HeadlineOperarecensie

Onbekende Strauss-opera barst van lyriek

Richard Strauss slaat je onophoudelijk met haast euforische lyriek om je oren in zijn opera Die Liebe der Danae. Arthaus Musik biedt een kans om kennis te maken met het onbekende werk. Een kans om aan te grijpen.

Strauss voltooide Die Liebe der Danae in de jaren dertig, maar de opera werd pas na zijn dood voor het eerst officieel opgevoerd, in 1952 in Salzburg. Anders dan bijvoorbeeld Salome en Elektra hoefde het werk niet op een roemruchte geschiedenis te rekenen. Na een aantal ‘beleefdheidsproducties’ in de grote Europese operasteden verdween het uit beeld.

Recentelijk is de opera in diverse steden weer op het programma gezet, al kun je van een echte comeback nog niet spreken. Volgens de Deutsche Oper Berlin verdient Strauss’ werk zo’n comeback echter wel. Dat was ook de reden van intendant Kirsten Harms om de opera in januari dit jaar te produceren.

Die Liebe der Danae gaat kort gezegd over een poging van Jupiter om Danae, de dochter van koning Pollux, te schaken. Hij gebruikt de ezeldrijver Midas om tot zijn doel te komen en geeft hem daarvoor een speciale gave: alles wat hij aanraakt, verandert in goud. Midas wordt echter zelf verliefd op Danae. Jupiter straft hen beide met armoede, maar dat krijgt hen niet klein. Daarop geeft de god het op en zegt de sterfelijken vaarwel.

De partituur van Strauss heeft een welhaast euforisch karakter. Het is soms op het vermoeiende af. Je wordt meegenomen in een stroom van hooglyrische solozang, uitbundige koorscènes en een vrijwel nooit tot rust komende orkestratie. Veel actie is er ondertussen niet. De opera bestaat vooral uit dialogen. Hoe levendig die ook zijn, op een gegeven moment brengt je dat wel in een sleur.

Dat neemt niet weg dat de muziek beeldschoon is, met gouden momenten als het grootse einde van de tweede akte en het warme, weidse ‘Zwischenspiel’ getiteld ‘Jupiters Verzicht’. Bovendien: met stemmen als die van de Deutsche Oper is het niet moeilijk in Strauss’ (overigens deksels lastige) melodieën te verzinken.

Manuela Uhl zingt een heldere, elegante Danae. Voortreffelijk in de hoogte en ook voortreffelijk in haar spel. Ze geeft de slotakte volop glans. Haar minnaar Midas is een prachtpartij van de jonge Matthias Klink. Zijn gave, pure tenor maakt veel indruk op me.

Mark Delavan is een sublieme Jupiter. Hij heeft de look en de humor voor zijn rol, de autoriteit in zijn stem én de hoogste zangkwaliteiten om zijn moeilijke partij overtuigend te brengen. In de slotscène kun je gulzig eten van de rijke klanken die hij produceert.

De kleine rollen zijn eigenlijk stuk voor stuk knap bezet, met de kraakheldere Hila Fahima (Semele), de krachtige Burkhard Ulrich (koning Pollux) en de vlekkeloze Thomas Blondelle (Merkur) als opvallers.

Kirsten Harms heeft een mooie enscenering gemaakt. Het verhaal is uitstekend te volgen, de personages komen prima uit de verf en er zijn de nodige diepere lagen voor wie daar graag naar zoekt. Maar ook zonder die lagen is de voorstelling onderhoudend, haast als een sprookje.

Het is niet Strauss’ meest indrukwekkende opera. Maar zeker de moeite van het ontdekken waard.

Lees ook de recensie die Place de l’Opera-correspondent Alessandro Anghinoni in januari over de première schreef.

Vorig artikel

Glorieuze cast redt magere Forza del destino

Volgend artikel

Il Viaggio brengt een glimlach

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.

1 Reactie

  1. Peter Franken
    28 december 2011 at 15:53

    De late werken van Strauss hebben al jaren mijn warme belangstelling en ik heb gemerkt dat je heel wat moeite moet doen om er een uitvoering van mee te krijgen. Goed beschouwd komen tot op heden eigenlijk alleen Dresden en Berlijn in aanmerking als het gaat om dit deel van het repertoire. Deutsche Oper Berlin heeft Die Ägyptische Helena, Daphne en (inmiddels) Danae op het repertoire staan. Dresden heeft daarnaast ook nog Die schweigsame Frau.
    Mijn fascinatie voor Anne Schwanewilms en Die liebe der Danae bracht mij twee jaar geleden naar de Semper Oper. De productie aldaar was ontleend aan die van de Salzburger Festspiele. Twee jaar later kwam er plotseling de productie van DOB bij. Op zich niet zo verwonderlijk als je bedenkt dat Kristin Harms in haar tijd in Kiel ook al een Danae had geprogrammeerd. Daar is een cd van beschikbaar met Manuela Uhl als Danae.
    Tussen de première in 1952 en de DOB enscenering zitten 22 producties, waarvan 16 verschillende. Je kunt dus niet zeggen dat het werk compleet genegeerd is, maar echt tot het repertoire is het nooit doorgedrongen.
    Ik was bij de première van Danae in Berlijn en kan alleen maar bevestigen wat Jordi Kooiman en Allessandro Anghinoni erover geschreven hebben. Manuaela Uhl was toen al hard op weg een publiekslieveling van DOB te worden, zeker na haar prachtige Chrysothemis van een paar jaar daarvoor.
    De avond hiervoor werd Tannhäuser gegeven, de afscheidsproductie van Harms, wat een weelde, twee van dit soort voorstellingen binnen een weekend. Dat is dan weer het voordeel van een repertoire gezelschap.
    Met Die Ägyptische Helena wil het nog niet echt vlotten. Naast DOB staat deze opera voor zover ik weet alleen in Essen op het repertoire. Nu Soltesz vertrekt zal een verdere uitbreiding van zijn Strauss cyclus er wel niet meer van komen, ook daar blijven we op 8 opera’s van de meester steken. Maar ik blijf hopen op een grotere waardering voor zijn latere werk en de prachtige Danae die nu op dvd is verschenen kan daar alleen maar toe bijdragen. Ik zet hem gelijk op mijn verjaardagslijst.