BuitenlandFeaturedOperarecensie

La Juive biedt topzang in snijdend drama

Al na vier seizoenen brengt Opera Vlaanderen één van haar topproducties terug: La Juive, in de verbluffende regie van Peter Konwitschny. Vergelijk dat beleid met het feit dat ‘onze’ Nationale Opera de indringende productie in de regie van Pierre Audi uit 2008 niet hernam. Wie naar Antwerpen of Gent afreist, krijgt er bovendien een vocale topbezetting bij.

Tegenover een massale meerderheid van christenen staan twee Joden: goudsmid Éléazar en zijn dochter Rachel. (© Annemie Augustijns)

Een indrukwekkend roosvenster vult de gehele achterwand van het toneelhuis, terwijl het koor krachtig het ‘Te Deum’ aanheft. Overweldigend is het begin van La Juive, een opera van librettist Eugène Scribe en componist Jacques Fromental Halévy uit 1835. En van regisseur Peter Konwitschny, die de ouverture in 2015 wegsneed om het publiek direct te confronteren met het religieuze conflict dat aan het drama ten grondslag ligt.

Aan de ene kant van dat conflict staat een massale meerderheid van christenen, verbeeld in een enorme koorgroep, identiek gekleed in stemmig zwarte pakken, gekenmerkt door blauwe handschoenen, die op uitdagende wijze worden geheven. Daartegenover staat een minderheid van andersdenkenden, Joden, met gele handschoenen. In feite gaat het om slechts twee personen: de goudsmid Éléazar en zijn dochter Rachel. In de hele opera komt geen Joodse massa voor.

Dat roosvenster blijft steeds als een teken zichtbaar, vaak in alle kleurigheid triomfantelijk verlicht, maar ook verduisterd als een soort dreigende schaduw in de scène die het tweede bedrijf opent, de Pesachviering in het huis van Éléazar. Helemaal aan het einde van het vijfde bedrijf gloeit dat kleurrijke roosvenster extra, terwijl de lichtstaven in de rest van het decor tot verblindende sterkte worden aangedraaid. Éléazar en Rachel bestijgen het schavot terwijl het koor uitbundig zingt: “Onze wraak op de Joden is voltrokken!”

Tussen die polen van het ‘Te Deum’ en dit slotkoor voltrekt zich in de strakke regie van Konwitschny en de abstracte decors van Johannes Leiacker een complex verhaal over onoverbrugbare liefde en elkaar afstotende religieuze, tevens maatschappelijke verhoudingen.

De liefde bloeit op tussen Rachel en de zich als Joodse jongen voordoende Samuel. Maar dat is de dekmantel die de adellijke prins Léopold aanneemt om Rachel in te palmen. Onder zijn gele handschoenen zitten blauwe, die hij aftrekt in een hartstochtelijk trio van hem, Éléazar en Rachel, waar het tweede bedrijf mee afsluit. Het loopt helemaal spaak als Léopold gehuldigd gaat worden als aanvoerder van het leger dat de ketterse Hussieten de pan in hakte.

Verleidelijke prinses

Léopold blijkt al een relatie te hebben met prinses Eudoxie. De confrontatie tussen haar en Rachel levert één van de kernmomenten op in het verhaal. Eudoxie komt haar rivale smeken om een valse verklaring af te leggen bij een kerkelijke rechtbank, waarmee het leven van Léopold gered wordt. In een spannende muzikale zetting schuiven de vrouwen om elkaar heen, totdat zij in een duet God aanroepen en in feite elkaar vinden in de gedachte dat zij allebei slachtoffer zijn van opgelegde religieuze en onmenselijke overtuigingen.

De confrontatie tussen Eudoxie en Rachel is één van de kernmomenten in het verhaal. (© Annemie Augustijns)

Hun stemmen smelten samen in vrijwel gelijke tekst, wat in de regie wordt verbeeld doordat zij hun handen wassen, de handschoenen wegwassen. Een fascinerend moment, waarbij de Amerikaanse sopranen Corinne Winters als Rachel (ietwat zwaarder, dramatischer) en Nicole Chevalier als Eudoxie (iets lichter, twinkelend) ontroerend zongen.

In de regie was de feitelijk statige prinses omgewerkt tot een vamp-achtig type, met verleidelijke poses in haar liefde voor Léopold. Die expressie paste goed bij de kleuring van haar zingen, met omhoog schietende lijnen en fraaie roulades.

Corinne Winters had met haar grootse, dramatisch geluid in eerdere scènes laten horen wat een potentie er in haar stem zit, maar ook in haar acteren schuilt. Zoals in het tweede bedrijf, waar zij in een heftig duet Léopold verwijten maakt. Konwitschny plaatste Rachel in de zaal, om de tegenstelling aan te scherpen.

De Italiaanse tenor Enea Scala reageerde met gloedvolle hartstocht, waardoor de confrontatie tussen podium en zaal nog snijdender werd. Het is een stijlfiguur van Konwitschny om buiten het kader van de toneellijst te treden, wat ongemakkelijk aanvoelt omdat je als publiek zo direct wordt aangesproken. Maar in het acteren van Winters zat zo veel kracht en overtuiging dat deze scène als logisch aanvoelde.

IJzingwekkend

Een andersoortige confrontatie vindt plaats tussen Éléazar en kardinaal Brogni, voorzitter van het concilie van Konstanz, de achtergrond van La Juive. De twee kennen elkaar uit de tijd dat zij in Rome woonden en Éléazar te lijden had onder de discriminatie door Brogni. In Konstanz blijkt Brogni een veel milder standpunt in te nemen; hij wil Éléazar en Rachel beschermen.

De Italiaanse bas-bariton Riccardo Zanellato zong zijn partij met een kleur van mededogen, wat componist Halévy ook in de zanglijn verwerkte. Dat stak fel af tegen de felle tenorpartij van Éléazar. De Amerikaan Roy Cornelius Smith zorgde met overtuigende expressie voor de niet-aflatende, in wraak gehulde houding van de Joodse goudsmid. IJzingwekkend zoals hij zijn tegenspeler vernederde in het verhaal dat Rachel (door Éléazar uit het huis van Brogny gered bij een brand) mogelijk Brogny’s dochter is.

Het Koor Opera Vlaanderen zong met verve de haat- en feestkoren. (© Annemie Augustijns)

In de muzikale leiding zorgde Antonino Fogliani dat de emotionele stuwing die Halévy in zijn partituur legde met intense kleuren door het Symfonieorkest van Opera Vlaanderen tot klinken kwam. De stuwing werd echter waar nodig met intimiteit en sentiment gevuld, zoals in de scènes met Brogny en in de cavatina van Éléazar, ‘Dieu, que ma voix tremblante’. Konwitschny liet dit inkervende moment vóór het doek plaatsvinden, ook weer een staaltje van ‘publieksconfrontatie’.

In de muzikale kleuring van de emoties zette Halévy effectieve middelen in, zoals de althobo die de smeekzang van Rachel (‘Pour lui, pour moi, mon père’) onderlijnt, begeleid door pizzicato strijkers. In zulke individuele instrumentale toevoegingen bevestigde het orkest zijn kwaliteit.

Aan het stokje

Een grootse plaats neemt het koor in, één van de ontwikkelingen in de zogeheten grand opéra die Halévy aanzwengelde. Het Koor Opera Vlaanderen zong met verve de haat- en feestkoren. Het werd door Konwitschny ook de zaal ingestuurd, maar het verloor geen moment zijn ritmische precisie. De koristen hingen als het ware aan het stokje van Antonino Fogliani. Daarbij speelde natuurlijk de fantastische akoestiek van het Antwerpse operahuis stevig mee.

Grand opéra betekende destijds ook grootse scènes met dansen en pantomimes, om het publiek te vermaken. In de gedachtegang van de regisseur zijn dat zaken die afleiden van de inhoudelijke kant van het drama. Hij schrapte die onderdelen al in 2015, evenals een aantal vocale nummers, om de intens politieke inborst van grand opéra vrij te leggen. Zoals hij in een interview opmerkte: “Het is in geen geval alleen maar weelderige tralala.” Het leverde ook een acceptabele lengte op van drie uur, gevuld met vocale topprestaties, ook in de kleinere partijen.

La Juive is tot en met 21 maart in Antwerpen te zien en van 29 maart tot en met 6 april in Gent. Zie voor meer informatie de website van Opera Vlaanderen.

Vorig artikel

#ODR19 gaat alle kanten op

Volgend artikel

Online kaartverkoop Bayreuth van start

De auteur

Franz Straatman

Franz Straatman

11Reacties

  1. 15 maart 2019 at 15:49

    Kan iemand zich nog de productie in Amsterdam herinneren=

    https://basiaconfuoco.com/2019/03/15/herinneringen-aan-la-juive-in-amsterdam/

  2. Rudolph Duppen
    15 maart 2019 at 16:48

    @Basia Jaworski: natuurlijk herinner ik me die prachtige productie. Hopelijk wordt deze in één van de volgende seizoenen door DNO hernomen. Te bedenken dat deze opera in Nederland in de negentiende en de twintigste eeuw tot het seizoen 1927-1928 zeer populair was en misschien wel honderd keer is uitgevoerd als Die Jüdin,La Juive,L’ebrea en De Jodin. De eerst uitvoering op “Nederlands” grondgebied was in Soerabaya op 11 januari, 1867.

  3. 16 maart 2019 at 15:51

    Nee, Rudolph, die productie komt (nooit meer) terug. Meteen na de voorstellingenreeks werden de decors en kostuums weggemikerd.

    Ken je mijn discografie?

    https://basiaconfuoco.com/2017/04/09/la-juive-discografie/

  4. Rudolph Duppen
    16 maart 2019 at 16:23

    Weer een illusie minder. Wat een kapitaalvernietiging! DNO had deze prachtige productie beter kunnen verkopen.Je discografie is om van te smullen.

  5. Paul
    16 maart 2019 at 19:23

    Dank voor deze enthousiasmerende recensie. Meteen kaarten besteld!

  6. Paul
    22 maart 2019 at 10:49

    Gisteren geweest in een zeer goed bezette zaal. Het is (voor de pauze) niet echt mijn muziek en ik vond het ook te lang. Na de pauze was het fantastisch. Er werd uitstekend gezongen door solisten en koor. De regie was effectief en er werd goed geacteerd. Het orkest was in iets mindere vorm dan normaal. Ongelijk, intonatie en wat missers in de kopers. Voor mij is het geen opera om nog eens te bezoeken, al was het na de pauze dus wel zeer mooi!

  7. 22 maart 2019 at 16:44

    Beste Paul: hoe goed ken je de opera eigenlijk?

    Mocht je het nooit eerder hebebn gehoord, hier een ‘kleine’ disocgrafie

    https://basiaconfuoco.com/2017/04/09/la-juive-discografie/

  8. Paul
    22 maart 2019 at 17:17

    Hoi Basia
    Ik kende de opera helemaal niet. Ik had me voorbereid door het lezen van recensies en op internet te zoeken naar een samenvatting van het verhaal. Voor mij werd het pas na de pauze echt ontroerend en dan vooral de grote aria van Eléazar. Voor de pauze vond ik de muziek voor mij wat te licht en vond ik het dus iets te veel van hetzelfde. Maar ik kan me voorstellen dat als je het werk beter kent, meer details ziet en hoort.

    Dank voor je link. Zal het eens bekijken.

  9. 22 maart 2019 at 17:59

    Paul: Konwitschny heeft de partituur behoorlijk ‘gecastreerd’ is mij verteld. Ik heb de productie niet gezien dus verder kan ik er niets over zeggen.
    Maar aangezien ik de opera echt heel erg goed ken…
    Neem de tijd voor mijn discografie. Daar staat behoorlijk veel wat van belang is. Ook veel geluids/beeldvoorbeelden.

  10. Ben Siebers
    28 maart 2019 at 12:10

    Ik denk met veel genoegen terug aan de voorstelling van DNO een paar jaar geleden en prijs mij gelukkig de dvd met de uitvoering door de Staatsoper Wien te hebben met de geweldige Neil Shicoff. Zijn fabuleuze vertolking van de grote aria “Rachel quand du Seigneur” staat op youtube. Heb zelden een zanger zich zo zien inleven. Hij speelt en zingt niet alleen Eleazar, maar hij is het ook.

  11. 3 april 2019 at 16:52

    Peter Franken heeft de opera voor Place de L’Opera vier jaar geleden gerecenseerd. Zijn recensie van de voorstelling gisteren in Gent:

    https://basiaconfuoco.com/2019/04/03/anathema-over-en-weer-in-grootse-la-juive/