opzicht gaat ze steeds meer op Schwarzkopf lijken .Frauenliebe und- leben klonk zeer gemaniëreerd. Woorden werden ingeslikt, tempi werden naar believen vertraagd of versneld. Alleen het laatste lied ontsprong de dans. Dat werd indrukwekkend gezongen.Rachmaninoff werd fraai gebracht. Een Russisch sprekende bezoeker die ik in de pauze sprak was bepaald niet onder de indruk van haar uitspraak.Voor mij vormden de liederen van Dutilleux het hoogtepunt van de avond.Zeer expressief en geestig. De stem van Renée Fleming is zeer geschikt voor de liederen van Richard Strauss. Jammer dat ze er niet meer zong.Curieus was dat ze het door Strauss aan Joseph Goebbels opgedragen Das Bächlein zong met de in het laatste couplet fraai versierde en herhaalde mein Fürher.(bron Preludium) De toegiften pasten niet echt bij dit liederen recital. Voor de Amerikanen die voor mij zaten waren deze echter de enig herkenbare stukken van de avond.

    Deze avond werd zeer ontsierd door het gedrag van een gedeelte van het publiek.Massaal werden de blaadjes omgeslagen tijdens het prachtige naspel van Frauenliebe und-leben. Elk pianissimo en elke stilte werd weggehoest om niet te zeggen weggeblaft. Het publiek werd daardoor steeds onrustiger en dit leidde tot zeer afkeurend gemopper van het publiek. Een bezoeker ging een ander te lijf met het maandblad Preludium. Gelukkig was het geen hele jaargang.

  2. Kees-Christiaan
    31 maart 2016 at 20:57

    Ik heb inderdaad ´s ochtends nog een kaartje voor 50% kunnen kopen. Ik vond het gisteravond mooi, maar niet heel bijzonder. Kwam dat door de ruimte (de grote zaal van het concertgebouw lijkt me niet geschikt voor een liedrecital) of haar stem? Ik zou haar erg graag een keertje lied horen zingen in een betere setting, bv. het Muziekgebouw aan ´t IJ. Is ze daar te bekend voor? Misschien. Het principe zou in ieder geval moeten zijn: als je een liedrecital geeft, kies dan een concertruimte die daarvoor geschikt is. Anders is een operagala o.i.d. wellicht meer op z´n plaats.
    Tot slot: Sarah Connelly zei ooit in dit magazine dat een jurk bij een liedrecital niet mocht opvallen. Vergelijk dat met “de schitterende jurk van Angel Sanchez” die Renée Fleming gisteren droeg. Leuk, die verschillen.

  3. Gert-Jan
    31 maart 2016 at 22:02

    Ik ben het met de twee commentaren hierboven eens. Ik werd er gisteren niet echt warm van. Ik heb Fleming eerder live gehoord met piano in de grote zaal en was toen enthousiaster dan nu. Waar het aan lag is moeilijk te zeggen. Fragmenten werden prachtig en doorleefd gezongen, haar stem is individueel en vaak wonderschoon. Is zij misschien toch vooral een operazangeres die helemaal los kan gaan in O mio babbino caro, overigens veel te dramatisch gebracht – maar goed dat deed Callas ook. Opvallend vond ik verder dat haar Duits onzorgvuldig was. Ze verhaspelde woorden. Het onbegrijpelijkste in dit opzicht vond ik dat zij het sleutelwoord in Allerseelen, daar waar het lied kantelt, nl “Grab” veranderde in “Tag”. Tenslotte nog iets over een deel van het publiek. Wat werd er vreselijk onbehoorlijk en luid gehoest. Tijdens het naspel van Frauenliebe, Rudolph Duppen schreef het al, ging het pianospel onder in een geruis alsof het regende in de zaal. Voor mij een teken van grote desinteresse en een gebrek aan respect. Kwamen veel bezoekers vooral af op de grote naam? Pas in de toegiften kreeg Fleming de zaal stil, was dat misschien omdat ze toen repertoire zong dat er wat makkelijker in gaat?

  4. Jan de Jong
    1 april 2016 at 10:57

    Laat Flemming de volgende keer een operarecital geven in de Grote Zaal. Dat past beter bij haar stem. Graag met Strauss erbij. Dit liedrecital was toch wat teleurstellend en overvroeg bovendien de Amsterdamse (Nederlandse) muziekmarkt. Ik hoop dat anderen meer genoten hebben.

  5. Bart M
    1 april 2016 at 15:05

    Wat een azijn p#ssers zeg, ik snap niet dat men met zo’n attitude naar zo’n avond gaat.
    Gewoon net als vroeger; lekker bashen, Wat presteert men zelf op 57 jarige leeftijd?
    Flauw geneuzel in de marge, het was een onvergetelijke avond.

  6. Rudolph Duppen
    1 april 2016 at 18:03

    Alles staat of valt met vergelijking. Renée Fleming stelt zeer hoge eisen aan zichzelf en aan anderen.Mogen wij dat dan ook doen. Bezoekers van deze fora zijn zeer doorgewinterde en kritische luisteraars die bij wijze van spreken iedereen in de wereld die op hoog niveau kan en kon zingen hebben gehoord. In vergelijking met andere beroemde zangers uit heden en verleden was dit voor mij althans, geen onvergetelijke avond.

  7. Stefan Caprasse
    4 april 2016 at 11:50

    Toch even opmerken dat niet ALLE bezoekers van deze fora even doorgewinterd zijn (waar ik mezelf bij klasseer laat ik nu in het midden) en misschien daardoor in staat zijn te genieten van dat waar meer ‘doorgewinterden’ meer kritische bedenkingen bij hebben.

    Alles is trouwens sowieso ook grotendeels een kwestie van persoonlijke smaak. …En zelfs van gemoedstoestand de dag van de voorstelling…