FeaturedOperarecensie

Prohaska geeft verbluffend oorlogsrecital

De lyrische sopraan Anna Prohaska kwam dinsdagavond op in een zwart soldatenuniform. Haar outfit had te maken met haar recital Behind the lines. Een verzameling oorlogsliederen van wel vijftien verschillende componisten. Een buitengewoon programma, dat ze met begeleiding van pianist Eric Schneider verbluffend goed uitvoerde in het Amsterdamse Concertgebouw.

Anna Prohaska. (© Holger Hage / DG)

Voor wie de zangeres niet kent: de Duitse Anna Prohaska (1983) treedt veelvuldig op in alle toonaangevende concertzalen in de wereld. Ze is bovendien vast ensemblelid van de Berlijnse Staatsoper Unter den Linden. In Nederland maakte ze een onuitwisbare indruk met haar debuut bij De Nationale Opera in Jephtha in 2016.

Ter herinnering aan de Eerste Wereldoorlog (en andere oorlogen) nam Prohaska in 2014 de cd Behind the Lines op. Een plaat met een reeks van 25 Duitse, Engelse, Franse en Russische liederen. Allemaal boeiende, verhalende liederen, die qua inhoud, muziek en emoties variëren. Romantische en moderne composities wisselen elkaar af, wat het geheel energiek en niet al te somber maakt.

Prohaska heeft een glasheldere stem en een perfecte techniek. Bovendien brengt ze de liederen als een geboren actrice. Nog meer lof. Het afwisselende repertoire brengt ze uit het hoofd, wat geen vanzelfsprekendheid is in een liedrecital. In alle talen is haar uitspraak uitmuntend; dat doen niet alle zangers haar na. Ook de begeleiding van pianist Eric Schneider is fraai te noemen. Hij toont zich een gelijkwaardige muzikale metgezel.

Ik vond de moderne liederen die Prohaska bracht het mooist. Ze waren verbluffend om te zien en te horen. Zo was daar ‘Untergang’ van de hedendaagse componist Wolfgang Rihm. Een woest avantgardistisch lied, met een afwisseling in tempi en volume. Prohaska kon het allemaal. Adembenemend. In hetzelfde genre verklankte ze enkele werken van Hanns Eisler (1898-1962). Met een bijna manische blik zong ze over dood en verderf in zijn lied ‘Panzerschlacht’.

Dan ‘Tom Sails Away’ van Charles Ives (1874-1954), waarin de componist terugblikt op zijn kindertijd. Het lied verklankt een dromerig, weemoedig beeld, waarin Tom moet vertrekken vanwege de oorlog. De chromatische melodieën lijken toegankelijk, maar gaan dan toch alle kanten op. Behendig laveerde Prohaska van kleine naar grote expressie.

Hoe expressief en met souplesse Prohaska ook zingt, ze blijft in haar rol als liedinterpretator. Ik vroeg me af: heeft ze ook niet haar eigen emoties? Want emoties vertolken is niet hetzelfde als je eigen gevoel tonen. Het was er wel.

In het liefdevolle ‘Wo die schönen trompeten blasen’ uit Des Knaben Wunderhorn van Mahler gaf de sopraan merkbaar meer ruimte aan haar eigen gevoel. Ze keek in ieder geval op een andere manier de zaal in. De woorden in dit romantische lied, van de soldaat die afscheid neemt van zijn geliefde, werden opeens zichtbaar kwetsbaar. Ontroerend.

Prohaska eindigde met twee goed gekozen Engelstalige liederen van Kurt Weill. ‘Beat! Beat! Drums!’ klonk weliswaar wat onevenwichtig in volume en klank, maar van het spiritual-achtige ‘Dirge for Two Veterans’ viel veel te genieten. Een trieste begrafenisstoet die licht en mooi dramatisch klonk. Er volgde een groot applaus.

Vorig artikel

Visser en Mijnssen regisseren in Zürich

Volgend artikel

Bachvereniging brengt fenomenale Dido

De auteur

Rudolf Hunnik

Rudolf Hunnik

Rudolf Hunnik is cultuurjournalist, filmprogrammeur en trainer. Hij schrijft voor onder meer de Gooi- en Eemlander, HDC Media, Cultuurpers en Place de l’Opera.

1 Reactie

  1. Ex-Berliner
    27 april 2018 at 18:12

    I ♥ ANNA !