AchtergrondFeatured

Een nieuwe tak van sport: fast opera

Misschien hebt u ze wel eens gezien, op een marktplein, in de kelder van een kasteel of op het achtertoneel van een theater: de leden van Fast Opera Productions, kortweg FOP. FOP is een jong operagezelschap dat een nieuwe stijl opera heeft geïntroduceerd: fast opera.

‘Fast opera’s’ zijn korte, scherpzinnige en compacte opera’s. In plaats van drie uur duren ze twintig minuten en in plaats van in theaters zijn ze overal te zien. In de kelder van een kasteel, op een marktplein, tijdens grote buitenfestivals en op vele andere ongewone locaties. Op deze manier krijgt een zeer uiteenlopend publiek de kans om zonder al te veel tijdsinspanning een opera te beleven.

Hoboïste Dorine Schoon en slagwerker Johannes Terpstra (foto: Fast Opera Productions).

Een paar jonge instrumentalisten vonden begin 2009 de nieuwe operavorm uit. De musici wilden graag meer moderne muziek spelen, om het negatieve imago ervan te veranderen. Een operajasje leek hen het ideale middel om dat doel te bereiken.

Onder de naam Fast Opera Productions heeft het gezelschap inmiddels vier producties gemaakt. Allemaal gloednieuw gecomponeerde werken, die stuk voor stuk op originele locaties aan het publiek gepresenteerd werden.

Een ensemble van acht musici vormt de basis van FOP, dat in Den Haag gevestigd is. De musici zijn net of net een paar jaar afgestudeerd van het conservatorium. De zangers, componisten en regisseurs worden per productie geselecteerd, al is er inmiddels wel een vaste poel van zangers rond het gezelschap ontstaan.

,,We zijn eigenlijk heel naïef begonnen”, vertelt Dorine Schoon, die vanaf het eerste uur bij FOP betrokken is en hobo/althobo speelt in het ensemble. ,,We gaven opdrachten aan componisten en zo begon het. In het begin dachten we dat het productieproces net zo ‘fast’ zou gaan als de opera’s zelf, maar al snel bleek dat er wel meer bij komt kijken. Er komt nogal wat op je dak vallen als je aan opera begint.”

Het concept van FOP sloeg niettemin aan en het gezelschap begint steeds meer haar draai te vinden. Na een paar belangeloos geproduceerde voorstellingen heeft FOP voor haar nieuwste werk, De Teef, voor het eerst subsidie ontvangen.

Geen pop, geen klassiek

Schoon vertelt dat zij en het ensemble voor opera als vorm hebben gekozen omdat er met decor, beeld en tekst zo veel te doen is. Het gezelschap gaat echter geheel op eigen wijze met de kunstvorm om. ,,We gaan op ons eigen gevoel af en willen zo een eigen stijl ontwikkelen”, zegt Schoon. ,,Een soort FOP-genre.”

Met dit ‘genre’ wil het gezelschap wat doen aan het elitaire stempel dat (moderne) klassieke muziek heeft. Het houdt zich daarbij niet strikt aan de grenzen van verschillende muziekstijlen. ,,Ik weet niet zo goed onder welk kopje je onze muziek moet stoppen”, zegt Schoon. ,,Het is klassieke moderne muziek, maar we hebben bijvoorbeeld ook wel eens een aria opgevoerd met een dikke knipoog naar een rockhit. Het is niet pop, het is niet klassiek, het is gewoon muziek van deze tijd.”

,,We gaan in elk geval niet voor gemakkelijke muziek”, vervolgt de hoboïste. ,,Het hoeft niet simpel te begrijpen of kitscherig te zijn. Mensen kunnen wel wat hebben.”

Scène uit De Teef (foto: Fast Opera Productions).

Schoon denkt dat de bijzondere locaties helpen om de drempel voor de FOP-producties zo laag mogelijk te maken. ,,Het maakt het toegankelijk. Daarnaast vraag ik me wel eens af of onze producties helemaal uit de verf zouden komen op een concertpodium. Een kelder heeft toch een geheel andere sfeer dan het Concertgebouw. We hebben wel eens opgetreden in het Lucent Danstheater, maar dan op het achtertoneel… Dat was veel intiemer en exclusiever. Dat maakt het bijzonder.”

De ervaringen van Schoon tijdens de afgelopen producties zijn erg positief. In het publiek zitten regelmatig mensen die nog nooit een opera hebben gezien en de voorstellingen blijken het beeld dat veel mensen van opera en klassieke muziek hebben vaak te veranderen.

,,Ik hoor regelmatig mensen zeggen: dit is heel anders dan ik dacht”, zegt Schoon. ,,Wij zien er ook helemaal niet elitair uit, misschien dat dat helpt. En we zijn nog jong. Dan zit je niet vast aan geijkte patronen en blijf je nieuwe vormen zoeken. Bovendien vinden we het zelf allemaal heel erg leuk. Dat straal je uit naar het publiek.”

Schoon is zelf ook steeds geïnteresseerder in opera geraakt. ,,Ik bezoek nu vaker opera’s en ga beginnen aan een studie modern muziektheater. Het is zo ontzettend gaaf.”

Subsidieloos

Op de lange termijn wil FOP een eigen – eigen in alle opzichte – repertoire creëren en zo één van de gevestigde operagezelschappen van Nederland worden. Ieder seizoen wil het minstens één nieuwe ‘fast opera’ produceren en een productie uit het repertoire opvoeren.

Scène uit De Teef (foto: Fast Opera Productions).

Ondanks dat het gezelschap de nodige subsidies wist binnen te halen, is het ook al bezig met een toekomst waarin het mes in de overheidssteun gaat. ,,We denken na over een experiment om een ‘zwaar gesponsorde’ opera te maken, met het oog op de politieke ontwikkelingen. Een productie zonder subsidie dus. Zou dat mogelijk zijn? Dat vind ik een interessante onderzoeksvraag.”

Ideeën zijn er in elk geval genoeg: FOP broedt momenteel op drie plannen voor nieuwe producties. De eerstvolgende keer dat het gezelschap te bewonderen is, is tijdens de Dag van de Klassieke Muziek op 11 oktober. FOP speelt dan in het Bimhuis in Amsterdam vijf minuten uit de opera Inflatable Trust Inc, gecomponeerd door Graham Flett en geschreven door Anna Maria Versloot.

Verder zal FOP onder meer tijdens het Kameroperafestival 2011 in Zwolle te zien zijn. Het speelt dan de ‘duistere korte opera’ Saviour Sound van componist Thomas Myrmel.

Zie voor meer informatie de website van Fast Opera Productions.

Vorig artikel

Herrera wint Plácido Domingo Award

Volgend artikel

Zwitsers ontdekken voorloper Zauberflöte

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.