BinnenkortFeaturedOperarecensieRecensies

Roberto Devereux DNO redelijk geslaagd

Met Robert Devereux sluit De Nationale Opera dit seizoen de ‘Tudor trilogie’ van Gaetano Donizetti in de regie van Jetske Mijnssen af. In 2022 werd begonnen met Anna Bolena, gevolgd door Maria Stuarda (2023). De première van het derde deel afgelopen donderdag was redelijk geslaagd.

Scènefote Roberto Devereux, met middenvoor, dansend, Nikolai Zemlianskikh (Nottingham) en Angela Brower ( Sara,) midden in het rood Barno Ismatullaeva (Elisabetta) en links en rechts leden van het Operakoor. Foto:© De Nationale Opera , Ben van Duin

Elisabeth

Hoewel Elisabeth in geen enkele titel voorkomt is zij het personage dat de drie opera’s met elkaar verbindt. Zij is de dochter van Anna Bolena, de koninklijke rivale van de Schotse Maria Stuarda en de Engelse vorstin op leeftijd in Roberto Devereux. Het libretto maakt losjes gebruik van de historische gebeurtenissen rond het einde van de zestiende eeuw, toen Devereux, Earl of Essex, een staatsgreep ondernam nadat hij bij Elisabeth in ongenade was gevallen. Aangezien Essex een van haar jonge favorieten was geweest, ontstond ruimte voor een liefdesgeschiedenis. Hoewel Roberto zeer veel jonger is dan zijzelf, in werkelijkheid scheelden die twee meer dan 30 jaar, gedraagt Elisabeth zich als een vrouw die na jaren haar minnaar weer terugziet. Het komt wat ongeloofwaardig over, maar wellicht had de Earl of Essex haar ook wel een beetje in de waan gelaten dat de liefde wederzijds was om zodoende in de gunst te blijven.

Barno Ismatullaeva (Elisabetta) Foto:© De Nationale Opera , Ben van Duin

Elisabetta

Wat het makkelijker maakt om in Elisabetta’s perceptie mee te gaan is het realistische karakter van het verhaal, geen waanzinscène, tijdelijk geheugenverlies, spoken en geesten, maar gewoon een eenzame verliefde vrouw die in haar leven nooit een gelijkwaardige liefdesrelatie heeft gekend. De opportunistische Essex rekent erop dat Elisabetta hem ook deze keer wel in bescherming zal nemen tegenover het parlement. Dat zijn vroegere geliefde Sara zo onhandig is hem een shawl te geven die door haar echtgenoot kan worden herkend moeten we haar maar niet aanrekenen. Dat hijzelf zo kortzichtig is om haar die levensreddende ring te geven getuigt van weinig inzicht in zijn wankele positie.

Ontrouw

Elisabetta heeft Sara tegen haar zin aan de Duke of Nottingham uitgehuwelijkt en ze heeft zich in haar lot geschikt. Maar Roberto’s terugkeer aan het hof haalt alles overhoop met alle gevolgen van dien. Extra complicatie is dat Nottingham zichzelf beschouwt als Essex’ beste vriend en zich zodoende dubbel bedrogen voelt als de nimmer gedoofde liefde tussen Roberto en Sara aan het licht komt. Het verklaart zijn gedrag tegen het einde: willens en wetens stuurt hij zijn ontrouwe vriend de dood in, tegelijkertijd zijn vrouw straffend voor haar vermeende ontrouw. Voor Elisabetta is dat de laatste druppel, ze voelt zich verraden en verlaten en doet ter plekke afstand van de kroon ten gunste van haar neef James, koning van Schotland.

Ismael Jordi (Roberto) en Barno Ismatullaeva (Elisabetta) Foto:© De Nationale Opera, Ben van Duin

Slaapkamer

Voor de pauze bracht Mijnssen het werk als een huiselijk Kammerstück. Alles speelt zich af in de slaapkamer van Elisabetta, meer een hotelkamer met muren in pasteltinten en Biedermeyer meubilair met een vleugje ‘louis quatreinze’. De kostumering is stemmig eigentijds: mannen in pak of smoking, vrouwen in lange jurk. Elisabetta draagt een mantelpak en als Roberto binnenkomt neemt ze hem behulpzaam de trenchcoat van zijn schouders en hangt die over haar arm. Hij is de enige die geen das draagt: de Byroneske outsider.

Na de pauze is het decorstuk dat de drie wanden van die kamer vormt tijdelijk opgehesen en zien we een grote zaal waar het hof is verzameld. De koorleden (ingestudeerd door Edward Ananian-Cooper) zitten keurig opgesteld langs de wanden, Elisabetta eenzaam in het midden.

Barno Ismatullaeva (Elisabetta) en leden van het Operakoor. Foto:© De Nationale Opera, Ben van Duin

De grote echtelijke ruzie tussen Sara en haar Duke speelt zich af in een hoekje van het enorme speelvlak, overigens nadat het koor is vertrokken. Het huiselijk karakter wordt benadrukt door twee meisjes en een speelgoedtreintje op te voeren. In de laatste scène komt die hotelkamer weer naar benden, onduidelijk is met welk doel. Mijnssen heeft naar eigen zeggen het werk willen brengen als een toneelstuk, dus niet zozeer als een muziekdrama. Daar is ze wonderwel in geslaagd.

Twee ‘huiselijke scènes’ in Roberto Devereux.: links Angela Brower (Sara),  rechts echtelijk geweld tussen Sara (Angela Brower) en Nottingham (Nikolai Zemlianskikh)  Foto’s:© De Nationale Opera, Ben van Duin

Muziek

Dirigent Enrique Mazzola leidde het Nederlands Kamerorkest met enthousiaste gebaren door de ouverture en bleef ook de rest van de avond zeer gedreven dirigeren. Over de orkestrale invulling niets dan goeds.

Over de zang was ik bij vlagen toch wel wat minder te spreken. Angela Brower moest als Sara het spits afbijten met een lange solo en moest duidelijk nog een beetje opwarmen. Hetzelfde gold voor Barno Ismatullaeva als Elisabetta die tijdens haar zeer lange monoloog met tal van capriolen in de zanger stratosfeer de nodige steken liet vallen, zo nu en dan hard uithaalde en ook niet altijd even zuiver klonk. Premièrezenuwen zullen hierbij ongetwijfeld een rol hebben gespeeld. Na de pauze was ik over beide dames beduidend beter te spreken. Sowieso is het zingen van de rol van Elisabetta een prestatie van formaat, te vergelijken met een marathon. Alleen daarom al valt Ismatullaeva’s optreden  te prijzen.

Angela Browner (Sara,) en Barno Ismatullaeva (Elisabetta) Foto:© De Nationale Opera, Ben van Duin

Ismael Jordi, bijna de tenor van dienst bij DNO als het over het Italiaanse repertoire gaat, was goed op dreef, soms een beetje pathetisch, maar alles bijeen een ruime voldoende. Mijn grootste waardering gaat echter uit naar de nog zeer jonge bariton Nikolai Zemlianskikh die een prachtige vertolking ten beste gaf van de Duke of Nottingham.

Ismael Jordi (Roberto) en Nikolai Zemlianskikh (Nottingham) Foto:© De Nationale Opera, Ben van Duin

In potentie is dit een cast die beter kan dan wat bij de première te horen was, dat belooft veel voor de komende voorstellingen. Er volgen er nog zes.

Verder kijken, luisteren en lezen

Video trailer van Roberto Devereux

Achter de schermen met regisseur Jetske Mijnssen

Interview met Jetske Mijnssen

Peter Franken zag ook de beide andere opera’s in de ‘Tudor trilogie’: Anna Bolena in 2022 en Maria Stuarda in 2023

 

 

Vorig artikel

Oratorium C.Ph. E. Bach een verrijking

Volgend artikel

Zeer geslaagde La Rondine live uit de Met

De auteur

Peter Franken

Peter Franken