Originele Faust bruisend melodrama
De Milanese nachtegaal Bianca Castafiore maakte er furore mee, met de aria ‘ Ah! je ris de me voir’. En dat lukte sopraan Vannina Santoni ook tijdens de uitvoering van ‘Faust’, opera van Charles Gounod in de NTR ZaterdagMatinee van zaterdag 13 december. Niet de bekende versie uit 1869, maar de originele ‘Faust’, met gesproken dialogen tussen de zangscènes. Soms met begeleidende, sfeer oproepende muziek, zoals in het theatrale genre van het zogeheten melodrama.

Je zou ‘Faust’ (in het Frans als Foost uitgesproken) ook in de modernere betekenis als melodrama kunnen aanduiden, gezien de emoties die Gounod met zijn verklanking opwekte van het romantische toneelstuk ‘Faust’ door Johann Wolfgang von Goethe . De hartveroverende zang van een vrouw die in de ban is van juwelen en haar eigen schoonheid, is er een voorbeeld van. Het Matinee-publiek barstte niet voor niets uit in gejubel voor Vannina Santoni in de rol van Marguerite en haar mooie, lichte voordracht. Al had ik er graag wat meer raffinement in gehoord, met name in de inzet ‘Ah, je ris’. Gunde zij zichzelf of dirigent Stéphane Denève de ruimte niet om even in te houden. Men kan het terugluisteren in de radio-opname.

Ingedikt
In de bekende versie uit 1869 had de componist sommige scènes wat ingedikt. Meteen in het eerste bedrijf zit een uitgebreid verhaal over twee leerlingen van Faust, Wagner en Siebel, die het leger in gaan, evenals Valentin, een broer van Marguerite. Geschrapt in 1869. Ook de verdeling van de bedrijven ligt iets anders. Maar de grote lijn bleef, en de prachtige hoogtepunten in tekst en muziek eveneens. Zoals de ballade over de koning van Tulé (Thule), ook een fraai moment in het optreden van Santoni.
De duivel, alias Méphistophéles, is er voortdurend op uit om te imponeren en zijn publiek in te pakken, Faust als eerste. In de versie van 1869 zingt Méphisto een loflied op het gouden kalf en de waarde van geld en goud. In 1859 zat de lof verweven in het Lied van Meester Scarabee. In zijn uiteindelijke versie verving Gounod alle gesproken tekst door gezongen lit. In ieder geval in deze matinee-uitvoering werkten de spreekteksten niet doordat een aantal zangers weinig verstaanbaar was. Het minst de tenor Pene Pati als Faust. Hij las zijn regels voor uit zijn partituur alsof het een boodschappenlijstje betrof. In de radio-opname komt hij redelijk goed over.
Romantisch zwelgen
Wat betreft inhoud en opzet is de opera een mengeling van middeleeuwse moraliteit, zoals wij die kennen in het verhaal van Mariken van Nimwegen, van griezelverhalen uit de sprookjes die vanaf 1800 mode werden (opera Der Freischütz van Von Weber is een mooi voorbeeld) en romantisch zwelgen in menselijke emoties. De depressieve oude man Faust die een einde aan zijn leven wil maken, maar door een truc van de duivel (‘je puis contenter ton caprice’) zijn levensvreugde in jeugdig elan (‘a moi l‘énergie des instincts puissants et la folle orgie’) terugkrijgt. Wie wil dat niet!
Gounod verpakte die hartstochten in geweldige zanglijnen die tenor Pati met bravoure realiseerde. Niet alleen op een krachtige manier, maar veelal met nuances. Prachtig zoals hij in het tweede bedrijf het huis van zijn geliefde Marguerite binnengaand, met zijn kopstem de verbazing (of verrukking?) over haar kuise huisvesting uitdrukte: ‘Salut, demeure chaste et pure’. De scène kreeg extra glans door het prachtig omspelende musiceren van fluit en twee hoorns.

Zijn tegenspeler Méphisto kreeg groots gestalte van bas Anthony Robin Schneider, zowel in voorkomen als stemexpressie. Met zijn vol bas geluid straalde hij meteen de dominantie uit over zijn wankelmoedige slachtoffer. Ook de vrienden van Faust windt hij om zijn vingers met het uitbundige loflied op geld en goud. Met duidelijke voordracht kwamen bij hem de gesproken teksten wel goed de zaal in.

Troefkaart
Het hele verhaal draait om de mooie, jonge Marguerite, de troefkaart van de duivel. Toverachtig mooi zoals zij als een droombeeld verschijnt in een weelde aan klanken van harp en hoorn. In het derde bedrijf bezingt zij het treurige verloop van de relatie met Faust, met kleurende emoties van de houtblazers omringd. Groots klonk de scène in de kerk waar Marguerite belaagd wordt door demonen. Indrukwekkend zoals het orgel een stortvloed aan helse klanken produceerde in samenhang met de uitbundige demonische koorzang. Een van de vele momenten dat het Groot Omroepkoor, ingestudeerd door Martin Wright, een glansrol vervulde in de grootse koordelen die Gounod invlocht.

Het drama wordt verder ingekleurd door een viertal kleine rollen voor vrienden en verwanten van Faust. Voorop de bariton Florian Semprey als Valentin, de broer van Marguerite. Zijn grote moment zit in het derde bedrijf als hij, teruggekeerd uit de oorlog, met zijn krachtige stem verslag doet van de krijgshaftigheden die hij meemaakte. Geweldig ook het gevecht dat Valentin aangaat met Méphisto als hij ontdekt dat zijn zus een geheime verhouding heeft met Faust, aangemoedigd door de duivel. In de uitstekend voorgedragen gesproken reactie reageerde Semprey fel op dat feit.

Charmante Siebel
Nina van Essen imponeerde met een klinkend heldere en ver dragende mezzosopraanstem als Siebel, leerling van Faust. Siebel moet Marguerite in de gaten houden als Valentin weg is. In stilte raakt hij verliefd op Marguerite; Charmant zong Nina van Essen haar scène waarin Siebel bloemen wil geven aan Marguerite, maar door de duivel verwelken zij onmiddellijk. Met een truc, ze sprenkelt wijwater over het boeket, blijft het mooi. ‘Non! – Satan, je ris de toi’, klinkt het triomfantelijk. Als Marguerite het boeket aantreft in haar huis, reageert zij geroerd: ‘C’est Siebel, sans doute! Pauvre garcon!’ Om meteen gefascineerd te raken door het juwelenkistje dat de duivel heeft neergezet!

Klein, maar effectief geacteerd gesproken en gezongen, de rol van leerling Wagner door bariton Michael Wilmering. Mezzo-sopraan Sylvie Brunet-Grupposo zong en speelde met verve Marthe, de argwanende en nieuwsgierige buurvrouw van Marguerite.

Bruisende emoties
Een bars akkoord uit de koperblazers opende de uitgebreide ouverture, gevolgd door een tweede, een terts hoger gelegen scherp akkoord. Dreiging alom. Maar daarna volgden mooie, vloeiende melodieën die het oor als het ware streelden. Hoe mooi vlocht Gounod een oplopende melodie in voor de harp te midden van ruisende strijkers en flemende houtblazers. Liefdesmuziek Want daar verlangt Faust naar. Dirigent Stéphane Denève leidde deze beeldschone ouverture op delicate wijze. Maar hij veronachtzaamde geenszins de bruisende emoties die Gounod in het orkest opwekte om de hartstochten te onderstrepen. Woedende akkoorden ontwikkelden zich om de Walpurgisnacht in te leiden. Stevig spel in het strijkorkest, een weelde aan kleuren in de houtblazers en krachtig glanzend spel van de koperblazers. Een aparte vermelding verdient het hoornkwartet. Bij uitstek het medium in de romantische opera gedurende de eerste helft van de negentiende eeuw. Afgezien van het nut van gesproken dialogen – Gounod tilde ze niet voor niets op muzikaal niveau – een topuitvoering van een bruisend melodrama.

Terug te beluisteren via NPO Klassiek, uitzending gemist. Zeer aanbevolen.
Verder kijken, luisteren en lezen
Repetitie fragment van Faust met Pene Pati in het Concertgebouw.
Monique ten Boske was ook zeer onder de indruk van Pene Pati in Faust in Parijs in 2024.
In 2018 schreef Martin Toet al laaiend enthousiast over dirigent Stéphane Denève,