Recensies

Matinee: sublieme uitvoering van vergeten Händel

Het mag een wonder heten dat het de NTR ZaterdagMatinee lukte om in deze coronatijd vol beperkende maatregelen een topstuk uit het oeuvre van Händel te laten uitvoeren door een geheel buitenlands ensemble. Het Franse Les Arts Florissants onder William Christie en een koppel van Britse en Oostenrijkse solisten zorgden voor een sublieme uitvoering van L’Allegro, il Penseroso ed il Moderato.

William Christie. (© Denis Rouvre)

Er zijn wel aardig wat Engelse en Amerikaanse plaat- en cd opnames van, maar in de praktijk van de Nederlandse oratoriumkoren drong het driedelige oratoriumachtige L’Allegro, il Penseroso ed il Moderato niet door. De uitvoering in de NTR ZaterdagMatinee van 11 december mag dan ook gelden als een primeur in het toch Händel-minnende Nederland.

L’Allegro werd en wordt weggedrukt door de beroemde Messiah. Dat werkstuk schreef George Frederic Handel (zijn Engelse naam sedert zijn naturalisatie in 1726) op een libretto van Charles Jennens in 1741. Een jaar daarvoor zette Händel de noten bij een tekst van de Engelse dichter Charles Milton, in een libretto waar ook Charles Jennens de hand in had. Het was een vruchtbare tijd voor de componist rond 1740: Saul (1739), Israel in Egypt (1739), L’Allegro (1740), Messiah (1741) en Samson (1743). Allemaal oratoria op Engelse teksten en over Bijbelse onderwerpen.

In dat opzicht is L’Allegro een vreemde eend in de bijt. De tekst heeft een wereldse inslag en is nogal abstract. Het gaat over gemoedstoestanden van mensen, met als belangrijkste karakters de vrolijke, optimistische en levenslustige mens (L’Allegro) en de bedachtzame, meer op innerlijke rust gerichte mens, Il Penseroso. Hun stemmingen werden uitgewerkt in twee gedichten door John Milton (1608-1674). Die omkleedde zijn gedachten met allerlei bespiegelingen over de natuur en met beelden uit de Griekse mythologie.

Uit de vriendenkring rond Händel ontsproot het idee om die twee teksten op muziek te zetten. Händel wilde echter een meer dramatische opzet waarin de twee karakters elkaars tegenspelers zijn. Om het contrast te versterken, stelde hij voor om een soort verzoening als derde deel toe te voegen. Dat werd Il Moderato, waar Charles Jennens de tekst voor leverde. Geen stof voor de merendeels christelijk georiënteerde zangverenigingen in Nederland, en dus kwam dit topstuk in de vergeethoek terecht.

Lacheffect

Want een topstuk is het. Dat bewees William Christie met zijn ensemble overduidelijk. Met dezelfde scherpte en gedrevenheid die wij van hem kennen sinds hij in 1979 Les Arts Florissants oprichtte en schitterende uitvoeringen verzorgde van vooral Franse barokopera’s, leidde Christie de guirlande van aria’s, recitatieven en koren. Zeker die koren zouden voor oratoriumverenigingen een uitdaging kunnen zijn. Het zijn er tien, waarvan een drietal pittig virtuoos, met als topper ‘Haste thee, nymph’ met een spectaculair lacheffect dat bij de première in 1740 de hele zaal aan het lachen maakte. Het koor van Les Arts Florissants lukte dat niet, maar de uitvoering klonk wel gaaf.

Dat de operacomponist die Händel in hart en nieren was in het abstracte verhaal toch dramatische kracht verwerkte, openbaart zich meteen in het begin. Daar treedt L’Allegro (een tenorpartij) naar voren in een met donkere muziek omgeven recitatief, waarin hij zijn tegenspeler (Il Penseroso, oftewel de melancholie) kapittelt om zijn duistere karakter, waarna juist Penseroso (een sopraanrol) losbarst in een hupse boutade over die luchthartigheid van L’Allegro.

De aansluitende vrolijke aria liet Christie zingen door een jongenssopraan. Het was de 14-jarige Clemens Schwarz uit het koor van Sankt Florian die er stoer, met de handen in de zij, een spetterende uitvoering van gaf. Een spannend begin van een heerlijke ervaring.

Adembenemende gebeurtenis

Voor de solostemmen schreef Händel lyrisch meeslepende en virtuoze partijen. Hij benutte de teksten om allerlei muzikale effecten te realiseren. Zoals de beschrijving van een contemplatieve non die met ruisende rok voortstapt, of de weergave van de zang van een leeuwerik (ook met sierlijke lef gezongen door de jongenssopraan).

Het leidde naar het hoogtepunt in dit oratorium, het duet dat de Penseroso-sopraan zingt met een solofluitist. Rachel Redmond als vocale partner en Serge Saitta als instrumentale evenknie maakten er een adembenemende gebeurtenis van, zó mooi. In de radio-opname die terugbeluisterd kan worden (doen!) klinkt dit duet nog spectaculairder. Voor de tenor schreef Händel kleurrijke nummers, die James Way met scherpe articulatie tot klinken bracht.

Vrome teksten

Händel voerde het werk vele malen uit en telkens paste hij de uitvoering aan de mogelijkheden van dat moment aan. Hij benutte zelfs een keer een Italiaanse castraat voor een aantal aria’s, die de man in het Italiaans zong. Er is dus geen definitieve versie van dit oratorium.

Christie greep terug op de versie van de première in 1740. Dat scheelde meteen een solist, want er zit geen alt-aria in. Jammer, want de later toegevoegde aria ‘Sometimes let gorgeous tragedy’ is niet alleen een prachtig nummer, maar het maakt ook duidelijk waar de opvolgende sopraan-aria ‘But, oh! Sad virgin’ op reageert. Die aria baart opzien door de virtuoze omspeling van een solocello (David Simpson).

In het derde deel – met nogal vrome teksten de gematigdheid bezingend – is de bas-bariton de stem voor Il Moderato. Andrew Foster-Williams had niet de zalvende stem die je bij zijn muziek en teksten zou verwachten.

L’Allegro is ook een feest voor de instrumentalisten. Behalve de fluit en de cello schitteren de hoorn (in de jachtaria ‘Myrth, amit me of thy crew’), het klokkenspel, de trompet, de hobo, de fagot en als mooiste het orgel. De plechtige koorzang ‘There let the pealing organ blow’ lardeerde Händel voor zichzelf met improviserend spel, in de Matinee met verve uitgewerkt door Béatrice Martin op een kistorgel. Jammer genoeg volgde Christie niet Händels praktijk door tussen het tweede en derde deel een orgelconcert te laten uitvoeren, maar hij begon wel met een deel uit het Concerto grosso nr. 10 als ouverture door het prachtig spelende strijkorkest, zoals Händel dat ook deed.

Vorig artikel

Operahuizen niet blij met strenge coronaregels

Volgend artikel

In de zalen: Kerstconcerten, Kaufmann, Du Pré

De auteur

Franz Straatman

Franz Straatman