FeaturedRecensies

Grootse Mahler op de bank.

In alle drukte rond het Mahler Festival en al de andere opera-uitvoeringen en concerten, kon Place de l’Opera niet overal bij zijn of verslag van doen. Om Mahlers muziek langer dan enkel in een live uitvoering in de zaal te beleven, zijn er gelukkig streams die terug tekijken en te beluisteren zijn. Voor een ieder die er niet bij kon zijn nu daarom Mahler op de bank: verslagen door Neil van de Linden van twee van de grootste vocale werken van Mahler:De achste symfonie, ‘Symfonie der Tausend’ en Das Lied von der Erde.

Mahler 8 met het KCO olv Klaus Mäkeä, Groot Omroepkoor, Laurens Symfonisch, Le Chœur de l’Orchestre de Paris, Nationaal Kinderkoor, Nationaal Jongenskoor en solisten. Foto:© Eduardus Lee

Nooit live

De enige twee Mahler-symfonieën die ik nooit live heb gehoord zijn de achtste en Das Lied von der Erde, ook niet tijdens het Mahlerfestival.

Valt er gemakkelijk iets te verpesten aan een uitvoering van Mahlers achtste symfonie, als je 400 prima uitvoerenden tot je beschikking hebt? Moet je niet vooral duidelijk de maatslaan? Ook dat kan fout gaan, zoals Bernard Haitink in 1988 overkwam, toen de stemmenscouts van het Concertgebouworkest er blijkbaar geen rekening mee hadden gehouden dat Gwyneth Jones vocaal zoals pijnlijk duidelijk werd was afgetakeld. De daarvoor altijd zo geweldige sopraan verknalde eigenlijk een groot deel van de uitvoering met akelig wapperend geluid.

Moet goedkomen

Voor de rest is het net als met de Gurrelieder; de muziek is zo massaal, en Schönberg en Mahler waren zo gericht op de akoestische effecten, dat er weinig ruimte is voor persoonlijke visies van dirigenten. Als je gewoon goed kunt dirigeren, en je hebt de juiste orkesten, koren en solisten, moet het bijna als vanzelf wel goed komen. Let wel, ik reken beide werken tot de top van een grote reeks werken waar ik graag naar luister.

En hoewel Mahler met de keuze voor de Pinksterhymne in deel 1 en het slot van Goethes Faust II tijdens het tweede deel een stortvloed van literatuur over ons loslaat, is de muziek vooral illustratief en heeft die niet de psychologische diept van zeg 4, 6, 7 of 9.

In zekere zin liet het Mahlerfeest misschien de twee qua muzikaal-psychologische diepgang ‘gemakkelijkste’ en meest ‘veruiterlijkte’ symfonieën (ook 1 reken ik daar toe) over aan de jongste dirigent van het festival, Klaus Mäkelä dus. (Daarnaast gold natuurlijk dat het organisatorisch het gemakkelijkst was om de verreweg grootschaligste symfonie in Nederlandse handen te houden.) Maar het stond allemaal als een huis. En, terwijl, zoals gezegd, als je de juiste uitvoerenden in huis hebt, de symfonie zich als het ware ‘als vanzelf’ wijst, pakte Mäkelä toch ook ruimte voor subtiliteit.

Tijdens de lange instrumentale opening van het tweede deel zag je hem bijvoorbeeld de koraalpassages in het koper boetseren, met wat vertraging en passende ingetogen klanken; na de uitbundige klanken van de Pinksterhymne in het eerste deel waren hier momenten van vrome contemplatie. Met complimenten aan de instrumentalisten die dit alles feilloos verklankten; sowieso waren er ook in de genadeloze close-ups van de livestream alleen maar de fraaiste orkestklanken te horen.

Een vol podium en een volle zaal voor Mahler 8. Foto: © Eduardus Lee

De zangers

Hailey Clark bedreef als Magna Peccatrix bijna-orgastisch zingen, met ziel en zaligheid, en dat alles compleet secuur. Van de twee lagere stemmen was ik wat minder onder de indruk, Mulier Samaritana mezzosopraan Jennifer Johnston had niet wat een echte alt zou hebben gehad, en ook in de hoogte was ze niet altijd secuur; maar in de video streaming vergeef je het haar als ze wat betreft expressie wél overtuigt. Let in de video trouwens eens op de eerste fluitiste van het orkest (Emily Beynon), vaak in beeld, en wat klinkt ze mooi! Okka von der Damerau, mezzosopraan, Maria Aegyptiaca, miste ook wat laagte. De heldin voor mij was Zuidafrikaanse Golda Schultz als Una Poenitentium, Één van de boetelingen; zie in de video de violisten achter haar genieten. Ze zong niet alleen geweldig, maar was dat ook als verschijning op het scherm.

De tenor Giorgio Berrugi die Dr Marianus zong is blijkens zijn biografie relatief nieuw in het Duitstalige repertoire. Behalve de persiflages op Italiaanse tenoren in Richard Strauss’ Capriccio (Ein italienischer Sänger) en Der Rosenkavalier (Italiaanse tenor) staan er verder vooral Verdi- en Puccini-rollen in zijn repertoire. Maar de spinto-tenor karakteristieken van die rollen bij Dr Marianus, een rol die je er bijna uit moet knijpen, temeer omdat juist bij Dr Marianus koor en orkest soms op bijna vol volume achter hem klinken.

Podcast

In de formidabele podcastreeks van Thomas Oliemans, Gijs Groenteman en Thomas de Jonker over het festival vertelt Thomas Oliemans, uit eigen ervaring, hoe stemvriendelijk, ‘lied-achtig’, Mahler de bariton-partij van Pater Ecstaticus heeft gecomponeerd. Ik zou denken dat de Hongaars-Duitse bariton Michael Nagy toch wel moeite moet doen tegen het orkest op te boxen, maar in de video-registratie ziet zie je toch hoe natuurlijk hij de rol zingt. Oliemans legt vervolgens uit hoe moeilijk de erop volgende basrol echt is, met enorm bereik en verraderlijke intervallen. Maar in de video zie je de Egyptisch-Duitse Tareq Nazmi die problemen soeverein overbruggen.

Natuurlijk is dit evenement ook voor de koren een belevenis. En ook hier betoont Mäkelä zich een meester van de controle. En ja, wat zou ik graag als kind in het kinderkoor van deze uitvoering hebben meegedaan. Dit moet een ervaring zijn om nooit te vergeten. De kinderen zongen alles trouwens uit het hoofd. Knap gedaan, ook van de repetitoren.

Oliemans, Groenteman en De Jonker stellen in hun gesprek dat als je, anders dan misschien in de tijd van Mahler, die voor de première, overigens inderdaad met zo’n duizend uitvoerenden, een zomer lang repeteerde,  technisch zo boven de moeilijkheden van de partituur staat, het gevaar bestaat het gevaar dat je niet raakt aan wat het sublieme en bijzondere van het stuk is.  De schier-onmogelijkheid van de onderneming was ook een deel van de uitdrukking van het stuk, zeggen ze.

Voor het etaleren van diep-psychologiserend inzicht moest je bij andere symfonieën en dus ook bij andere dirigenten zijn. In het kort: ik vond Fischer beter op dreef in 5 dan in 2, maar het nec plus ultra was Kirill Petrenko in 9 met de  Berliner Philharmoniker.

Geestelijke bagage

Ook Das Lied von der Erde kan niet slagen zonder de nodige geestelijke bagage.

Dit werk was het besluit van het festival, met Der Abschied als werkelijk Abschied. Het had ook de grandioze rentree in het Concertgebouw moeten worden van Daniel Barenboim, en daarmee tegelijkertijd misschien een afscheid van hem; hij lijdt aan de Ziekte van Parkinson, en heeft helaas moeten afzeggen, ook de twee eerdere uitvoeringen van hetzelfde programma, Das Lied von der Erde en daaraan voorafgaand het Adagio uit wat Mahler had bedoeld al zijn tiende symfonie.

Natuurlijk is Barenboim de laatste jaren artistiek niet helemaal meer op en top. Maar historisch zou het toch een evenement zijn geweest, temeer omdat Barenboim in Amsterdam niet vaak als dirigent te zien is geweest.

Na de Tweede Wereldoorlog was de Berliner Philharmoniker een laatkomer wat betreft het Mahler-repertoire, en überhaupt wat betreft Joodse componisten. Maar toen uitgerekend Herbert von Karajan er een reeks Mahler-werken mee opnam (als boeteling, want opeens nam hij er, op hoge leeftijd, ook een Mendelssohn-cyclus en een aantal prachtige Schönbergs op?) werden dat meteen enkele van de indrukwekkendste Mahler-registraties.

Adequaat

De inzet van de waarschijnlijk perfectste orkestrale machine ter wereld maakt dat de solisten er misschien niet eens zo toe doen, en de beiden relatief jonge Hongaarse mezzosopraan Dorottya Láng en Duitse tenor Benjamin Bruns deden de groten van het verleden niet vergeten; Christa Ludwig, Janet Baker bij Haitink, Brigitte Faessbender, Fritz Wunderlich, Ernst Haefliger, om er een paar te noemen. En ook hier had ik misschien liever een echte alt gehad, met veel meer ruimte in het laag, al herpakte Láng zich uiteindelijk helemaal in de hoge passages tegen het eind van Der Abschied, als ze nog even opvlamt voor een gedragen elf keer “Ewig”. Benjamin Bruns was zeker adequaat, maar voor de spinto-tenorpassage van het Trinklied vom Jammer der Erde had het stemtype van Giorgio Berrugi’s Doctor Marianus niet misstaan.

Slotapplaus Das Lied von der Erde met dirigent Sakari Oramo en zangers Benjamin Bruns en Dorottya Láng.Foto: ©Monika Rittershaus

Na afloop duurde het mooi lang voordat het applaus inzette, het langst van het festival. Het was inderdaad “Abschied” geblazen, afscheid van het festival, “Ewig” voor menige oudere bezoeker onder het publiek mogelijk de laatste keer ooit, een misschien nooit meer Barenboim. Dirigent Sakari Oramo hield de zaal misschien ook nog even in bedwang om de stilte voor het het applaus op te rekken, misschien om ook te verzekeren dat het applaus niet alleen om hem en de uitvoerenden zou gaan, maar ook om de geest van het festival en de componist. Daarna kletterde het neer als een warme moessonbui.

 

Verder kijken, luisteren en lezen

Mahler 8 terugkijken en luisteren.

Mahler 10 en Das Lied von der Erde terugkijken en luisteren.

Een andere Mahler 8 door het Rotterdams Philharmonisch Orkest in 2018

 

 

 

Vorig artikel

Toekomstmuziek Internationaal Lied Festival Zeist

Volgend artikel

Dit is het meest recente artikel.

De auteur

Neil van der Linden

Neil van der Linden