Wilmering en Boertien zoeken en vinden
Op zondag 12 oktober 2025 vormden bariton Michael Wilmering en pianist Daan Boertien in de Kleine Zaal van het Concertgebouw een hecht duo in een recital dat draaide om de menselijke zoektocht naar liefde, geborgenheid en betekenis. Het was een zondagochtend concert van AVROTROS en het Concertgebouw dat rechtstreeks uitgezonden werd op NPO Klassiek. De gekozen werken van Franz Schubert en Gustav Mahler, twee componisten die het lied tot een kunstvorm van psychologische diepgang verhieven, schetsten samen een emotionele reis van duisternis naar licht.

Zanger Michael Wilmering studeerde cum laude af aan het Conservatorium van Utrecht en vervolgde zijn opleiding bij de Opera Studio in Stuttgart. Daarna ging hij aan de slag als freelancezanger, waardoor hij zich breed ontwikkelde in opera, oratorium en het liedrepertoire. Hij was vaak bij De Nationale Opera te horen, in april nog in ‘Die Frau ohne Schatten’ maar ook bij de Nederlandse Reisopera en bij Opera Zuid, waar hij in november in de Die Dreigroschenoper de rol van Macheath zingt. Michael Wilmering zingt graag liederen, waar zijn expressieve poëtisch bariton stem en tekstgevoel volledig tot hun recht komen, zoals te horen op de CD die hij samen met pianist Daan Boertien uitbracht met Schuberts Winterreise*. Binnenkort is hij weer in het Concertgebouw te horen en wel op 13 december in Faust van Gounod (aanrader; Pene Patti als Faust) in de NTR Zaterdag Matinee, waar Michael de rol van Wagner zingt. Maar eerst gaat dit hier besproken recital nog klinken op 14 november in de Munt** te Brussel, waar Michael ook in de opera Ali speelt.
Gelijkwaardige verteller
Franz Schubert groeide op in een muzikaal milieu in Wenen en bezat al op jonge leeftijd een opvallend talent voor zang. Als Wiener Sängerknabe in de keizerlijke hofkapel, maakte hij kennis met de grootsheid van religieuze muziek, maar zijn hart lag bij het intieme genre van het lied. Hij zou er uiteindelijk meer dan zeshonderd componeren waarvan 144 eenstemmig. Tekst en muziek vormen er een ongekend hechte eenheid. In de liederen, vaak gecomponeerd op poëzie van Goethe, Müller of Heine, legt Schubert de menselijke ziel bloot: de vreugde en de wanhoop, de verlangens en de angsten. Zijn pianopartijen zijn nooit louter begeleiding, maar een gelijkwaardige verteller die de woorden verdiept en hun emotionele kern tot leven wekt.

De doler van Schubert
Het openingslied Der Wanderer van Frans Schubert schildert een mens die zichzelf kwijt is en zich in de natuur verliest, op zoek naar betekenis. De piano suggereert een weifelende stap, een ritmische ademhaling van hoop en teleurstelling, terwijl de zang de bittere waarheid uitspreekt: “Dort, wo du nicht bist, dort ist das Glück.” In dit eenvoudige zinnetje vat Schubert de essentie van de romantische geest: het geluk ligt altijd elders, net buiten bereik. Wilmering klonk meteen breed en warm, zijn timbre doordrenkt van rusteloosheid, terwijl Boertien een een onderhuidse puls neerzette waarin verlangen steeds voelbaar was.
De slotzin ‘Dort, wo du nicht bist, deed mij denken aan het geweldige theatrale liedrecital met dezelfde titel van pianist Mark van Nispen die samen met de jonge tenor Koen Masteling in de regie van Corina van Eijk (Opera Spanga) twee 19e-eeuwse vriendschappen onderzocht. Relevant ook voor dit recital vanwege de in Wenen samenwonende vrienden Franz Schubert en Johann Mayrhofer. De voorstelling was een paar maanden geleden onder andere te zien in Huis de Pinto te Amsterdam. Voor mij toen aanleiding om eens anders naar de muziek van Schubert te luisteren, waar zijn muziek en teksten van donker en licht in ieder geval bij mij meer begrip opleverde met de gedachten aan zijn mogelijke homo- of biseksualiteit.
In de geprinte toelichting op dit programma wordt dat element helaas volledig overgeslagen. Schubert wordt er als ‘pechvogel’ wordt geduid; “geen goede partij voor een dame; arm, klein en weinig aantrekkelijk met waarschijnlijk een bipolaire stoornis en hij leed aan syfilis.” Maar veel belangrijker Franz Schubert groeide uit tot de belangrijkste grondlegger van het Duitse lied. Niet alleen zijn de melodieën uitzonderlijk van kwaliteit, de teksten zijn beklemmend, goed gekozen en met name de manier waarop de pianopartij de teksten volgt en tot leven brengt is enorm knap en van grote betekenis geweest voor de ontwikkeling van het lied als kunstvorm.

Mahler
Het volgende blokje betreft Gustav Mahlers Lieder eines fahrenden Gesellen. Wilmering bracht een subtiel palet van emoties: ontreddering in Wenn mein Schatz Hochzeit macht, een fragiel geluksmoment in Ging heut’ morgens übers Feld, en rauw verdriet in Ich hab’ ein glühend Messer. Sowiezo bewoog hij veel en is zijn voordracht heel theatraal. Boertien liet de piano ademen en kleurde Mahlers wereld met een fijnzinnige dramatiek, ook in zijn mimiek. Hier stond een duo dat volledig in dienst van de tekst musiceert. Bijzonder is ook het Duits van Wilmering bijzonder goed verstaanbaar is, hij heeft een voortreffelijke dictie.
Hoop en illusie
Na deze donkere kern volgde een boog van liederen van Frans Schubert waarin hoop en illusie elkaar afwisselden. In Auf der Bruck en Frühlingstraum wisselden vitaliteit en breekbaarheid elkaar af. De tedere lyriek van Du bist die Ruh’ en de innige eenvoud van Die Taubenpost vormden hoogtepunten van verstilling.
Daan Boertien kreeg ook de ruimte solo te schitteren in Schuberts Impromptu in Ges, na eerder een Deutscher Tanz eveneens in Ges. Toevallig of niet, ik herinner me dat hij ook bij de twee concerten dit voorjaar in Huis de Pinto de Prelude van Rachmaninov in Ges speelde, een stuk met zes mollen, want ik maakte een grapje dat ik vooral over vijf mollen weet dat je ze maar beter niet in je tuin kunt hebben. Daan Boertien was toen in Rachmaninov tranen roerend mooi en ook in deze Schubert liederen deden zijn verfijnde toucher en gevoel voor klankkleur de zaal verstillen.

Innerlijke tocht
De reis eindigde licht en hoopvol met Die Forelle en Rastlose Liebe, twee liederen die de levenslust en ontembare kracht van het verlangen vieren. De doler, ooit verdwaald, lijkt aan het einde niet per se thuis te zijn gekomen, maar heeft onderweg zin gevonden in de reis en in zichzelf. Het recital ontvouwde zich als een dramaturgisch doordachte vertelling: van de eenzaamheid van de doler tot de bevrijdende kracht van muziek en liefde. Boertiens verfijnde spel gaf ruimte aan stiltes en subtiele schakeringen, met zijn rechterhand laat hij soms net water druppels of kleine belletjes horen. Wilmering en Boertien bewezen zich als fijn en inspirerende Nederlands liedduo’s van dit moment. Hun samenspel is natuurlijk en organisch; woorden, frasen en stiltes vloeien moeiteloos in elkaar over. Dit recital was geen verzameling liederen, maar een dramaturgisch doordachte vertelling, een innerlijke tocht die begon in eenzaamheid en eindigde in licht en zelfexpressie.

De toegift was dan ook perfect gekozen ‘Hou van mij als de wind’ van Ramses Shaffy, een prachtig intiem nummer wat Michael samen met Daan op de pianokruk zong.
**Michael Wilmering en Daan Boertien geven dit recital ook in Brussel, in De Munt op 14 november.
Verder lezen en luisteren
*De Cd Winterreise van Michael Wilmering en Daan Boertien besproken door François van den Anker.