BuitenlandFeaturedOperarecensieRecensies

Intermezzo is feestje voor Straussianen

Tobias Kratzer is bij Deutsche Oper Berlin bezig aan een Strauss trilogie. Na een nieuwe productie van Arabella is nu Intermezzo aan de beurt. De première op 25 april was zeer succesvol. Ik bezocht de tweede voorstelling op de 28e: de zaal was volledig bezet. Straussianen van overal waren kennelijk uitgelopen om dit feestje vooral niet te missen.

Intermezzo scènefoto Philipp Jekal (Hofkapellmeister Robert Storch), Maria Bengtsson (Christine, zijn vrouw). Foto:© Monika Rittershaus

Pauline

Richard Strauss componeerde Intermezzo, zijn achtste opera, in de jaren volgend op de première van Die Frau ohne Schatten. Het werk is opgedragen aan Strauss’ echtgenote Pauline en ging op 4 november 1924 in Dresden in première. Het is dus niet toevallig dat juist nu, een eeuw later, dit engzins onbekend gebleven werk zijn eerste voorstelling in de Deutsche Oper beleeft.

Pauline Strauss- De Ahna, rond 1900

De sopraan Pauline de Ahna was de dochter van een Beierse generaal en dus afkomstig uit een gegoed conservatief milieu. Ze zong bij de première op 10 mei 1894 de vrouwelijke hoofdrol in Guntram, de eerste opera van Strauss. Kort daarna traden beiden met elkaar in het huwelijk en ondanks de nodige ups en downs bleef het paar tot Richards dood in 1949 bij elkaar. Pauline was naar verluidt een wispelturige vrouw, die geen blad voor de mond nam. Verder had ze de neiging iemands leven ‘over te nemen’, om het naar eigen inzicht opnieuw in te richten.

Bij de wat lethargisch aangelegde Strauss had dat een nuttig effect. Naar eigen zeggen zou hij zonder zijn muze Pauline maar half zo veel gecomponeerd hebben. Pauline was ook ontzettend jaloers. Ze volgde de handel en wandel van haar echtgenoot met argusogen. Ze adoreerde hem, maar zag er ook geen been in hem ten overstaan van anderen van zijn voetstuk te hameren.

Als je de verhalen over haar leest, krijg je een beeld van iemand met tenminste een aantal kenmerken van het borderlinesyndroom.

Van trauma naar libretto

In 1903 deed zich een incident voor dat voor Strauss tenminste enigermate traumatiserend geweest moet zijn. Anders zou hij het toch twintig jaar later niet als uitgangspunt voor het zelfgeschreven libretto van zijn opera Intermezzo gebruikt hebben. Diverse bronnen berichten hierover en het verhaal komt ongeveer hierop neer.

Richard Strauss, Pauline Strauss-de Ahna en hun zoontje Franz in 1910.

Na afloop van een voorstelling in de Kroll Oper ging de dirigent Josef Stransky met tenor Emilio DeMarchi en diens manager wat drinken in Hotel Bristol. Daar werden ze lastiggevallen door een opdringerige ‘boulevardière’ genaamd Mitze Mücke, die vroeg om een kaartje voor een volgende voorstelling. Om haar af te schepen zei DeMarchi dat ‘Herr Strausky’ daar wel voor zou zorgen. Toen ze de volgende dag niemand in dezelfde bar trof, zocht ze het adres van ‘Strausky’ in het telefoonboek op en het briefje waarin ze haar teleurstelling uitsprak over zijn afwezigheid kwam abusievelijk bij Strauss terecht, waar het werd gelezen door Pauline.

Pauline potte het incident een week op tot Richard naar het eiland Wight was vertrokken. Toen kwam ze tot uitbarsting, ging naar de bank om 2.000 goudmark op te nemen en naar een advocaat om een echtscheiding in gang te zetten. Dit alles zonder enige vorm van overleg. Richard kreeg slechts een mededeling ter zake en zijn brieven naar haar werden ongeopend teruggestuurd. Toen hij weer thuis was, werd de vergissing snel opgehelderd, maar langere tijd zat hij in een zeer akelige situatie. Waarschijnlijk is Intermezzo een verlate poging hier eindelijk overheen te komen.

Van werkelijkheid naar opera

In de opera heeft Pauline de naam Christine gekregen en Strauss heet Storch, ofwel de ‘struisvogel’ is een ‘ooievaar’ geworden. Verder is er bijzonder weinig aangepast. Christines gedrag jegens hem, maar ook naar anderen, wordt breed uitgemeten. En Storch krijgt het flegmatieke van Strauss mee. Je zou denken: dat wordt niks, zo’n knullig gegeven, maar verrassend genoeg is Intermezzo een heel aardig werk met prachtige muziek, niet in de laatste plaats dankzij de vele instrumentale tussenspelen. Die klinken als een anthologie van vooral Salome, Elektra en Der Rosenkavalier en vormen zo voor gevorderde Strauss liefhebbers een feest der herkenning.

12 intermezzi

Dirigent Sir Donal Runnicles heeft van mij in het verleden vaak het verwijt gekregen dat hij zijn orkest op orkaankracht laat spelen. Dat automatisme had hij ditmaal redelijk onder controle, vermoedelijk omdat hij zich in die twaalf tussenspelen geheel kon uitleven. Alleen al hierom werd het een geweldige voorstelling.

Philipp Jekal (Hofkapellmeister Robert Storch) en Clemens Bieber (Kapellmeister Stroh) in Intermezzo. Foto: © Monika Rittershaus

Kratzer heeft het meer dan een eeuw oude incident in de huidige tijd geplaatst. Brieven en telegrammen zijn vervangen door appjes en in plaats van een botsing tussen Christine en Baron Lummer op de rodelbaan zien we nu een kleine rode auto die buiten beeld tegen haar MPV aan is gereden. Als Storch eindelijk is vertrokken naar Wenen, waar hij twee maanden zal blijven, slaat Christines humeur snel om en gaat ze erop uit. Op de rodelbaan ontmoet een jongeman die baron Lummer blijkt te zijn en onmiddellijk gaat ze aan de slag om zijn leven over te nemen. Ze regelt kost en inwoning voor hem bij een bevriende notaris en legt verder geheel beslag op hem als ware hij haar ‘poedel’. Na een avondje dansen is ze bekaf. Zo lang heeft ze dat in jaren niet gedaan, haar echtgenoot danst nooit. Kratzer geeft aan deze scène een meer eigentijdse invulling door Christine in een hotelbed met Lummer te laten praten terwijl hij in zijn ondergoed een ‘after sex’ sigaret staat te roken. Ook al is in de verdere handeling geen sprake van een echte affaire laat hij de mogelijkheid open dat ze er wel de nodige fantasieën over heeft. Dat komt terug in haar pogingen de jongeman te verleiden door hen beiden in allerlei kostuums te hullen die verwijzen naar beroemde liefdesparen. Eerst zien we Caesar en Cleopatra en via Carmen komen we bij Salome terecht waarbij Lummer een wilde pruik opgezet krijgt om hem meer op Johannes de Doper te laten lijken. Die verwijzing naar een opera van Strauss is feitelijk de opmaat voor de meest succesvolle invulling van deze doorlopende grap. Als een opgefokte Christine binnenstormt bij de notaris om zich plekke van haar echtgenoot te laten scheiden, is ze gekleed in een smoezelige lange jurk, draagt een wilde pruik en zwaait met een enorme bijl. Ze zet haar bedoelingen kracht bij door met die bijl een enorme klap op zijn bureau te geven: ‘Elektra will sich scheiden lassen.’

Intermezzo scènefoto met Markus Brück (Notar) en Maria Bengtsson (Christine). Foto:© Monika Rittershaus

Knullig verhaal

Met deze visuele grappen houdt Kratzer de aandacht van de toeschouwers vast. Het verhaaltje is nogal knullig en de kennelijk zeer getraumatiseerde Straus heeft in zijn libretto alles letterlijk weer willen geven. In die eindeloze conversaties en ruzies had tenminste een half uur geschrapt kunnen worden. Wat dat betreft komen de tussenspelen vaak als geroepen.

Intermezzo scènefoto met op de bank Maria Bengtsson (Christine) en rechts Elliott Woodruff als het zoontje Franzl. Foto:© Monika Rittershaus

Zeer goede hoofd-en bijrollen

Christine heeft de hoofdrol en daarvoor moet een sopraan worden gecast die eigenlijk zowel de Marschallin, Sophie, Die Färberin als Elektra kan vertolken. Dat is wellicht wat veel gevraagd, maar de keuze voor Maria Bengtsson pakt beslist heel gelukkig uit al is ze meer Crysothemis dan haar grote zus. Bengtsson acteerde geweldig en beheerste met haar zang alle scènes waarin ze verscheen. Verder ziet ze er prachtig uit, het versieren van die jonge baron behoorde zeker tot de mogelijkheden. Haar echtgenoot werd vertolkt door bariton Philipp Jekal die naast zijn zang wist te overtuigen door de wijze waarop hij de lankmoedigheid van zijn personage aanschouwelijk maakte. Tenor Thomas Blondelle was vooral amusant als de jonge baron Lummer die zich de belangstelling van Christine liet aanleunen in de verwachting een flinke som geld van haar los te kunnen peuteren.

In de kleinere rollen Clemens Bieber als Kapellmeister Stroh en natuurlijk Nadine Secunde in de cameorol van notarisvrouw. Markus Brück acteerde geweldig als notaris die een woeste Elektra te woord staat en bijna vol wordt getroffen door een zwieper met die bijl. Ook de overige rollen waren adequaat bezet.

De fantastische bijdrage van het Orchester der Deutschen Oper Berlin completeerde deze geweldige voorstelling van een van Strauss’ onbekendere en minder geliefde werken. Voor de echte liefhebbers van deze componist echter een verplicht nummer. Er volgen nog voorstellingen in mei en juni en naar verluidt heeft Naxos plannen een Bluray van de productie uit te brengen.

Intermezzo in Berlijn is te zien op 7 en 14 juni en in het volgende seizoen op 13, 16 en 23 maart 2025

Verder kijken , lezen en luisteren

De officiële video trailer van Intermezzo.

Video impressie van de première van  Intermezzo

In 2016 reisde Peter Franken ook naar Berlijn voor een minder bekende opera van Strauss, Die ägytische Helena.

 

Vorig artikel

Tenor Jón Thorsteinsson overleden

Volgend artikel

McFadden geeft stem aan sterke vrouwen

De auteur

Peter Franken

Peter Franken