AchtergrondBinnenkortInterviews

De Opera Studio (5): Cody Quattlebaum

De Nationale Opera startte in september 2018 De Nationale Opera Studio. Het eerste seizoen eindigt dinsdag en woensdag met de opera Il matrimonio segreto van Cimarosa, waarin alle studioleden optreden. In een serie portretten stelt Place de l’Opera de studioleden voor. In deel 5: Cody Quattlebaum.

Check Cody Quattlebaum op YouTube:

en scroll naar 3’21’’. De finale van het recente Moniuszko-concours staat integraal online. Als de presentatrice met wat moeite zijn naam heeft uitgesproken, komt hij op, begeleid door een groot applaus van het publiek. Hij straalt als hij Aleko’s cavatina van Rachmaninov inzet. ‘Ves’ tabar spit’, waarin Aleko het verdriet bezingt van zijn verloren liefde Zemfira. Verdrietig en heel, heel bitter.

Het klinkt en ziet eruit alsof hij dit repertoire al jaren zingt, met veel inleving en in authentiek klinkend Russisch. Donker kostuum, veel haar en net halverwege de twintig. Na zijn optreden, als hij alweer in de coulissen is verdwenen, houdt het geklap van de zaal nog even aan.

Cody Quattlebaum: “Mensen ontmoeten verheldert waar je zelf staat in de cultuur.” (© Sebastien Galtier)

De cavatina was zijn bijdrage aan de finale van de Moniuszko Vocal Competition in Warschau, in mei dit jaar. Cody won er de prijs voor de jongste finalist en ging naar huis met een engagement voor het Beethovenfestival in het voorjaar van 2020. Hij zal er Don Fernando in Fidelio zingen.

“Het was een bewogen verblijf van maar enkele dagen in Polen”, vertelt de Amerikaanse bas-bariton als we naar de Hermitage aan de Amstel lopen voor het interview. Het terras heeft geen bediening, merken de ongastvrije interviewer en de gedreven zanger pas op als er al een uur om is.

“Ik heb me erg verdiept in het karakter Aleko”, vertelt Cody. “Het Russisch is nieuw voor me, maar ik had zó veel zin om daar in te duiken. Ik heb met een woordenboek geoefend, het repertoire bestudeerd en naar oude opnamen geluisterd.”

“Dit is allemaal heel recent. Het begon met het bericht van mijn toelating tot de competitie in Warschau. Ik vond het eng om te doen. Ze klapten hard, ondanks dat ik in mijn eerste aria in het Pools een fout gemaakt had. Ik geloof dat de mensen de poging hun taal te zingen konden waarderen. De volgende keer wordt het beter: I’ll just go back and I’ll nail it! Haha!”

“Een deel van wie ik ben en wat ik doe, moet ik in het verleden zoeken”

Hij wil graag snel terug naar Polen, vertelt Quattlebaum, die er bij zijn eerste bezoek veel meer meemaakte dan alleen een goed ontvangen optreden op het zangconcours. Er was een dubbele agenda: hij wilde kennismaken met het land dat zijn voorouders verlieten voor een leven in de Verenigde Staten.

”Er is veel informatie verloren en ik wilde op onderzoek. Ik vond immigratiedocumenten en kon een deel van de geschiedenis reconstrueren. Mijn overgrootvader ging in 1902 naar de Verenigde Staten, pas acht jaar later volgde zijn vrouw. Ze zijn ergens in Mississippi terechtgekomen. Hun dochter, mijn oma, trouwde een Duitser, zij was Asjkenazisch Joods en hij had een christelijke achtergrond. In de tijd van de Tweede Wereldoorlog zijn ze opgehouden te praten over het verleden.”

Quattlebaum in actie op het Moniuszko-concours. (still uit de video van de finale)

Voor Quattlebaum is het niet zomaar genealogische interesse. Hij is het product van heel verschillende achtergronden. “Mijn voorouders zijn Duits en Italiaans, er is een lijn naar Native Americans en naar Polen. Een deel van wie ik ben en wat ik doe in het leven, moet ik in het verleden zoeken, in patronen en verwijzingen die mijn voorouders me hebben nagelaten. Zo leer ik mijn plaats in de wereld kennen.”

“De laatste jaren krijg ik vaak te horen dat ik aanleg heb voor taal, dat gaat bij mij vanzelf. Mijn manier om die aanleg te eren, is naar verschillende landen te gaan en interesse tonen in de mensen en hun cultuur. Die nieuwsgierigheid zit diep van binnen, en wordt aangewakkerd door de prachtige kansen die ik krijg om overal heen te reizen en de mensen te leren kennen. Mensen ontmoeten verheldert ook waar je zelf staat in de cultuur. Je kunt in dat contact de overeenkomsten ontdekken. Als je alleen bent, ken je uit angst alleen de verschillen.”

“Ik heb het geprobeerd in koren, maar daar zong ik altijd te luid”

In de biografie op zijn website wordt vermeld dat Cody werd geboren in Ellicott City, Maryland. Hij genoot er “boundless encouragement to pursue the arts by a dedicated team of public educators in the Howard County school system”. Waarom hij dat deel van zijn schoolloopbaan met nadruk noemt, legt hij uit: “Er zitten enorme onderlinge verschillen tussen scholen in de VS. Ik had het geluk op een heel goede public school te zitten. Ze boden een prima opleiding in muziek. Mijn muzikaliteit en mijn artistieke ontwikkeling werden gestimuleerd. Ik was er in één van de schoolvoorstellingen onder meer Daddy Warbucks – ik zong de rol in falsetto – in de musical Annie. Omdat de kaalkop die de grime aanbod me niet beviel, schoor ik mijn hoofd kaal.”

“Ik heb in mijn jeugd muziektheater gedaan en heb het ook geprobeerd in koren, maar daar zong ik altijd te luid. Met een microfoon omgaan lukte niet goed en in zangles bleek dat mijn stem heel geschikt was voor klassiek. In een grote zaal kan ik een robuuster geluid produceren dan in een kleine ruimte. Inmiddels heb ik ook wel geleerd pop en jazz te zingen. In een karaokebar wordt het Justin Timberlake, of Michael Bublé. Maar dat is een beetje uitsloverij.”

“In de muziekwereld heeft opera maar een kleine plek, met mensen die wat streng in de leer zijn en nogal gericht op vorm. Dat is doodzonde. Mijn doel is om andere stijlen muziek naar me toe te halen, en de waarde van die stijlen te laten horen. Ik wil graag dat je, als je een operahuis binnenkomt, in een artistieke ruimte terechtkomt. Hier in Amsterdam, en bij De Nationale Opera, is er een sfeer van vrijdenken, een progressieve energie waar ik heel graag deel van uitmaak. Zelfs hier, in de Hermitage, voel je dat.”

“Amsterdam herinnert me er iedere ochtend aan dat ik blij ben te leven”

Vanaf deze zomer wordt Quattlebaum freelancer. Met een jaar in Zürich voorafgaand aan zijn tijd bij De Nationale Opera Studio heeft hij een volle termijn studio meegemaakt. Hij gaat behoedzaam om met zijn stem en met de rollen die hij aanneemt. “Ik probeer repertoire te zoeken dat heel goed past, heel veilig, om succes op te bouwen. Ik heb veel verschillende rollen gezongen tijdens mijn opleidingen: twee producties bij Merola en elf in de Juilliard-periode. Ik wilde proeven aan allerlei soorten en stijlen.”

Opera gaat over live zingen, over een zaal vullen met je stem en over techniek en presentatie. Cody realiseert zich dat er tegenwoordig buitengewoon goede studio-opnamen van zangers zijn, maar dat die niet de waarheid over een optreden in een zaal vertellen. “Dat is onmogelijk te imiteren op het podium en dat komt ook door de software in de opnametechniek”, meent de zanger. “Op de bühne kan dat niet, en dat weten mensen als Rosemary Joshua en Eytan Pessen, coach bij de Opera Studio en één van de besten die ik heb meegemaakt. Eytan weet precies wat je moet doen om goed te klinken in een operahuis. Ik ken hem al van Zürich. Daar deed ik heel veel hernemingen, dat is goed voor je ervaring, maar ik moest nog veel leren.”

Cody Quattlebaum zong dit seizoen onder meer in Caruso a Cuba tijdens het Opera Forward Festival. (© Monika Rittershaus)

De agenda voor het eerste seizoen als freelancer is goed gevuld, met zijn debuut bij de BBC Proms in Londen, als Zebul in Jephta, en een optreden in Madrid in Berlioz’ Roméo et Juliette. Na engagementen in de VS komt Quattlebaum komend voorjaar terug bij De Nationale Opera voor de rol van Zuniga in Carmen.

Quattlebaum overweegt om in Amsterdam te blijven. Hij voelt zich thuis in de stad. “Ik kan hier goed en ongestoord studeren. De stad heeft een esthetische schoonheid, die me er iedere ochtend aan herinnert dat ik blij ben te leven.”

Hij heeft in het kleine jaar dat hij in Amsterdam werkte vrienden gemaakt. “In alle afdelingen van DNO en ballet heb ik mensen leren kennen. Ik zat vanwege een agendaprobleem niet in Tannhäuser, maar ik heb veertig uur zitten kijken bij de repetities. Via één van de vrienden die ik maakte, een freelance danser bij Tannhäuser, kon ik een logeeradres vinden in Polen tijdens het zangconcours. Het zal niet meevallen een visum voor Nederland te krijgen, maar als dat lukt, blijf ik graag. Ik woon nu op een tijdelijke plek, ik moet op zoek naar een vaste woning. Een beetje hulp zou fijn zijn.”

Meer informatie over De Nationale Opera Studio vindt u op de website van De Nationale Opera. Zie voor meer informatie over Cody Quattlebaum de website van Intermusica

Vorig artikel

McVicars Masnadieri stelt teleur bij de Scala

Volgend artikel

Cité de l’Opera: Cecilia, Paula en Antony

De auteur

François van den Anker

François van den Anker

François van den Anker is muziekjournalist. Hij doet verslag van de wereld van opera en lied met interviews, reportages en podcasts.