FeaturedOperarecensie

DNO’s Holländer raakt kant noch wal

Muzikaal heeft de nieuwe productie van Der fliegende Holländer van De Nederlandse Opera heel wat in huis. Helaas strandt al dat moois in de saaie, volstrekt irrelevante regie van Martin Kušej. Alweer een regisseur die een mooie opera omdoopt tot een zwak werk van eigen hand. Hoe doen ze dat toch?

Juha Uusitalo als Holländer (foto: A.T. Schaefer).

Het had zo mooi kunnen zijn. Die gedachte bleef het meest bij mij hangen na de première van Der fliegende Holländer bij De Nederlandse Opera, gisteravond (1/2) in Het Muziektheater. Het hád zo mooi kunnen zijn, als Martin Kušej gewoon z’n rotzooi had thuisgelaten.

Voor de romantische opera van Richard Wagner had De Nederlandse Opera (DNO) een interessante cast bijeengebracht. In de titelrol zong de imposante bas Juha Uusitalo. De Fin maakt flink carrière op het moment en het is te begrijpen waarom. Zijn grootse stem is een belevenis op zich.

Ik moet wel zeggen dat ik hem als Holländer niet altijd even overtuigend vond. Hij gaf ongeveer iedere noot een accent mee en smeerde de medeklinkers soms wel erg breed uit. Niettemin: d’r stond daar een kerel en die kerel kon zeker een potje zingen.

Catherine Naglestad was indrukwekkend als Senta. Ik vond het vooral knap hoe ze zelfs op vol volume een lieflijke, onschuldige klank wist te behouden. Een sfeer die ze versterkte met veel zachter gezongen passages, waar ik nu en dan de reden niet helemaal van snapte, maar die op andere momenten echt ontroerden.

Fraai vond ik ook Marco Jentzsch als Erik. Zijn stem was soms wel erg breekbaar, maar hij bracht zijn tekst zeer expressief en verhalend: over zijn emoties kon geen misverstand bestaan.

De ervaren Robert Lloyd zong een prima Daland en de volle mezzo van Marina Prudenskaja (Mary) mocht er zeker zijn. Oliver Ringelhahn vond ik minder als Steuermann. Gezien zijn rol had hij van mij wel wat ruiger mogen zijn.

Koor en orkest waren onder leiding van oud-chef-dirigent Hartmut Haenchen uitstekend. Het Nederlands Philharmonisch Orkest was erg spannend en uitgebalanceerd, het DNO-koor overweldigde je in de slotscène met een geweldige climax.

Der fliegende Holländer volgens Kušej (foto: A.T. Schaefer).

Maar helaas, al deze pogingen om de karakters en het verhaal tot leven te wekken, verzopen in de regie van Kušej. Alles wat Der fliegende Holländer Der fliegende Holländer maakt, verwaterde in de handen van de regisseur tot een onherkenbaar en bovenal zeer saai schouwspel.

Dat het decor niets te maken had met het verhaal en dat je voortdurend liep te gissen naar de betekenis van allerlei handelingen op het toneel (en het uiteindelijk maar opgaf), was nog tot daar aan toe. Maar dat de regisseur er niet in slaagde de personages ook maar enige kleur te geven, was een pijnlijk gemis. Ik kreeg geen moment een band met één van de karakters; ze bleven mijlenver op afstand.

Ik geloof graag dat Kušej allemaal prachtige, artistiek verantwoorde betekenissen in zijn regie heeft gelegd, maar in de praktijk walsden zijn vage ideeën ongegeneerd over componist, librettist en uitvoerenden heen. Zodanig dat de voorstelling niet meer om het lijf had dan de topless dames die me halverwege de avond uit mijn slaperige toestand deden opschrikken.

Ik dacht (en hoopte) dat we met de Salome van Peter Konwitschny de flop van het seizoen wel hadden gehad. Kušej dient zich nu echter aan als een serieuze opponent in de strijd. Zeker met zijn inventieve finale, waarin Erik zowel de Holländer als Senta neerknalt met zijn geweer. Want je moet toch vooral niet doen wat er in het verhaal staat. Dat is hopeloos ouderwets.

Der fliegende Holländer is tot en met 28 februari nog acht keer te zien in Het Muziektheater in Amsterdam. Zie voor meer informatie de website van De Nederlandse Opera.

Vorig artikel

Macbeth als de aftakeling van geluk

Volgend artikel

Trailer: Der fliegende Holländer van DNO

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.

22Reacties

  1. 2 februari 2010 at 05:57

    En Marc Chahin, hoofd Communicatie van DNO, verklaarde in het radioprogramma “Een Goedemorgen Met” nog wel dat we in het Muziektheater de beste operaregisseurs ter wereld hebben! Zie mijn stukje op deze site onder http://www.operamagazine.nl/links .

    DNO is een Ministerium für Operasicherheit geworden: een naargeestige artistieke oligarchie die de belangen van het publiek volstrekt ondergeschikt heeft gemaakt aan haar monomane streven om een vooraanstaande positie onder de mondiale operahuizen te verwerven. Wie protesteert, wordt onmiddellijk besmet verklaard. Luister in het genoemde TROS-programma maar eens terug hoe volstrekt respectloos Rita Kohnstamm door Chahin wordt afgeserveerd.
    No matter what, al moeten we min of meer zelfverklaarde gekken (Konwitschny) aan het werk zetten, WIJ ZULLEN SPRAAKMAKENDE PRODUCTIES NEERZETTEN.

    Perchè, perchè, Signore, perchè me ne rimuneri così ?

    (Uit de opera Tosca. Tosca was een huisvrouw in het Dresden van 1930 en emigreerde met haar geliefde, Scarpia, naar Canada om een schapenfokkerij te beginnen.)

  2. J. v.d. Bee
    2 februari 2010 at 12:17

    Laat ik voorop stellen dat ik heb genoten gisteren. Het was een genot om een dirigent van het kaliber Haenchen weer aan het werk te mogen horen. Achteraf gezien is het afscheid van Hanechen en de volstrekt mislukte opvolgingen (de Waard en Metzmacher) één van de grote missers geweest. Grote verrassing was voor mij Catherine Naglestad als Senta. Zij heeft een prachtig volle romige stem met veel lyrische mogelijkheden.

    De regie vond ik niet storend, wel weinig effectief en verrassend vlak voor een regisseur als Kusej die toch wel al een aantal zeer fraaie indringende producties op zijn naam heeft staan. Overigens heb ik niets tegen het veranderen van handelen als dat maar effect heeft en past binnen een duidelijk (dus ook voor de kijker) regieconcept. Ik heb niemand echt bezwaar horen maken tegen de versie van Kusej van het slot van Lady Macbeth of het slot Don Carlo van Decker. Dit slot was dusdanig dat meer vragen opriep dan oploste of volgde uit een logisch te volgen concept van de regisseur.

  3. Pieter de Smet
    2 februari 2010 at 13:03

    Helemaal eens met de heer Kooiman. Kušej is een klootzak, maar die tieten waren wel lekker.

  4. Henk
    2 februari 2010 at 20:55

    Moet ik dan weer, zoals met Salome, met mijn ogen gesloten zitten en alleen maar luisteren? Help!!

  5. Han Epskamp
    3 februari 2010 at 09:32

    Bedankt Jordi voor deze weer zeer gedetailleerde recensie. Na Salome koop ik geen kaarten meer van te voren en wacht de recensies af. Scheelt me geld en tijd. Er zijn de laatste tijd zowiezo altijd nog kaarten te krijgen vlak van te voren, zelfs bij de Last Minute Ticket Shop voor half geld. Logisch, want met dit soort produkties jaag je je publiek weg. En doe je het daar uiteindelijk niet voor?

  6. Henk
    8 februari 2010 at 20:51

    Afgelopen zondag heb ik de voorstelling gezien en ik heb genoten van de muzikale inhoud. Het Nederlands Philharmonisch Orkest, o.l.v. Hartmut Haenchen was uitstekend op dreef en de solisten mochten er ook zijn, vooral Juha Uussitalo als de Holländer en Catherine Naglestad als Senta.
    Zij hebben grote indruk op mij gemaakt.
    De enscenering heeft mij niet gestoord, behalve dat de Holländer en Senta werden gedood door geweerschoten van Erik. Dit doet afbreuk aan het verhaal en is absoluut niet geloofwaardig.

  7. Pierre Grotens
    16 februari 2010 at 00:17

    Hou nou toch eens op met dat hopeloos geklaag en dat beter weten van de recencenten. Kom dan niet naar Amsterdam. Ik vond het prachtig, en zo met mij heel veel mensen. Prachtig die regie. Nee Salome was inderdaad het slechtste in tijden, maar dit was zeer boeiend.
    Bedankt!

  8. Jop
    17 februari 2010 at 08:52

    Gisteravond 16/2 naar Der Hollander geweest. Ten eerste was het muzikaal een spectakel. Het orkest is prachtig en met name Senta en de Hollander worden prachtig gezongen.
    De regie vond ik niets toevoegen, maar ook zeker niet storend. Bijvoorbeeld het naakt in de 2e akte heeft geen enkele functie, de bemanningsleden die achter de klap deuren worden neergeschoten (??) net zo min. De eerste ontmoeting tussen Senta en de Hollander leek mij in eerste instantie goed opgezet. De (fysieke) afstand tussen beide verbeeld in mijn optiek het ongeloof dat ze elkaar eindelijk ontmoeten. Senta die al tijden zwijmelt bij een schilderij van de man die nu voor haar neus staat en de Hollander die nu zijn verlossing voor ogen ziet. Maar aangezien beide karakters geen stap dichter naar elkaar toekomen tijdens de scene, heb ik mijn mening bijgesteld.
    Het deed denken aan Le nozze di Figaro waar er een kast (en dus 10 meter) tussen Cherubino en de gravin in staat als hij zijn liefdes lied zingt.
    Ik zie geen enkele emotionele ontwikkeling in de regie in tegenstelling tot de muziek. Dat ene kusje aan het eind van de scene lost dat zeker niet op.
    Dit was voor mij de eerste keer dat ik de Hollander zag en ik kan me voorstellen dat een goede regie veel toe kan voegen. Dat was dan zeker een gemiste kans.
    Desalniettemin ontneem je jezelf 2,5 uur luisterplezier, door vanwege de regie niet naar deze voorstelling te gaan. Zo goed was het muzikaal gezien namelijk!

  9. Piet Holthuis
    17 februari 2010 at 17:09

    Naar aanleiding van Pierre Grotens die de Holländer zo prachtig vond vindt dat je het niet beter moet willen weten dan recensenten. De voorstelling was muzikaal inderdaad zeer fraai: prachtige Holländer en Senta, indrukwekkende ensemblescènes. Maar de enscenering had echt niets met Wagners bedoelingen en muziek te maken. Het gaat hier om Wagners eerste opera waarin Erlösung centraal staat,het thema waardoor hij zijn leven lang gefascineerd is geweest en dat hem tot zijn meest indringende muziek heeft geïnspireerd. De persoon van de eeuwenlang dolende Holländer past in een traditie die al vanaf de oudheid zielen beschrijft die door een vloek zijn getroffen en niet tot rust kunnen komen, behalve van zeer verlost worden door een zich opofferende andere ziel.De Holländer moet daarvoor eens in de 7 jaar aan land om voor zijn verlossing een vrouw te vinden die hem (bij God!) eeuwige trouw zweert. Het gaat erbij Wagner dus om dat Holländer en Senta zich beiden bewust moeten worden van het hogere verlossingsdoel. Dat is niet een soort verliefdheidsverhaaltje, Senta is ook niet een verliefd gansje maar een zelfbewuste vrouw die weet wat haar lot zal zijn. Buiten redding van de Holländer bestaat er voor haar niets, buiten Senta bestaat er hier voor de Holländer niets. Zij gaan in elkaar op zoals later Tristan en Isolde in elkaar op zullen gaan. Om deze typisch wagneriaanse problematiek om te bouwen tot een slap driehoeksverhaaltje is barbarij, net als het soapy vrouwengedoe plus nog een dot multicultiraliteit (dan hebben we dat ook weer gehad!). Helemaal absurd is natuurlijk dat Erik de Holländer dood schiet, iets wat niet mogelijk is omdat de Holländer niet kan sterven, dat is juist zijn tragiek! Alleen verlossing door een vrouw kan hem redden.Maar ook Senta wordt neergeknald, kennelijk heel gewoon in het universum van Kusej. Dus: fijn dat Grotens zo genoten heeft, maar dan toch niet van een opera van Wagner.

  10. Laura
    20 februari 2010 at 01:47

    Ik kom er net vandaan en moet zeggen dat ik absoluut genoten heb – het orkest, de dirigent en de zangers waren op ontzettend hoog niveau bezig. Ook ik vond de regie over de linie niet storend, op de eindschoten na. De Holländer had beter van het richeltje af kunnen springen, de zee in, en dan Senta er achteraan. Dat was logischer geweest.
    Daarnaast zaten er echter ook wel wat vondsten in de regie – zo vond ik het moment waarop Senta en de Holländer elkaar voor het eerst echt zien mooi – je hoeft ze niet tegen elkaar aan te laten kroelen om te laten zien dat er een directe connectie is tussen die twee. Ik kreeg dus wel een band met ze.

    Wat mij betreft dus beslist geen concurrentie voor Konwitschny op het gebied van verschrikkelijke producties!

  11. Arjan
    23 februari 2010 at 15:26

    Ik ben het totaal niet eens met Piet Holthuis. Ik ben zeker geen kenner van opera maar ik vond de regie echt heel prima. Mensen willen dolgraag allerlei diepe betekenissen aan dingen geven, of die er wel of niet zijn doet er helemaal niet toe. Het gaat erom dat je dik 2 uur vermaakt wordt en dat het mooi is om te zien.

    Je kan best moeilijke doen over de inhoud van de opera en of het verhaal wel of geen geweld wordt aangedaan maar eigenlijk is dat geneuzel in de marge.

    De meeste mensen die ik gesproken heb vonden het prachtig, maar zoals bij elke voorstelling, muziek theatre wat dan ook heb je er altijd wel een paar azijn pissers tussen zitten die het niet in de spirit van de schrijver, componist etc. vind. Meestal zijn dat de zogenaamde kenners en recensenten. Laten dat nu ook de mensen zijn die vaak het hardt schreeuwen

  12. Joan
    1 maart 2010 at 16:49

    Ik ben dus echt de enige hier die verder niet zoveel met Wagner heeft, en die vooral uit nieuwsgierigheid naar wat Kusej ervan maakt naar deze productie is gegaan?

    Tsja…

  13. Maria
    1 maart 2010 at 20:52

    wij bezochten deze opera op 25 februari. Prachtige avond! Nou ja, over de regie valt te twisten, maar die was was mij betreft niet erg storend, af en toe best mooi, en zeker niet te vergelijken met die malle Salome. Uitgezonderd dat merkwaardige zelfbedachte slot dan. Wie bedenkt er nou om die arme Erik een geweer in zijn handen te duwen om zijn grote liefde neer te schieten, terwijl hij tegelijk zingt: Red haar! Hmmm.
    Die blote borsten zijn trouwens mij niet opgevallen. Misschien zaten we net verkeerd. Of er is een verstandig iemand tot het kloeke besluit gekomen om ze maar te annuleren.
    Desalniettemin: het was zeer de moeite waard om te gaan.

  14. hans nieuwenhuis
    27 maart 2010 at 01:13

    Ik heb de afgelopen 30 jaar gewerkt in de operawereld in Nederland en vooral daarbuiten. Vrijwel nooit heb ik op recensies gereageerd maar in dit geval maak ik een uitzondering. Ik vind zowel de recensie als een groot aantal reacties weerzinwekkend. Jordi Kooiman schrijft een soort Nederlands waarvoor een een 13 jarige scholier zich zou generen. Vol pijnlijke clichés en tantebetje constructies. Bovendien wordt er door onze recensent voortdurend een soort quasi deskundigheid gesuggereerd, die gebaseerd is op lucht. Ik heb vaker in operafoyers deskundige ‘ operakenners’ horen raaskallen maar Jordi Kooiman spant de kroon.

    Het gaat mij daarbij niet over de vraag of de regisseur van Der Fliegende Holländer er in geslaagd is het werk boeiend te ensceneren (ik denk dat hij daarin niet echt geslaagd is). Maar de manier waarop de ‘ moderne operaregie’ wordt afgeschilderd is ronduit reactionair. PVV taal.

    In 4 eeuwen opera is door componisten ( vooral Wagner, Verdi en Mozart) getracht nieuw leven te blazen in een fascinerende kunstvorm die telkens weer dreigt te verzanden in loze tradities en gekaapt wordt door de betere standen als elitair vermaak. Met name Wagner heeft er voortdurend op aan gedrongen nieuwe vormen te vinden en hij zelf nam daarbij het voortouw. Mozart was zijn tijd sowieso 100 jaar vooruit en dat heeft hij gemerkt. Zijn werk werd niet algemeen gewaardeerd en zeker niet door de z.g. operakenners.
    Niet alle nieuwe aanpak lukt en dat is jammer, maar de manier waarop Kooiman en enkele reagerende ‘ ‘operaliefhebbers’ de Nederlandse Opera afzijken doet geen recht aan het feit dat onder leiding van Pierre Audi onze Nationale trots internationaal wordt gewaardeerd en geprezen. Kritiek is hartelijk welkom, domheid niet. Daarvan hebben operacomponisten al genoeg last gehad. Rossini heeft er zelfs de aanleiding in gevonden de laatste 30 jaar van zijn leven geen opera meer te maken.

  15. Shmulik Lipniski
    27 maart 2010 at 22:44

    Vaak heb ik met plezier concerten bijgewoond van Opera Studio Nederland, waarvan de heer Nieuwenhuis regisseur is. Ongetwijfeld bezit ik niet zijn operakennis, Jordi Koopman waarschijnlijk ook (nog) niet. Dat neemt niet weg dat zijn bovenstaande reactie beneden alle peil is.
    Wij zijn inmiddels gewend (?) aan het gemiddelde internet-taalgebruik. Ik hoopte dat deze site gevrijwaard zou blijven van termen als ‘reactionair’. En laat ons a.u.b. elkaar niet voor pvv’er uitmaken, er zijn er helaas genoeg echte.
    Hooglopende meningsvershcillen m.b.t. operaregies komen vaker voor, veel mensen voelen zich bekocht door interpretaties van ‘vernieuwers’ of ‘baanbrekende’ regisseurs. Ja, termen tussen haakjes plaatsen werkt wel meneer Nieuwenhuis. Evenwel beschouw ik mezelf als operaliefhebber zonder haakjes.
    Dit zegt uiteraard niet dat deze kritiek terecht is. Er zijn beroemde operahuizen waar je tevergeefs wat modernere ensceneringen zult zoeken. Wat dit betreft ben ik blij met DNO. Neem tn iet weg dat Salome en Hollander stevige discussies hebben losgemaakt, ik durf het bijna niet meer te zeggen, m.i. terecht.
    Ik heb de laatste maanden regelmatig met Jordi gesproken, lijkt me niet direct iemand die aversie heeft van alles wat modern is, zou ook raar zijn gezien zijn leeftijd. Nogmaals, het kan best dat hij het bij het verkeerde eind heeft m.b.t. Hollander of wat dan ook, maar de reactie van de heer Nieuwenhuis is echt onder de gordel.

  16. Pieter K. de Haan
    27 maart 2010 at 23:24

    Ik ben, anders dan de heer Nieuwenhuis, geen professional maar een liefhebber, die zich wèl al zo’n 55 jaar voor opera interesseert en in die jaren, vooral in eigen land maar, zij het in mindere mate, ook in het buitenland, aardig wat voorstellingen heeft gezien. Hij noemt de recensie van “Der fliegende Holländer” van de heer Kooiman en een groot aantal reacties daarop maar liefst “weerzinwekkend”. De manier waarop de heer Kooiman door hem wordt weggezet mag misschien ook wel aanspraak maken op die diskwalificatie. De heer Nieuwenhuis mag dan “vaker in operafoyers deskundige “operakenners” (hebben) horen raaskallen”, ik heb meer dan eens verhandelingen gehoord en gelezen van professionals, die ook kant noch wal raakten. Opera wordt niet primair voor professionals maar voor liefhebbers gemaakt en als liefhebber behoud ik mij het recht voor iets van een voorstelling te vinden en daar, als ik daar aanleiding toe vind, ook uiting aan te geven. Ook ik vond de enscenering van “Der fliegende Holländer” een evidente miskleun en die van “Salome” een regelrechte verkrachting van het werk. Terzijde zij opgemerkt, dat er op het taalgebruik van de heer Kooiman zo af en toe best wat aan te merken valt, maar van tantebetjestijl heb ik in zijn recensie van “Der fliegende Holländer” geen voorbeeld kunnen vinden en dat “afzijken”, als dat al zou moeten gebeuren, echt met “ei” moet plaatsvinden.

  17. Basia Jaworski
    27 maart 2010 at 23:33

    Beste Hans,

    ik zou toch echt willen weten wat de _echte_ reden van je reactie is.
    In de 30 jaar heb je heel wat meegemaakt.
    Waarom reageerde jij niet toen onlangs een recensent een zanger die afzegde de hemel in prees?
    Waarom reageerde jij niet toen een recensent heel erg te spreken was over uitvoering van een bepaald concerto, die geen plaats heeft gevonden? De recensent in kwestie is in de pauze weggegaan (doe ik ook wel eens, maar dan zeg ik het ook eerlijk)en wist niet dat het programma werd omgegooid.
    Wat ik ermee wil zeggen: er gebeuren dingen. De recensenten zijn ook maar mensen en ze vinden niet alles (even) mooi. Of het terecht is of niet … Het blijft altijd subjectief.
    Maar een redacteur de reacties van zijn lezers kwalijk te nemen gaat mij echt te ver.
    Van je reactie begrijp ik dat je de Hollander ook niets vond.
    Dus? Wat is het probleem?
    De vergelijking met PVV vind ik ronduit onsmakelijk.

  18. diny tecker
    28 maart 2010 at 03:04

    Der fliegende Höllander van Wagner bij DNO heeft mij muzikaal zeer geraakt, niet in de laatste plaats door de meer dan uitstekende dirigent Hartmut Haenchen en zijn orkest en zangers(essen).
    Na vijftig jaar intensief bezoek aan operahuizen, concertante opera-uitvoeringen en het luisteren naar opnamen, geen geringe prestatie!
    Als er momenten zijn in de regie-opvattingen en -uitwerkingen, die niet sporen met mijn belevingswereld, dan sluit ik mijn ogen. Muziek is toch primair een auditieve kunstvorm.
    Ons allen zouden zelfkennis én bescheidenheid beter passen dan maar in het wilde weg als virtueel discours meningen en meningsverschillen te uiten. In de wereld van het gedrukte woord (kranten, tijdschriften) geldt nog steeds de heerlijk relativerende uitspraak: “Morgen in de kattenbak”. Toch blijf ik voorlopig nieuwsgierig naar de verrichtingen van een jong mens, dat met enthousiasme, leergierigheid en veel tijdsbesteding probeert met de website Place de l’Opéra informatie te verschaffen.

  19. Neil van der Linden
    28 maart 2010 at 10:16

    Beste Hans,

    Het is altijd goed als er discussie is en meningen mogen gelukkig verschillen, maar ik vind dat je nu te ver gaat.
    Ik vind Jordi’s initiatief, Operamagazine, als geheel en zijn eigen bijdragen verfrissend. 13-jarige? Jordi is schat ik 23, 24, 25 jaar, en het is heel verheugend dat iemand van deze leeftijd de moeite neemt om zo’n medium op te richten, in stand te houden en er een eigen stijl aan te geven, terwijl elke andere bijdrage welkom is. In het geval van Der Fliegende Holländer was ik het gewoon niet eens met de recensie in Operamagazine, maar het was een mening, de mijne was nogal anders, en dat is het. Weerzinwekkend is wel een erg groot woord voor een verschil van inzichten. Overdrijf je nu niet?
    Ik zou nu liever van jou willen horen wat je van de opera vond. Een hele recensie schrijven kost tijd, en het is niet zo dat je niets zou mogen zeggen zonder de tijd te nemen een heel verhaal ertegenover te stellen. Maar zeker van jou zou ik het interessant vinden om te weten wat jij er van vond. Ik zeg ook niet dat je als je stilistische kritiek hebt jezelf genoodzaakt hoeft te voelen om een onberispelijk tegen-voorbeeld te schrijven, maar zou het vanuit jouw positie als opera-pedagoog niet beter zijn even je kennelijke ergernis op te sparen en een keer de tijd zoeken om daar wel een poging toe te wagen? Jordi wil een discussieforum bieden en ook al kan hij niet verwachten dat al te veel mensen dan meteen maar tijd hebben om een volledige bijdrage te schrijven, zou ik dit geval of een volgende gelegenheid waarin je een andere mening hebt, of ook een keer dat je het gloeiend eens bent met het geschrevene, willen vragen jouw mening uitgebreid weer te geven.
    Ik vond deze Holländer eigenlijk heel aangrijpend na alle kritiek die ik had gelezen, juist ook de enscenering (en ik bekommer mij iets minder dan velen om de toeschouwer die voor het eerst in zijn leven en Hollander ziet en dan zou denken dat het eind zo hoort, terwijl ik met Basia, van de reactie hierboven, heb gediscussieerd over mijn opvatting dat het eind zoals het nu past wel degelijk in de geest van het werk is). Ik zou nu graag van jou hebben geweten wat jij vond, om te zien of wat ik vind een beetje overeenkomt met de visie van jou en anderen.

    Groet,

    Neil van der Linden

  20. jan m.
    15 juni 2010 at 11:08

    Deze week voor het eerst Puccini’s ‘Tosca’, opgenomen uitvoering van de Metropolitan NY, gezien en er van genoten. Er viel mij plots iets vreemds op, andere uitvoeringen gecheckt en waarempel dezelfde discrepantie. Het hele verhaal speelt zich af rondom de bezetting en terugverovering van Rome door respectievelijk Napoleon en Ferdinand.
    Feiten: Angelotti is consul voor, dus heuler met, Frankrijk in Rome en daardoor een vijand van Ferdinand cs. en wordt daarom gezocht door Scarpia. Cavaradossi staat ook aan de kant van de Fransen, gezien zijn expressieve blijdschap bij het horen van een Franse overwinning. Scarpia echter, duikt bij deze scene in elkaar van ellende. Hij is blijkbaar een exponent van het regime van Ferdinand.
    Aan het einde van de opera evenwel, wordt Cavaradossi verradelijk gefusilleerd door soldaten in, naar mijn mening, overduidelijk franse uniformen. Hoe zit dat?
    Wie heeft voor mij het antwoord.

    JM

  21. Olivier Keegel
    10 september 2010 at 15:32

    ZIJN DE BOVENTITELS NU OOK AL NIET MEER TE VERTROUWEN?

    Eigenlijk had ik meteen een vraag in de groep willen gooien, naar aanleiding van de Holländer die ik gisteravond in Bastille bezocht. Maar nu ik de bovenstaande reacties nog eens doorlees, moet me toch eerst van het hart dat meneer Nieuwenhuis geen benadigd polemist is. Hoezo “quasi deskundigheid” van Jordi? Dat is niet meer dan een losse flodder, als je zo’n kwalificatie niet kunt onderbouwen. En het is nogal bizar om (ongefundeerde) kritiek te hebben op iemands taalgebruik, als je zelf het woord “afzeiken” niet kunt spellen.

    — Genoeg hierover. Gisteren bezocht ik in Parijs de Holländer, in de regie van Willy Decker. De spinnende vrouwen spinden in Deckers “opvatting” natuurlijk niet, maar vormden een naaikransje waarmee niet alleen Wagners “spinnewielmuziek” werd tegengewerkt maar ook de discrepantie tussen tekst en toneelbeeld weer eens een feit was. En tot mijn verbazing zag ik dat ook de Franse boventiteling niet het Duitse libretto volgde, maar het op een akkoordje had gegooid met de regie. Dus (bijna) alle woorden die met “spinnen”, “spinnewiel” e.d. te maken hadden, werden in de vertaling weggemoffeld: “Ich spinne fort” werd “Je continue mon travail” etc. etc.

    Heeft iemand dit abjecte verschijnsel al eens eerder gesignaleerd?

  22. Victor Baarn
    5 januari 2011 at 10:26

    Diny Tecker schrijft dat als er momenten in de regie zitten die haar niet aanspreken ze d’r ogen wel sluit. Dat is inderdaad een oplossing. Alleen kan ik dan net zo goed thuis een cd gaan draaien. Was door vrienden mee gevraagd naar deze productie. Heb het echter maar gelaten voor wat het was. Goede beslissing achteraf. Topless in Fliegende Hollander raakt kant nog wal. Degene die daar wel positief over waren, waren allemaal 60+ overigens 😉
    Dit zegt overigens niks over de regisseur, maar alleen wat over mij. Kom naar de opera voor de muziek en de zangers. De rest is voor mij ondergeschikt. Ben dan ook tegen allerlei nieuwe visies van regisseurs op de betreffende opera. Dat stoort alleen maar.