Achtergrond

Hoofdredactioneel: Blinde audities

Een paar weken geleden eindigde het derde seizoen van The Voice of Holland, een tv-show waarin poptalent gezocht wordt. De formule van het programma komt uit de koker van John de Mol en Roel van Velzen en bevat een curieus onderdeel: blinde audities. Misschien ook een idee voor het operacircuit?

Met The Voice of Holland boekte John de Mol en de zijnen groot succes. Niet alleen is het programma alweer zijn vierde seizoen ingegaan en heeft het vorig jaar de Gouden Televizier-Ring gewonnen, ook is het format wereldwijd overgenomen.

Nu heb ik persoonlijk weinig op met popzang en al helemaal niet met zulke opgeklopte tv-talentenjachten, waarin de juryleden in iedere kraai een nachtegaal lijken te zien. Maar de keuze om blinde audities te houden vind ik zeer bewonderenswaardig, misschien zelfs navolgenswaardig.

In The Voice of Holland vormen de blinde audities de tweede ronde. In de eerste ronde zijn alvast de betere zangers voorgeselecteerd (door een andere jury). Tijdens de auditie zitten de juryleden met de rug naar de kandidaten toe. Zien zij brood in een zanger, dan kunnen zij met een grote ‘I Want You’-knop hun stoel omdraaien. Daarmee geven ze aan de zanger te willen coachen in de volgende rondes.

Het is een gouden vondst, want het onderscheidt The Voice van de vele andere talentenjachten en heeft de kijkcijfers tot in de miljoenen laten oplopen. Toch verbaasde ik me over deze zet. Het is namelijk nogal wat om uitgerekend in de popwereld – een wereld waar ‘image’ en ‘look’ minstens zo belangrijk zijn als vocale kwaliteiten – jezelf te blinderen en alleen op iemands stem af te gaan.

Navraag bij De Nederlandse Opera en twee artiestenmanagers leert dat blinde audities in de operawereld nagenoeg niet voorkomen. Soms worden voorselecties gedaan aan de hand van audio-opnames, maar van live blinde audities zoals bij The Voice hebben de organisaties nog nooit gehoord.

Waarom eigenlijk niet? Een paar antwoorden: opera is een theatergenre, dus acteren is een wezenlijk onderdeel van het vak; interactie met medezangers en publiek is onmisbaar; je wilt zien hoe een zanger zich staande houdt in een auditiesetting; je wilt zien of de houding van de zanger technisch klopt.

Het zijn allemaal valide argumenten, waar ik ook niets aan af wil doen. Maar zaken als acteren en interactie spelen net zo goed mee in de popwereld, en daar zijn blinde audities kennelijk toch mogelijk. En aan de andere kant van het spectrum: diverse orkesten houden eveneens blinde audities, zodat de juryleden door niets afgeleid kunnen worden, maar zich geheel op het spel van de auditant kunnen richten. Zou het niet goed zijn als jonge zangers af en toe puur en alleen op hun stem beoordeeld worden?

Natuurlijk is het ondoenlijk om alle jonge zangers voor iedere gelegenheid eerst blind te beluisteren. Daarvoor wordt er simpelweg te veel geauditeerd. Maar ik denk dat er wel wat voor te zeggen is om soms – bijvoorbeeld op grote auditietonelen als die van het Internationaal Vocalisten Concours en de Hans Gabor Belvedere Singing Competition – blinde audities te organiseren.

Uitstraling en spel doen er zeker toe in het operavak en daar mag een zanger uiteindelijk ook op afgerekend worden. Maar de winst van een blinde auditie is naar mijn mening dat de zang – toch het hart van het genre – eerst even voorrang krijgt, dat er geen eerlijker manier is om een stem te beoordelen en dat het wellicht voorkomt dat bijzondere stemmen in een wat onhandige ‘verpakking’ verloren gaan.

Een stijve hark met een wereldstem kan leren beter te acteren. Een hunk zonder bijzondere stem zal nooit andere stembanden krijgen.

Vorig artikel

Calleja zingt aria's in het Concertgebouw

Volgend artikel

Opera in de media: week 5

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.

2Reacties

  1. 25 januari 2013 at 12:26

    In audities voor opera wordt niet alleen naar de stem geluisterd maar ook beoordeeld of iemand als acteur/actrice geschikt is voor een bepaalde rol. Daarnaast wordt gekeken of iemand in het concept van een productie past. Een fantastische zanger/zangeres, die ook nog eens goed kan acteren en er goed uitziet, kan uiteindelijk toch buiten de boot vallen omdat hij/zij niet in het conceptuele plaatje van die betreffende operaproductie past. Een blinde auditie voor een operaproductie is dus onzinnig. Dat je een houten klaas met een geweldige stem kunt leren acteren is een utopie. Ik ben het in mijn lange carrière nog nooit tegengekomen. Trouwens wat het Belvedere concours betreft – waar ik vele jaren jurylid van ben geweest – staat er uitdrukkelijk in de reglementen vermeld dat de kandidaten ook moeten voldoen aan toneelgeschiktheid.

  2. kersten
    27 januari 2013 at 19:48

    Hark en hunk, mooi gevonden, meneer Kooiman. Ik vraag me in dit verband af of iemand als Thomas Hampson – schitterende zanger
    overigens – zich zonder zijn hunkkwaliteiten, renommée en wie weet wat nog meer, als Verdibariton had kunnen handhaven.