Operarecensie

Bostridge en Drake verwarmen geest en ziel

Onder de titel Muzikale intelligentie uit Engeland gaven tenor Ian Bostridge en pianist Julius Drake woensdagavond een liedrecital in het Muziekgebouw aan ‘t IJ. De liedteksten van Brahms, Schumann en Vaughan Wiliams waren net als het koude weer buiten soms snijdend kil, maar Bostridge’s zang en Drake’s pianospel verwarmden geest en ziel.

Muzikale intelligentie uit Engeland duidt onder andere op Bostridge (1964) zelf, die pas op dertigjarige leeftijd als zanger debuteerde. Daarvoor had hij een wetenschappelijke carrière als filosoof en historicus en doceerde hij aan de Oxford University.

Ian Bostridge (foto: Simon Fowler).

De slanke tenor, die nog steeds oogt als een jonge student, is in zijn liedpresentatie behoorlijk onconventioneel. In zijn mimiek en expressie lijkt hij afstandelijk. Hij drentelt wat bij de piano, grijpt het instrument vast en lijkt zelfs aan het einde van een lied, met zijn rug naar het publiek toe, in de vleugel te willen kijken. Het is gespeelde ongeïnteresseerdheid. Eigenlijk laat hij de gezongen woorden voor zich spreken.

Bostridge is gezegend met een heldere tenorstem waarmee hij prachtige stevige tonen in de hoogte kan voortbrengen. Ook ik sluit me aan bij de commentatoren die zijn uitspraak en dictie in voornamelijk het Duitse repertoire roemen. Tijdens het concert vielen soms wat woorden in de lage toonregionen weg, maar het klonk naturel en zeker niet gemaakt met allerlei overdreven medeklinkeruitspraken.

In de Serie Grote Zangers in Amsterdam zong hij dertien liederen van Brahms. De diversiteit qua muzikaliteit en intentie in deze liederen was groot. Sommige liederen hadden turbulente pianomomenten en ongrijpbare melodieën. Andere liederen waren weer ingetogen en uitgebalanceerd. Een hoogtepunt was wel het lied ‘Auf dem Kirchofe’. Het klonk enorm doorleefd en bij de magistrale stille momenten van de piano hield het publiek de adem in.

Niet alle liederen van Brahms hadden deze ‘breathtaking’ momenten. ‘Alte Liebe’ echter wel. Daar zit in het laatste deel een typisch Brahmsiaanse expressieve uitbarsting, die Bostridge, zonder dat de piano in al zijn toonschakeringen de boventoon wilde voeren, wederom indrukwekkend vertolkte.

Van de vier liederen van Robert Schumann was ‘Mein Wagen rollet langsam’ heel bijzonder in interpretatie. Perfect rolden de ‘wagennoten’ uit de piano. Op eerste gezicht leek het of dit lied afstandelijk werd gezongen, maar Bostridge legde opeens zo’n nadruk op ‘Da grüssen drei Schattengestalten’ dat het heel griezelig werd.

De pretentieuze titel sloeg ook op het werk van de componist Ralph Vaughan Williams: On Wenlock Edge, gebaseerd op A shropschire Lad van A.E. Housmans (1896). Housmans was een hoogleraar Latijn met een voorliefde voor het Engelse boerenleven en landschap. Enkele van zijn gedichten bevatten ‘de stem van geesten’ van jonge soldaten die moesten vechten in de oorlog en nooit meer terug zouden keren.

Vaughan Williams componeerde On Wenlock Edge voor strijkkwartet. Tijdens dit concert werden Bostridge en Drake ondersteund door het Doelenkwartet. De nogal filmische muziek met herhalende nerveuze klanken werd in het begin stevig gespeeld. Bostridge had zichtbaar moeite om er bovenuit te komen.

De liederen waren treurig en melancholisch, met de grootste bitterheid in ‘Is my team plauging’. Een lied waarin een soldaat als dode ziel in een vogel neerkijkt naar zijn geliefde die in de armen van zijn beste vriend ligt. Bostridge toonde zich meester in deze muzikale vertelling. Met rode konen van bewondering koelden we buiten weer af.

Vorig artikel

Operagigant Holender juryvoorzitter IVC

Volgend artikel

Opera in de media: week 7

De auteur

Rudolf Hunnik

Rudolf Hunnik

Rudolf Hunnik is cultuurjournalist, filmprogrammeur en trainer. Hij schrijft voor onder meer de Gooi- en Eemlander, HDC Media, Cultuurpers en Place de l’Opera.

1 Reactie

  1. Leen Roetman
    13 februari 2012 at 08:15

    Bostridge gaf in Rotterdam zijn liederen dezelfde drentelige presentatie. Ik vond het een beetje gemaniereerd.
    Die liederen van Brahms zijn wel erg veel Weltschmerz , mag het ietsje minder? Na de pauze kwamen 4 liederen van Schumann op gedichten van Heine. Toen was er meer variatie en ook humor kwam om de hoek kijken.
    Tot het slot het pièce de résistance: On Wenlock Edge, daarin excelleert Bostridge.
    Absolute ster van de avond vond ik echter pianist Julius Drake. Een genoeglijke avond in een intieme omgeving (Jurriaanse Zaal).