Een Schotse tragedie in belcanto glorie
Monique ten Boske bezocht op dinsdag 4 november een concertante uitvoering door Opera Ballet Vlaanderen van Donizetti’s Lucia di Lammermoor in de opera van Gent.

Onder de koele nevel van het 17e-eeuwse Schotland ontvouwt zich Donizetti’s Lucia di Lammermoor als een tragedie waarin eer, liefde en waanzin elkaar onafwendbaar naar de afgrond trekken. Na de concertante uitvoering van Norma in 2024 richt Opera Ballet Vlaanderen zich opnieuw op het belcanto met deze Lucia di Lammermoor uit 1835. Het publiek kreeg geen decors of theatrale gebaren, maar des te meer stem: pure zangkunst, in al haar expressieve kracht. Het verhaal ademt romantische spanning: mistige Schotse kastelen, een eeuwenoude vete, verboden liefde, een gedwongen huwelijk, waanzin en een bloedige ontknoping. Lucia en Edgardo di Ravenswood worden door familiehaat uit elkaar gedreven. Onder druk van haar broer Enrico Ashton kiest Lucia voor een huwelijk met Arturo, maar in een moment van waanzin en onmacht vermoordt ze hem in hun huwelijksnacht. Kort daarna sterft zij zelf, maar zingt eerst de beroemde waanzin scene. Edgardo, verteerd door verdriet, kiest eveneens voor de dood.
Fundament van de Italiaanse romantiek
Lucia di Lammermoor is een mijlpaal van het belcanto: een dramma tragico waarin Donizetti, op het snijpunt van romantiek en psychologische precisie, de innerlijke wereld van zijn personages centraal stelt. Waar Bellini nog mijmert, ontleedt Donizetti al. Zijn vrouwen zijn geen decor, maar stemmen die hun strijd laten horen.
De concertante uitvoering bij Opera Ballet Vlaanderen toonde hoe sterk deze muziek blijft wanneer alle scenische elementen wegvallen. De partituur, gecreëerd voor het Teatro San Carlo in Napels en gebaseerd op Cammarano’s geraffineerde bewerking van Walter Scotts The Bride of Lammermoor, vormt een hoeksteen van de Italiaanse romantiek.
De opera is een tragedie én een studie in muzikale psychologie. Donizetti’s heldere, vloeiende melodiek staat volledig in dienst van emotie. In de waanzinscène bereikt hij een intensiteit waarin de stem tot pure ontreddering wordt. Zijn gevoel voor dramatische spanning, later door Verdi verder ontwikkeld, klinkt hier al door.
In deze concertante uitvoering staan de stemmen centraal, precies zoals Donizetti het bedoeld had. De partituur, ooit bewonderd door tijdgenoten als Meyerbeer en Halévy, toont zijn meesterschap in de balans tussen virtuositeit en dramatische helderheid. Zijn muzikale lijnen vrij van overdadige versiering, maar geladen met innerlijke spanning, maken de waanzin van Lucia tot een intiem portret van gebroken geest en verloren liefde. Lucia di Lammermoor blijft daarmee niet slechts een belcanto-tragedie, maar een werk dat de contouren van de Italiaanse opera voorgoed veranderde. In concertvorm klinkt dat fundament nog zuiverder: de stem als drager van waanzin, verdriet en schoonheid

De muzikale architectuur
Andriy Yurkevych leidde het Symfonisch Orkest van Opera Ballet Vlaanderen. Na een iets te los begin bij deze tweede voorstelling viel het geheel na een kwartier duidelijk in de plooi. Het tempo lag bij momenten aan de hoge kant. De ruimte die de zangers kregen functioneerde goed, al was het hervatten van het tempo door het orkest niet altijd volledig in balans. Donizetti’s melancholie bleef echter intact. Koordirigent Jan Schweiger had het koor stevig op dreef. De mannenkoren waren krachtig; de stormscène in het derde bedrijf klonk homogeen en trefzeker. De keuze om het koor achter het orkest te plaatsen werkte visueel en klankmatig uitstekend. De zangers stonden opvallend ongedwongen opgesteld, allen met ruime partituren en zonder strakke frontale oriëntatie. Het oogde echter niet rommelig, eerder als soort amusant strooipatroon. Een digitale partituur op laptop zou binnen een ecologisch bewuste, hedendaagse organisatie niet misstaan.
Waanzin Lucia
De Zuid-Afrikaanse sopraan Vuvu Mpofu, zong de titelrol met een stem die tegelijk glanzend, trefzeker en soepel was. In haar ‘mad scene’ klonk ze als een vrouw die niet enkel haar verstand verloor, maar haar hele wereld. Het is een lastige rol met een grote historie. Het publiek gaat al gauw vergelijken met (opnames van) de grote der aarde die deze rol zongen:Renata Scotto, Joan Sutherland, Montserrat Caballé en natuurlijk Maria Callas. Dat is niet helemaal eerlijk want Vuvu, begin 30, maakt hier haar rol debuut. Ze is misschien niet een gedroomde Lucia, maar zet de rol ruim voldoende neer en heeft prachtige hoge noten. Naast haar staat de Nederlandse Jessica Stakenburg als Alisa, die hiervoor ook in Parsifal zat. Ze viel me positief op door haar mooie kleur in het duet/ensemble met Lucia waar zij haar vocaal ondersteunt tijdens het verhaal over de fontein. Er werd nauwelijks geacteerd in deze concertante versie, maar desondanks vind ik Vuvu Mpofu haar contact met de andere zangers èn de fluitist wat mager. Vuvu was is Nederland te zien in een kleine rol in de opera Bleu en had bij opera Ballet Vlaanderen een rol in Der Schmied von Gent (Schreker) en zong Mimi in La Boheme, beiden heb ik niet gezien. Mpofu was prijswinnaar bij de Operalia en Belvedere Competities.

De mannen rondom haar
De Italiaans-Duitse bariton Vincenzo Neri als Enrico Ashton heeft een wel zeer ruime bariton en was imposant, soms wat hoekig. Toch geen eendimensionale tiran, maar een man die beseft dat hij zijn zuster offert aan zijn eigen angst om macht te verliezen. Tegenover hem stond César Cortés, de Colombiaanse tenor, als Edgardo di Ravenswood, een tenor vol lyrische warmte en wat een stem! Terecht kreeg deze man en enorm applaus. Een stem die doet denken aan de jonge Alfredo Kraus: helder, oprecht, en gedragen door een smeltend legato. Zijn laatste scène, Tu che a Dio spiegasti l’ali, werd een verstilde klaagzang, gedragen door oprechte wanhoop en elegante legato-lijnen. Prima samen met het koor en een hoogtepunt van de avond. Raimondo (Sam Carl) bracht rust en morele zwaarte, zijn bas klonk plechtig. Sam Carl maakte van 2019 tot 2021 onderdeel uit van De Nationale Opera Studio en zong er recent Talpa in Il Tabarro (2024), Betto di Signa in Gianni Schicchi (2024), Hobson in Peter Grimes (2024) en Der Geisterbote in Die Frau ohne Schatten (2025) en onlangs de rol van Angelotti in Tosca. Kroatische tenor Emanuel Tomljenović zingt bruidegom Arturo Bucklaw. Hij is lid van het jong ensemble Opera Ballet Vlaanderen en was ook in Parsifal te horen. Kwanhee Park vervulde als lid van het koor ook de rol van kaptein Normanno.
Female gaze
Vanuit de female gaze beschouwd, is misschien de opera Lucia de Lammermoor zo gek nog niet. Of juist waanzinnig? Natuurlijk wordt Lucia uitgehuwelijkt en als object door haar broer gezien, maar Lucia is niet louter slachtoffer, een vrouw die haar autonomie zoekt in een wereld waar mannen over haar beschikken en die, wanneer alle uitwegen gesloten zijn, enkel in waanzin nog vrijheid vindt. Mijn indruk was ook dat sopraan Vuvu Mpofu van Lucia geen prooi maakte, daarvoor ging haar waanzin ook niet ver genoeg. Haar waanzin werd geen karikatuur en bleef daardoor eerder een innerlijke breuk dan een uitbarsting.
Bekeken vanuit haar eigen perspectief – en niet door de blik van de mannen rondom haar – werd dit minder een verhaal over waanzin dan over helderwording: een tragische ontwaking in een wereld die haar geen plaats laat.

De kracht van het concertante
Het ontbreken van regie en decor bracht de kern naar voren: de stem als drijvende kracht van het drama. De expressie lag volledig in de frasering, de dynamiek en de precisie van de tekst. Lucia’s ontsporing, Edgardo’s wanhoop en Enrico’s innerlijke strijd kregen zo een plaats in de verbeelding van het publiek, dat het verhaal als een innerlijk schouwspel beleefde. Het koor zorgde voor de noodzakelijke dramatische schakeringen, van ingetogen passages tot scherpe uitroepen in de confrontatiemomenten. Omdat alle focus op de zang lag en niet op beweging of enscenering, moest de expressie volledig uit de vocale bijdragen komen en dat gebeurde.
Verder kijken, luisteren en lezen
Korte Video van Lucia’s waanzins scène met Vuvu Mpofu en fluitist Jonadabe De Jesus Santos Batista
In 2022 zag Peter Franken een modern geensceneerde Lucia uit de Metropolitan Opera.